Gemeente Utrecht


2011 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
18 Vragen van de heer drs. A. van Waveren
(ingekomen 14 februari 2011)


Het adviescollege vermindering administratieve lasten (Actal) heeft onderzoek gedaan naar de nalevingslasten van duurzaam inkopen . Daar is door veel verschillende partijen op gereageerd, waaruit blijkt dat de conclusies inderdaad aanleiding zijn opnieuw naar het duurzaam inkoopbeleid van de overheid te kijken . De CDA-fractie is ervan overtuigd dat duurzaam inkopen een goede en verstandige keuze is van de gemeente, maar heeft twijfels bij de wijze waarop dat nu geoperationaliseerd wordt. Onder andere naar aanleiding van het genoemde onderzoek lijkt het verstandig de gekozen werkwijze te heroverwegen.


1. Is het college bekend met het onderzoek van het Actal en de reacties van o.a. VNO-NCW en MKB Nederland ?


De gemeente Utrecht koopt in volgens de in het onderzoek beschreven landelijke criteriadocumenten. Actal concludeert dat deze wijze van het stellen van inkoopcriteria onder andere:" Duurzaamheidscriteria leiden tot lagere innovatie dan mogelijk en hogere kosten door beperking in criteria en onvoorspelbaarheid over ontwikkelingen in de criteria en bijbehorende termijnen." Als onderbouwing hiervoor wordt aangegeven dat de criteria te vaak overlappen met bestaande eisen vanuit (Europese) regelgeving en omdat er geen helderheid is over de richting waarin de criteria aangescherpt worden. Daarom is er onvoldoende zekerheid om investering te doen in innovatie en productontwikkeling. Bovendien vormen de criteria een ondergrens waardoor een onderneming met hogere ambities daarvoor onvoldoende waardering krijgt bij inkooptrajecten. Beoordeling op duurzaamheid krijgt daarmee snel een normatief en defensief karakter, terwijl het inkoopbeleid juist een innovatieve en veranderingsgerichte prikkel zou moeten afgeven.


2. Deelt het college op basis van de eigen inkoopervaringen deze en andere conclusies uit het Actal onderzoek? Zo nee, waarom niet?


Daarnaast wordt geconcludeerd dat de omvangrijke hoeveelheid criteria druk oplevert om producten te certificeren. Certificering is echter vaak een kostbaar proces waardoor het vooral voor grotere ondernemingen aantrekkelijk is. Het CDA vindt dat het MKB een eerlijke kans moet krijgen om aanbestedingen van de gemeente te winnen.


3. Deelt het college de zorg van de CDA-fractie over de druk om producten en processen te certificeren en de gevolgen hiervan voor het MKB? Zo nee, waarom niet? Bovenstaande en andere conclusies overwegende is de CDA-fractie van mening dat het goed is het Utrechts beleid voor duurzaam inkopen tegen het licht te houden en de vraag te stellen of het (nog steeds) wenselijk is aan te sluiten bij de landelijke criteria. Daarbij is ook de beperkte aandacht voor maatschappelijke duurzaamheid een zorg. De CDA-fractie is er dan ook van overtuigd dat er andere wijzen zijn om het inkoopbeleid vorm te geven, die hetzelfde of meer effect hebben op de duurzaamheid van de ingekochte werken, producten en diensten, maar minder administratieve lasten en meer innovatie tot gevolg hebben.


4. Is het college bereid, vooruitlopend op eventuele landelijke hervormingen, het eigen beleid voor duurzaam inkopen in 2011 te evalueren, als uitwerking van het duurzaamheidsplan en als onderdeel van de organisatiebrede doorlichting van het inkoopbeleid, en daarbij nadrukkelijk bovenstaande zorgen te betrekken? Zo nee, waarom niet?


---

www.actal.nl/newsitem/Duurzaam+inkoopbeleid+fundamenteel+herzien/-1/10224/nl/
Zie o.a. vno-ncw.nl/SiteCollectionDocuments/Brieven/brief11-10091_incl_bijl.pdf
en het artikel "Inkoopbeleid van de overheid moet beter, waarin ook MKB Nederland, MVO-Nederland en De Groene Zaak aandringen op herziening van het beleid. (Trouw van 10-2-2011, p.15)


---- --