Universiteit Utrecht

Persbericht van de Universiteit Utrecht

15 februari 2011

Meer testosteron leidt tot minder inlevingsvermogen bij vrouwen

Vrouwen die testosteron krijgen toegediend, blijken minder goed in staat om zich in een ander in te leven. Dat schrijft experimenteel psycholoog Jack van Honk van de Universiteit Utrecht in een artikel dat onlangs verscheen in het toonaangevende tijdschrift Proceeding of the National Academy of Sciences (PNAS).

Vrouwen wordt over het algemeen meer empathisch vermogen toegedicht en ze beschikken over veel minder testosteron dan mannen. Om het effect van testosteron op inlevingsvermogen te onderzoeken, maakten Jack van Honk en zijn medeonderzoekers dan ook gebruik van vrouwelijke proefpersonen. De onderzoekers lieten deze vrouwen voor en na toediening van testosteron foto's zien waarop mensen met verschillende gezichtsuitdrukkingen waren afgebeeld.

Empatisch vermogen achteruit

Na toediening van het testosteron bleken de vrouwen meer moeite te hebben met het interpreteren van de gezichtsuitdrukkingen. Volgens Van Honk betekent dit dat testosteron, het belangrijkste mannelijke geslachtshormoon, direct van invloed is op de mate van sociale intelligentie. Van Honk: "Bij extra testosteron gaat het empatisch vermogen van de vrouw dus achteruit. Deze uitkomst is van groot belang om de psychobiologie van de menselijke sociale intelligentie te begrijpen."

Lange wijsvinger

Uit het onderzoek van de Utrechtse psycholoog blijkt tevens de validiteit van de 2D:4D-ratio. Deze ratio is de verhouding tussen de wijsvinger (2D) en de ringvinger (4D) van de rechterhand. Hoe korter de wijsvinger ten opzichte van de ringvinger, hoe groter de blootstelling aan testosteron in de baarmoeder, zo luidt de theorie die in het onderzoek van Van Honk wordt bevestigd.

Autisme

Omdat autisme mede gerelateerd is aan empatisch vermogen, stelt Van Honk ten slotte dat er mogelijkerwijs een relatie is tussen autisme en testosteron in de baarmoeder. Nader onderzoek moet dit uitwijzen.

Het artikel van de onderzoeksgroep van Jack van Honk in PNAS is op te vragen bij onderstaande contactpersonen.

Meer informatie