Universiteit Utrecht

Persbericht van de Universiteit Utrecht

24 februari 2011

Verscheidenheid micro-organismen bij boerenkinderen binnenshuis blijkt ook een rol te spelen

Minder astma bij boerderijkinderen verder verklaard

Dat kinderen die opgroeien op boerderijen minder vaak astmatische aandoeningen onwikkelen dan hun leeftijdgenoten elders, was al langer bekend. Een internationaal onderzoeksteam verklaart dit nu uit de grotere verscheidenheid aan micro-organismen waaraan de boerenkinderen ook binnenshuis worden blootgesteld. Een belangrijke rol in het onderzoek was weggelegd voor prof. dr. ir. Dick Heederik, milieu-epidemioloog aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

Over heel Europa is het aantal astmapatiënten onder kleine kinderen de afgelopen jaren toegenomen. Wetenschappers zoeken behalve naar betere behandelingsmethoden, ook naar mogelijkheden de ziekte te voorkomen. Daarbij viel de laatste jaren al op dat vooral bij boerenkinderen significant minder vaak astma optreedt. De ontraadseling van dat fenomeen zou kunnen helpen bij de preventie van astma onder andere bevolkingsgroepen.

Schimmels en bacteriën in huisstof

In Beieren werden kinderen uit boerengezinnen vergeleken met kinderen uit een andere omgeving. Net zoals uit eerdere studies bleek, komt astma in de eerste groep minder vaak voor. Wat in deze studie echter specifiek werd onderzocht was de aanwezigheid van schimmels en bacteriën in huisstof. Ook binnenshuis blijken boerenkinderen veel meer te worden blootgesteld aan deze organismen dan hun leeftijdsgenoten die niet op boerderijen opgroeien, in veel gevallen door de aanwezigheid van grote aantallen dieren op de boerderij. Hoe meer schimmels en bacteriën, hoe kleiner het risico op astma, ontdekten de onderzoekers.

Preventie van astma

Tussen de onderzochte organismen bevonden zich enkele die voor de preventie van astma wel eens een rol zouden kunnen spelen. De precieze werking van de bewuste schimmels en bacteriën blijft nog ongewis, maar een aantal kandidaten voor de ontwikkeling van vaccinstoffen zijn wel geïdentificeerd. Overigens is het niet zo dat een grote verscheidenheid aan microben alleen voldoet om astma tegen te gaan - veeleer is er waarschijnlijk sprake van een combinatie van factoren.

Utrechts Institute for Risk Assessment Sciences

De bijdrage van Dick Heederik was gelegen in de opzet de studie. Bij het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) vond de ontwikkeling plaats van de EDCs (electrostatic dust cloths). Met deze doekjes kon tegen zeer lage kosten worden gemeten wat de blootstelling is via de lucht aan micro-organismen in een grote populatie. Verder is vanuit het IRAS stevig bijgedragen aan de statistische analyse van de gegevens. Ook vinden nog verdere laboratoriumanalyses van de EDCs plaats bij het IRAS. De EDC wordt inmiddels in meerdere grootschalige epidemiologische studies in de hele wereld toegepast.

Artikel

Deze resultaten verschenen gisteren in het artikel 'Exposure to environmental microorganisms and childhood asthma', New England Journal of Medicine. Het artikel is op te vragen via onderstaande contactpersonen.