VU medisch centrum

Meer aandacht voor ouder-kind relatie bij zieke baby's

23 februari 2011

De kwaliteit van de ouder-kindrelatie is belangrijk voor de hersenontwikkeling van een baby. Bij (ernstig) zieke kinderen kan de relatie onder druk staan. Vanuit dit achterliggende idee is het baby-peuterteam in VUmc ontstaan, dat ouders en kinderen ondersteunt.

Foto: Mark van den Brink Alice Molderink (rechts) en Alice van Dijk helpen ouders en baby om te gaan met de stressvolle tijd in een ziekenhuis Alice Molderink en Alice van Dijk, beiden klinisch psycholoog en psychotherapeut, vormen samen het baby-peuterteam voor kinderen van 0-3 jaar. Het team, dat een van de eerste infantteams is in een universitair medisch centrum, valt onder de sectie pediatrische psychologie.

Ingrijpende ervaring
In de gezellige werkkamer van Molderink in de polikliniek vertellen de collega's waarom het team ruim twee jaar geleden begon. Molderink: "Ouders en baby's ondergaan ingrijpende ervaringen in het ziekenhuis. Als baby's (ernstige) aandoeningen hebben en hier soms langdurig verblijven, zet dat de relatie tussen ouder en kind onder druk." De baby ervaart immers stress door het ziekenhuisverblijf, de aandoening of ziekte zelf, en de (tijdelijke) afwezigheid van ouders. In deze omgeving vinden de gebruikelijke regulatieprocessen, zoals door ouders getroost en gevoed worden, en die belangrijk zijn voor de emotionele ontwikkeling van een baby, minder makkelijk plaats. Molderink: "Ook de ouders voelen zich daardoor onzeker over hun rol, onmachtig of soms zelfs buitenspel gezet als ouder. Die stress voelt een kind ook. Dat is een wisselwerking."
De emotionele ontwikkeling van een baby, nauw verbonden met de hersenontwikkeling, kan hiermee in de knel komen. Volgens de psychologen is dit een van de belangrijkste inzichten over het belang van de ouder-kindrelatie in de afgelopen jaren. De baby vormt op basis van vroege ervaringen en de kwaliteit van emotionele hechting een blauwdruk voor toekomstige hechtingsrelaties. Van Dijk: "Je kunt dus niet denken: een baby heeft een nare tijd in het ziekenhuis, laat maar gaan, dat is hij later wel weer vergeten. Ondersteuning van zowel baby/peuter en ouders is om die reden van groot belang in dit eerste stadium. Een baby kan niet wachten."

Samen spelen
Molderink: "We richten ons op de ouder-babyrelatie, en kijken we hoe we de ouders zo goed mogelijk kunnen ontlasten in hun stress." De twee psychologen volgden daartoe een opleiding in de Infant Mental Health visie (IMH), een wetenschappelijke stroming waarin deze visie, diagnostiek en behandeling is uitgewerkt. "We gaan vijf keer praten en spelen met ouders en kind. In principe doen we dat op de grond met de baby erbij. Die krijgt zo een gelijkwaardige plaats. Soms spelen we samen, omdat dat aspect soms te weinig aandacht krijgt." Ook consultatie aan een medisch team, doorverwijzen en informatie geven, vallen onder het takenpakket. Het team, benadrukken de psychologen, werkt nauw samen met andere disciplines als het medisch maatschappelijk en het pedagogisch werk. Ook wordt samengewerkt met het IMH-team, een expertisecentrum op dit gebied in Amsterdam. Voor de toekomst hopen Molderink en Van Dijk hun werkzaamheden op dit gebied uit te breiden en effecten van behandeling te gaan meten. Momenteel wordt er gewerkt aan een voorlichtingsfolder voor ouders over de opname van hun baby in de kinderkliniek.

Annette Karimi
bron: Tracer