CDA


Pensioenen: Lidstaten blijven verantwoordelijk maar Europese coördinatie is nodig
woensdag 16 februari 2011
Dit is de belangrijkste conclusies uit het verslag "Naar adequate, houdbare en zekere Europese pensioenstelsels" van Ria Oomen-Ruijten dat vandaag door het Europees Parlement in Straatsburg is aangenomen. Ria Oomen: "Lidstaten worden de komende jaren geconfronteerd met enorme uitdagingen om ervoor te zorgen dat pensioenen voldoen aan de terechte verwachtingen die burgers hebben. Europese coördinatie is noodzakelijk vanwege de werking van de interne markt, de EU 2020 strategie en het Stabiliteits- en Groeipact, maar de lidstaten blijven zelf verantwoordelijk."

De vergrijzing heeft in veel lidstaten een grote impact omdat er niet gespaard is zoals in Nederland. Daarbij komt de stijgende werkloosheid, de problemen op de financiële markten, hogere nationale schuld en de langzame economische groei. Dit kan leiden tot immense uitgaven die consequenties kunnen hebben voor het groei-en stabiliteitspact en dus voor de stabiliteit van de Euro. Er is toezicht nodig op pensioensystemen en sommige lidstaten moeten aangezet worden om spoorslags houdbare systemen op te zetten. Ria Oomen: "Omdat ik geen verantwoordelijkheid wil dragen voor de pensioenproblemen in Frankrijk of Griekenland moeten deze landen met initiatieven komen die de eigen financierbaarheid verbeteren."

De omslagstelsels van de eerste pijler zijn de uitdrukking van de solidariteit tussen de generaties. De lasten voor de jongere generatie en de druk op collectieve budgetten gaan er zeker komen als we enkel toezien. Ria Oomen: "Veel lidstaten hebben de pensioenleeftijd al verhoogd. Het is verstandig om de link tussen pensioenleeftijd en stijgende levensverwachting te bekijken maar voor mij gaat het te ver om te spreken over een Europese pensioenleeftijd. Daarvoor zijn de verschillen in levensverwachting tussen de lidstaten te groot."

Lidstaten waar gespaard is (tweede pijler)door werknemers en werkgevers samen of apart hebben de tegoeden in pensioenfondsen of op de balans van ondernemingen gestald. Ook bij deze stelsels is de gestegen levensverwachting een probleem. De financiële crisis, de slechte resultaten op obligatie en aandelenmarkten en de lage rente zetten bovendien de pensioenen onder druk. Oomen: "Strengere solvency eisen zoals de Europese Commissie wil invoeren voor pensioenfondsen, zijn voor mij niet aan de orde. Er moet eerst goed gekeken worden naar de impact voordat er een wetswijziging mag komen."

Voor wat betreft de derde pijler, de privé spaarvoorzieningen van de burger, stelt Ria Oomen voor om een trackingsysteem in te stellen, zodat elke burger weet wat hij of zij kan verwachten en ook in staat is eigen keuzes te maken. Overigens aan de interne markt voor deze producten moet hard gewerkt worden.

Ria Oomen-Ruijten: "Voor wat betreft een adequaat pensioen kan ik zeggen dat dit we dit niet Europees kunnen vaststellen. Dat blijft aan de lidstaten. Ik ga er vanuit dat de eerste pijler een minimum pensioen geeft en samen met de tweede pijler een adequaat niveau garandeert. Hierbij zijn overheid en sociale partners aan zet.

Een open arbeidsmarkt kan volgens Ria Oomen alleen functioneren wanneer de pensioenen meeneembaar worden. Maar vanwege de grote verschillen in de verschillende pensioensystemen kunnen alleen bij het begin van nieuwe contracten hierover afspraken gemaakt worden en pas na een uitgebreid onderzoek naar de gevolgen".