Vrije Universiteit Amsterdam 17 februari 2011

Uniek landelijk samenwerkingsverband Brein & Leren met ambities voor onderwijsontwikkeling

Een landelijk samenwerkingsverband van topwetenschappers buigt zich de komende jaren over de kennis van het lerende brein en hoe deze kennis kan bijdragen aan de vormgeving van het onderwijs. Onderzoekers weten dat het tienerbrein nog doorrijpt tot na het twintigste jaar; wat betekent dat voor het onderwijs? Nieuw inzicht is er over de rol die de hersenen spelen bij leren lezen of rekenen. Kan die kennis gebruikt worden in de klas? Welke functie speelt ICT? En wat is de rol van slaap bij schoolprestaties? Waarom is de adolescent vooral geïnteresseerd in de leeftijdsgenoot en niet in wat de docent naar voren brengt? Hoe zorgen we dat meer kinderen gaan excelleren? Het koepelprogramma LEREN gaat op 18 februari formeel van start met een wetenschappelijk symposium dat plaatsvindt in het gebouw van de Koninklijke Academie van Wetenschappen (KNAW) in Amsterdam.

Acht universitaire onderzoeksgroepen
Een samenwerkingsverband van acht universitaire onderzoeksgroepen met connecties in het basis -, voortgezet - en hoger onderwijs houdt zich de komende vijf jaar bezig met deze en verwante vragen. Zij werken samen in het koepelprogramma LEREN. Dit wordt gefinancierd door een subsidie van ¤6.1 miljoen uit de aardgasbaten (FES middelen) van de rijksoverheid. Het koepelprogramma wil bestaande en nog te ontwikkelen kennis uit de hersenwetenschappen en de cognitiewetenschap inzetten voor het grote domein van de educatie.

Onderzoek naar hersenen en leren
"We willen dat er kruisbestuivingen en initiatieven ontstaan over onderzoek naar hersenen en leren. Daarbij zullen we veel investeren in de samenwerking met scholen, hogescholen en andere maatschappelijke organisaties", aldus professor Jelle Jolles van de Vrije Universiteit Amsterdam en landelijk coördinator van het koepelprogramma. De samenwerkingspartners verwachten dat kennis uit het perspectief van 'brein en leren' een grote rol gaat spelen in het werkveld van de educatie. Of deze verwachting gerechtvaardigd is, blijkt in de loop van de komende vijf jaar. Het onderzoeksprogramma loopt van 2011 tot 2015.

Verbetering van leerprestaties en -motivatie
De focus ligt op de verbetering van leerprestaties en leermotivatie van zowel kinderen, jongeren als volwassenen. Een veertigtal projecten gaat van start over vijf programma's. Het gaat om onderzoek naar 'het lerende kind', 'de lerende tiener', 'de lerende docent en ouder' en daarnaast onderzoek naar 'voorwaarden voor leren', en naar 'nieuwe leermiddelen en lesmethoden'. Binnen het hele programma starten ruim dertig nieuwe projecten die vooral zijn gericht op onderwerpen die momenteel in de samenleving en het onderwijs spelen. Lezen en rekenen, schooluitval en de factoren die dat bepalen, excellentie en onderpresteren zijn hiervan voorbeelden.

Evidence based
Het unieke van het programma is dat het zich richt op meerdere dimensies: er is aandacht voor hersenprocessen en de wijze waarop deze ten grondslag liggen aan ons psychologisch, cognitief en sociaal functioneren. Het gaat ook over presteren, motivaties en de voorwaarden voor leren. Daarnaast gaat het om toegepast onderzoek in de setting van school en hogeschool, waarbij bijvoorbeeld nieuwe onderwijsinterventies worden ontwikkeld en getoetst. De onderzoekers vinden het belangrijk om nieuwe vormen van onderwijs - en pedagogische aanpak te ontwerpen en deze met behulp van de wetenschappelijke methode in de praktijk te toetsen, het zogenaamd 'evidence based' werken. Zo kunnen er op basis van methoden met een bewezen effectiviteit hardere uitspraken worden gedaan over 'wat werkt en wat niet'.



Vrije Universiteit Amsterdam