Rechtbank 's-Gravenhage

Gevangenisstraf van 22 jaar en TBS met dwangverpleging voor moord op ex-vriendin

Den Haag, 18 februari 2011 â De rechtbank in Den Haag heeft vandaag een 47-jarige man, die op 22 augustus 2010 in Zoetermeer zijn ex-vriendin om het leven heeft gebracht, wegens moord veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 jaar en de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd.
Het door verdachte gepleegde feit kenmerkt zich volgens de rechtbank door een koelbloedige voorbereiding en een al even koelbloedige maar tevens gruwelijke en weerzinwekkende uitvoering.

De man en de vrouw hebben in 2007 enkele maanden een relatie gehad. Na het beëindigen van de relatie is de man naar eigen zeggen mentaal ingestort. Vervolgens heeft hij het plan opgevat de vrouw te vermoorden. Hij is materiaal over de vrouw gaan verzamelen en haar voortdurend in de gaten gaan houden. Enige weken vóór de moord heeft hij zelfs een huis gekocht in een flatgebouw naast het flatgebouw waarin de vrouw woonde.

De man was, naar eigen zeggen, volledig geobsedeerd door de vrouw en haar vernietiging. Hij is op zoek gegaan naar het beste wapen om zijn plan uit te voeren en heeft uiteindelijk zelf diverse soorten wapens in de vorm van naalden in verschillende grootte vervaardigd. Hij heeft alle locaties bekeken waar hij haar het beste kon vermoorden en wist uiteindelijk precies waar hij moest gaan staan om zoveel mogelijk uit het zicht van de mensen zijn gang te kunnen gaan en de kans op hulp zo klein mogelijk te maken.

Op haar verjaardag, 22 augustus 2010, een datum die de man bewust had gekozen, heeft hij de vrouw opgewacht en toegeslagen. Hij heeft haar meermalen op en in haar hoofd gestoken met één van de door hem vervaardigde wapens. Toen zij op de grond lag en de man de indruk kreeg dat het gebruik van het wapen (nog) niet het door hem gewenste effect had, is hij met kracht met zijn hak op haar hoofd gaan stampen. Zijn bedoeling was de mogelijkheid van redding van het slachtoffer uit te sluiten. De vrouw heeft geen enkele kans gehad om het op haar uitgeoefende geweld te overleven.

De rechtbank acht de man verminderd toerekeningsvatbaar. Gelet op de bevindingen van de gedragswetenschappers dat er sprake is van gevaar voor herhaling, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling eist.
Om de maatschappij maximaal tegen hem te beschermen ziet de rechtbank aanleiding bovendien de dwangverpleging van de man te bevelen. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat aan de man een gevangenisstraf van lange duur behoort te worden opgelegd. Er is naar het oordeel van de rechtbank geen reden om een straf op te leggen die afwijkt van de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf van 22 jaar.

LJ Nummer

BP5036

Zie het origineel

Bron: Rechtbank 's-Gravenhage Datum actualiteit: 18 februari 2011