Rijksoverheid
1
Datum 16 februari 2011
Inspectie rapport 'Het onderwijs in het schrijven van teksten'
Hierbij bied ik u het inspectierapport aan over de kwaliteit van het
schrijfonderwijs. Deze brief bevat een beknopte weergave van de bevindingen en
het beleid van OCW.
Achtergrond onderzoek Schrijven
De inspectie heeft op scholen onderzocht hoe les wordt gegeven in het schrijven
van teksten, ook wel stellen genoemd. Aanleiding van dit onderzoek is dat het
leren schrijven van teksten een onderdeel is van het taalonderwijs. In alle
onderwijssectoren ligt de focus op taal en rekenen, met als doel de prestaties van
de leerlingen te verhogen en Nederland naar een top 5 positie te brengen.
Het leren schrijven van teksten maakt onderdeel uit van het taalonderwijs.
Verschillende kerndoelen Nederlands hebben betrekking op de schrijfvaardigheid
van leerlingen. In het referentiekader taal en rekenen is er een apart domein
'schrijven' benoemd. Bij dit domein gaat het om het schrijven van creatieve en
zakelijke teksten. Zo is vastgelegd wat leerlingen op dit gebied moeten kennen en
kunnen.
De kwaliteit van het schrijfonderwijs
De kwaliteit van het schrijfonderwijs anno 2009 laat op verschillende onderdelen
te wensen over. Dat geldt in sterke mate voor het didactisch handelen, de
afstemming en de kwaliteitszorg. Bij het leerstofaanbod is een duidelijke
verbetering te constateren ten opzichte van het vorige inspectieonderzoek uit
1997/1998, maar ook hier liggen nog verbeterpunten.
Op tweederde van de scholen voldoet het leerstofaanbod voor het schrijven aan
de onderzochte onderdelen: het leerstofaanbod is dekkend voor de kerndoelen,
het wordt aangeboden tot en met het niveau van de eindgroep en de
leerinhouden van de verschillende leerjaren sluiten voldoende op elkaar aan. Het
merendeel van de scholen voldoet aan de minimale criteria die de inspectie als
ondergrens heeft gebruikt voor onderwijstijd besteed aan schrijven. In de
leerjaren 5 tot en met 8 is de onderwijstijd besteed aan het schrijfonderwijs
echter aan de krappe kant. Het 'hoe', de didactische component van het
schrijfonderwijs, voldoet slechts op ongeveer een derde van de scholen aan alle
indicatoren. Procesgerichte didactiek, waarvan instructie over de aanpak van een
tekst en feedback over de aanpak en over de tekst cruciale onderdelen vormen, is
nog geen gemeengoed. Binnen de didactiek zijn bepaalde andere aspecten wel
Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
www.rijksoverheid.nl
Onze referentie
272159
Bijlagen
1
Pagina 1 van 3
Pagina 2 van 3
Datum
10 februari 2011
Onze referentie
272159
beter ontwikkeld, zoals het plaatsen van de opdracht in een betekenisvolle
context. Het volgen van de voortgang van de schrijfontwikkeling van leerlingen en
het analyseren daarvan staat nog in de kinderschoenen.
Verklaringen van de inspectie
De tegenvallende kwaliteit van het schrijfonderwijs, verklaart de inspectie op
basis van vier factoren. Ten eerste vraagt de inspectie zich af of de methoden en
de lesuitwerkingen van procesgericht schrijven, de leraren in de les voldoende
houvast bieden. Ten tweede vraagt de inspectie zich af of de leraren op
vakdidactisch gebied voldoende zijn toegerust. Ten derde speelt de tijd die
besteed wordt aan schrijven ongetwijfeld ook een rol bij de mate waarin goed
schrijfonderwijs in de praktijk zichtbaar is. Daarbij vraagt de inspectie zich af of
de beperkte tijd er mogelijk toe leidt dat bepaalde aspecten van didactisch
handelen in de praktijk te weinig zichtbaar zijn. Ten slotte geeft de inspectie aan
dat het schrijfonderwijs op scholen geen hoge prioriteit lijkt te krijgen. Dit ziet zij
onder andere terug in de deskundigheidsbevordering van leerkrachten.
Aanbevelingen van de inspectie
Het huidige onderzoek laat zien dat het schrijfonderwijs en de didactische
vaardigheden een nieuwe impuls nodig hebben. Een opbrengstgerichte
benadering van het schrijfonderwijs kan voor deze impuls zorgen. De inspectie
geeft hiervoor drie aanbevelingen. Ten eerste is het wenselijk een uitwerking te
hebben van tussendoelen en leerlijnen om inzichtelijk te hebben wat leerlingen in
de verschillende leerjaren zouden moeten kennen en kunnen, als richtlijn voor de
scholen. Ten tweede zouden scholen instrumenten moeten hebben om de
voortgang van de leerlingen te kunnen volgen en de vaardigheden van leerlingen
in kaart te kunnen brengen. Ten derde zou de beschikbare kennis van effectieve
aanpakken meer de weg naar de scholen moeten vinden.
Beleid OCW
Ik herken het beeld van de kwaliteit van het schrijfonderwijs in 2009. De
bevindingen uit het rapport onderschrijven de noodzaak om verder te werken aan
de verbetering van de taalprestaties van de leerlingen. Omdat uit onderzoek van
de inspectie is gebleken dat leerlingen op scholen die opbrengstgericht werken
beter presteren, is dit bij het beleid als uitgangspunt genomen.
In 2009 is een start gemaakt met het werken aan de drie aanbevelingen van de
inspectie. In de komende jaren wordt dit verder uitgebouwd.
Tussendoelen en leerlijnen
De Stichting Leerplan Ontwikkeling, ofwel de SLO, heeft in 2010 samen met het
Expertise Centrum Nederlands de tussendoelen en leerlijnen beschreven. Hierbij
hebben ze gebruikgemaakt van de doelen op het domein Schrijven in het
referentiekader Nederlandse taal. De vertaling van de referentieniveaus in
tussendoelen en leerlijnen kunnen als leidraad dienen bij de inrichting van en
differentiatie binnen het schrijfonderwijs.
Meetinstrumenten
Het domein schrijven is moeilijk objectief en valide te meten. Bij de behandeling
van de wet referentieniveaus taal en rekenen is aan uw Kamer toegezegd dat er
nader wordt verkend of en op welke wijze de vaardigheden op o.a. schrijven toch
objectief kunnen worden vastgesteld. In opdracht van OCW heeft de SLO een
exploratief onderzoek gedaan naar de behoefte en (on)mogelijkheden om
Pagina 3 van 3
Datum
10 februari 2011
Onze referentie
272159
gegevens over dit domein te verzamelen ten behoeve van de overdracht naar het
voortgezet onderwijs. Daarbij is een inventarisatie gemaakt van bestaande
instrumenten om de schrijfvaardigheid van leerlingen te kunnen meten. De
opgedane kennis wordt betrokken bij de verdere implementatie van de
referentieniveaus.
In het rapport 'Overdracht van informatie over mondelinge taalvaardigheid en
schrijfvaardigheid van leerlingen bij de overgang van het primair onderwijs naar
het voortgezet onderwijs' (2010), constateert de SLO dat bij de huidige
overdracht vooral de vorderingen op lezen en taalverzorging een rol spelen. De
domeinen mondelinge taalvaardigheid en schrijven (stellen) lijken een kleinere of
vaak zelfs geen enkele rol te spelen. In 2011 zal de SLO inventariseren hoe de
ons omliggende landen taalvaardigheid evalueren. Het gaat om de vraag welke
internationale ervaring beschikbaar is om onder andere de schrijfvaardigheid aan
het eind van de basisschoolperiode in kaart te brengen. De SLO zal ook
onderzoeken wat leraren nodig hebben om de taalontwikkeling van leerlingen te
volgen.
Omdat gegevensoverdracht een belangrijk middel is voor een doorlopende
leerlijn, adviseren de PO#Raad, VO#raad en de AVS mij over de wijze waarop de
informatieoverdracht het beste vorm kan krijgen. In dit advies zal ook aandacht
zijn voor de wijze waarop het primair onderwijs de vaardigheden van leerlingen
op het domein schrijven overbrengt.
Kennisdeling
In 2011 zal de SLO onderzoeken hoe de beschikbare kennis op het gebied van
schrijven beter ontsloten kan worden en zal daarnaast actief bijdragen aan de
ontsluiting van de kennis en expertise via de daartoe geschikte media,
bijvoorbeeld via de website www.taalenrekenen.nl.
Om resultaten te bewerkstelligen is een lange adem noodzakelijk. De komende
periode wordt daarom volop ingezet om de prestaties op taal en rekenen te
verbeteren.
Hoogachtend,
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt#Vliegenthart
---- --