Gemeente Utrecht

2011 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
4 Vragen van mevrouw K. Bouazani
(ingekomen 14 januari 2011
en antwoorden van het college verzonden op 15 februari 2011)

Uit onderzoek van het televisieprogramma Zembla in samenwerking met de PO-Raad en de VO-Raad, scholenorganisaties voor basis- en voortgezet onderwijs blijkt dat bij een op de vier middelbare schoolgebouwen die gebouwd zijn voor 1993 de kans bestaat dat kinderen en leraren worden blootgesteld aan asbest. Bij basisscholen ligt dat aantal op een op de twintig. Het onderzoek wijst ook uit dat veel scholen geen idee hebben waar in hun gebouwen het asbest zit.

Naar aanleiding hiervan heeft de PvdA de volgende vragen:
1. Is het College bekend met bovenstaand onderzoek?

Ja.


2. Is het College met de PvdA eens dat we onze kinderen en leerkrachten niet onnodig aan risico's van asbest moeten blootstellen?

Ja.

3. Hoeveel schoolgebouwen staan er in onze gemeente die zijn gebouwd voor het asbestverbod in 1993?

Het gaat hier om ongeveer 80% van het totaal aantal PO en VO scholen (180).


4. Is bij de scholen in onze gemeente een asbestinventarisatie uitgevoerd? Zo ja, kunt u ons inzage geven in de uitkomsten ? Zo nee, bent u bereid om op zo'n kort mogelijk termijn alle basisscholen die nog niet zijn geïnventariseerd op asbest verplicht te laten inventariseren? Zo nee, waarom niet?

Nee, asbestinventarisatie is niet op alle scholen uitgevoerd. Gebruikelijk is dat een asbestinventarisatie in schoolgebouwen plaatsvindt op het moment dat verbouwingswerkzaamheden starten.

Nee, we voeren bij schoolgebouwen in eigendom van de gemeente in de eerste helft van 2011 een asbestinventarisatie uit. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de inventaristie van hun eigen scholen. Zij hanteren eveneens de richtlijn dat een inventarisatie wordt uitgevoerd bij verbouwingswerkzaamheden.


5. Vindt u een inventarisatie voor overige publieke gebouwen die gebouwd zijn voor 1993 noodzakelijk? Zo ja, wanneer gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

De publieke gebouwen zijn met name in de jaren 2005 en 2006 op aanwezigheid van asbest geïnventariseerd in opdracht van Stadsontwikkeling. Asbest dat direct gevaar vormde voor de gezondheid is verwijderd. De asbesthoudende materialen die geen direct gevaar vormden voor de gezondheid - niet in direct contact staan met de gebruikers- zijn opgenomen in een asbestbeheersplan en/of de asbesthoudende materialen zijn afgedekt. (Bijvoorbeeld asbesthoudend leidingwerk in schachten, riolen, achter plafonds of in schoorstenen). Dit is conform het Asbestverwijderingsbesluit 2005.

Het beleid is dat bij sloop- en renovatie het eventuele nog aanwezige asbest wordt verwijderd. De initiatiefnemer moet bij een asbest verdacht gebouw bij de aanvraag van een omgevingsvergunning een actueel (niet ouder dan 3 jaar) asbestinventarisatierapport volgens de SC 540 richtlijn in dienen. Asbestsanering moet vervolgens door een SC530 gecertificeerd saneerder plaatsvinden.

---- --