Rechtbank 's-Hertogenbosch


Burgemeester Helmond bevoegd tot sluiting coffeeshop Carpe Diem

âs-Hertogenbosch, 16 februari 2011 - De burgemeester van de gemeente Helmond stond in zijn recht toen hij coffeeshop Carpe Diem sloot voor een periode van vier maanden. Dat heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank âs-Hertogenbosch vandaag geoordeeld.

De burgemeester besloot de coffeeshop op 1 december 2010 met onmiddellijke ingang te sluiten tot 1 april 2011. De exploitant van de coffeeshop maakte daartegen bezwaar en stapte naar de rechter.

De burgemeester besloot in augustus 2010 op basis van een dreigingsanalyse van de politie om een sluitingsbevel tot 1 oktober 2010 af te geven. Vervolgens besloot de burgemeester de coffeeshop gesloten te houden tot 1 november 2010. De burgemeester concludeerde eind oktober dat de sluiting niet langer gerechtvaardigd was en nam geen nieuw sluitingsbevel. Een nieuwe dreigingsanalyse van de portefeuillehouder Conflict en Crisisbeheersing van de politie is op 30 november 2010 besproken in het overleg tussen de burgemeester, politie en de officier van justitie. Op grond van deze bespreking en de dreigingsanalyse besloot de burgemeester de coffeeshop per 1 december 2010 voor vier maanden te sluiten. Volgens de gemeente bestond er een nieuwe, concrete en actuele verdergaande dreiging voor verstoring van de openbare orde die onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk maakte. De gemeente legde aan het sluitingsbevel ten grondslag dat zowel individuele personen als de coffeeshop zeer ernstig werden bedreigd. Bij de bepaling van de duur van het sluitingsbevel woog de burgemeester mee dat de coffeeshop al twee keer voor korte tijd was gesloten, maar dat dit de dreiging niet had weggenomen.

Volgens de exploitant van de coffeeshop is er geen sprake geweest van een ernstige bedreiging van de openbare orde die heeft moeten leiden tot de sluiting. De exploitant gaf onder meer aan dat de burgemeester in samenspraak met politie en justitie andere veiligheidsmaatregelen had moeten treffen. De exploitant meent dat de sluiting disproportioneel is.

De voorzieningenrechter moet beoordelen of de burgemeester op het moment dat hij het bevel gaf in redelijkheid tot het oordeel kon komen dat sprake was van ernstige vrees voor het ontstaan van verstoring van de openbare orde. Bij die toetsing dient de voorzieningenrechter uit te gaan van de informatie die de burgemeester op dat moment ter beschikking stond.
De burgemeester is via wekelijkse dreigingsanalyses voortdurend op de hoogte gesteld van de aard en de ernst van de dreiging rondom de coffeeshop. Alleen al de omstandigheid dat een persoon is opgepakt als verdachte van het treffen van voorbereidingshandelingen tot moord op de burgemeester is een bevestiging van concrete persoonlijke bedreiging, zo stelt de rechter. Dat deze verdachte inmiddels op vrije voeten is gesteld, doet niets af aan de conclusie van de burgemeester dat ernstige vrees voor het ontstaan van verstoring van de openbare orde bestond. Het onderzoek naar de daders van twee incidenten (een gestolen terreinwagen die in juni 2010 de pui van de coffeeshop binnenreed en twee explosieven die in juli 2010 bij de coffeeshop naar binnen werden gegooid) was volgens de voorzieningenrechter nog in volle gang op het moment dat het sluitingsbevel werd genomen.

De voorzieningenrechter stelt dat de burgemeester in redelijkheid tot het oordeel is kunnen komen dat de bedreiging aan het adres van de coffeeshop tot ernstige vrees voor het ontstaan van schending van de openbare orde aanleiding gaf. De burgemeester was daarom bevoegd het sluitingsbevel te geven. Omdat de dreigende verstoring van de openbare orde niet van de exploitant van de coffeeshop maar van derden uitgaat, moeten ook de belangen van de exploitant goed worden meegewogen. De rechter oordeelt echter dat een eventueel volgend geweldsincident gericht tegen de coffeeshop ernstig gevaar kan opleveren voor bezoekers van de coffeeshop en de omgeving. De duur van de sluiting van vier maanden is volgens de voorzieningenrechter proportioneel, mede omdat deze op basis van een nieuwe dreigingsanalyse tussentijds kan worden verkort. De voorzieningenrechter acht niet aannemelijk dat de burgemeester met minder ingrijpende middelen hetzelfde effect had kunnen bereiken.

LJ Nummer

BP4791

Zie het origineel
Bron: Rechtbank 's-Hertogenbosch Datum actualiteit: 16 februari 2011 Naar boven