Woonbond


24-02-2011 Kabinetsplannen voor huursector funest voor Noorden

Zeven noordelijke woningcorporaties vinden de kabinetsplannen voor de sociale huursector funest voor de noordelijke provincies.

Huurwoningen De zeven beroepen zich voor hun boude uitspraak op uitkomsten van een onderzoek dat het Rigo in hun opdracht heeft uitgevoerd. Conclusie van het rapport is dat de toepassing van het landelijk beleid zoals het kabinet zich dat voorstelt in het noorden zijn doel voorbijschiet. De corporaties bepleiten daarom een meer regionale benadering van de woningmarkt. Zij wijzen er op dat het regeerakkoord die ruimte biedt.

Kabinetsplannen

Het kabinet zet in op een kleinere sociale huursector, waarbij de woningcorporaties vooral lage inkomens huisvesten. Scheefwonen en `verspilling van verdiencapaciteit' moeten worden tegengegaan. De huren zouden meer marktconform moeten worden. Om dat te stimuleren wordt de `vermogensovermaat' van de corporatiesector door de overheid afgeroomd. Dit gebeurt via belastingheffing en huurtoeslagheffing.

Eigenheid van het Noorden

Uit het Rigo-onderzoek blijkt dat er in het Noorden minder wordt scheefgewoond dan elders in het land, en dat er ook andere verschillen zijn die een regionale benadering rechtvaardigen. Zo zijn de corporaties in Groningen, Friesland en Drenthe dicht bij hun kerntaak gebleven; zij huisvesten vrijwel alleen lage inkomens. De sociale huurprijzen liggen al dicht bij de theoretische markthuren. Starters hebben er minder huisvestingsproblemen. Er is al heel veel gesloopt, verkocht en getransformeerd. Bovendien hebben de corporaties in het Noorden het geld niet voor de heffingen die de overheid hen wil opleggen.

Bereidheid om aan de slag te gaan

Het onderzoeksrapport werd op 21 februari aan minister Donner (BKZ) overhandigd. De corporaties meldden daarbij dat zij graag met het ministerie en hun regionale partners aan de slag te gaan om de door hen gewenste regionale benadering uit te werken.

Zie ook:

Rapport Rigo: `Groei en krimp in het Noorden - opgaven en armslag van de corporaties in de drie noordelijke provincies'