Productschap Vis


Discards in gemengde visserij zijn onvermijdelijk, maar kunnen wel worden geminimaliseerd

24 februari 2011 - Ter voorbereiding op de vergadering die staatssecretaris Bleker en zijn Europese collega's volgende week zullen hebben met Commissaris Damanaki heeft het Productschap Vis de visie van de vissector neergelegd bij de bewindspersoon betreffende discards. Dit onderwerp maakt deel uit van de komende hervorming van het Gemeenschappelijk Visserij Beleid (GVB).

`Discards moeten worden uitgebannen', stelt het speerpunt uit `Duurzaam gebruik van het ecologische kapitaal'. Discards worden veroorzaakt door de gebrekkige aansluiting van regelgeving op de werkelijkheid van de visserij. `De introductie van een nieuw beheerinstrument zoals een "discardban" zou symptoombestrijding zijn en de werkelijke oorzaken van de problemen niet weghalen', volgens het Productschap Vis.

Het huidige beheersysteem werkt discards op meerdere manieren in de hand, namelijk:

1. de quota worden per soort vastgesteld, wat geen rekening houdt met het gemengde karakter van de visserijen;

2. wegens het gemengde karakter van de visserijen zullen de maaswijdtes nooit voor alle tegelijkertijd gevangen soorten geoptimaliseerd kunnen worden;

3. zeedagen zijn te beperkt om de transitie naar visserijen met grotere mazen te ondersteunen (kabeljauwherstelplan); en
4. er is een verbod, weliswaar met ontheffingen, op vissen met pulstuig waar minder discards in voorkomen, waardoor deze transitie vertraagd wordt en investeren onaantrekkelijk gemaakt wordt.

Een grote beperking van discards zal volgens het productschap moeten komen uit veranderde beleidskeuzes, omdat die keuzes in de huidige constellatie juist discards bevorderen. De Nederlandse sector heeft de ambitie om discards zoveel als technisch en beleidsmatig mogelijk is te reduceren door:

1. te streven naar quota die beter aansluiten bij de werkelijkheid van de visserijen - gemengde quota;

2. innovaties en onderzoek naar technische aanpassingen blijvend te stimuleren;

3. bij regelgeving die tot het herstel van een bepaalde soort moet leiden (bijvoorbeeld kabeljauw); de flexibiliteit behouden om het grotere plaatje te zien en de algemene transitie naar bijvoorbeeld grotere maaswijdtes niet te blokkeren; en

4. veelbelovende innovaties de ruimte te geven om verder te kunnen ontwikkelen.

De Nederlandse visserij heeft grotendeels een gemengd karakter, gericht op meerdere soorten vis. De aanlandingsquota worden in Europa per vissoort worden vastgesteld en de verhouding tussen deze quota komt niet overeen met de vangstsamenstelling in de praktijk. Daarnaast is het in een gemengde visserij moeilijk om de maaswijdte optimaal te maken voor de meerdere soorten waar op gevist wordt. De vissoorten verschillen van maat, waardoor er met een maaswijdte maatse vis van de ene soort gevangen wordt en meer ondermaatse vis van de andere soort. Deze factoren maken discards in een gemengde visserij onvermijdelijk. Een `discardban' zou in de huidige beheercontext het feitelijk einde van de gemengde visserij en dus het overgrote deel van de Nederlandse kottersector betekenen.

Het Productschap Vis dringt er daarom bij de overheid op aan om, - dit geheel in de geest van het nieuwe GVB - samen met de sector naar `bottom up' oplossingen te zoeken die realistisch en praktisch toepasbaar zijn en het gewenste resultaat bereiken.

Meer informatie:

Brief aan de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie d.d. 23 februari 2011 inzake discards