Stichting hennepteeltbestrijding nuanceert wetsvoorstel Opstelten
Verhuurders en eigenaren onroerend goed moeten geen zondebok worden
AMERSFOORT, 20110224 -- De uitspraak van minister Opstelten dat "hij ook verhuurders van loodsen bij hennepkwekerijen wil aanpakken" wekt volgens de Stichting Bestrijding Woonfraude en Hennepteelt (SBWH) de indruk dat verhuurders van bedrijfsruimten aansprakelijk zouden zijn indien er in hun verhuurde gebouwen een hennepplantage wordt aangetroffen. De SBWH is van mening dat hier een nuance op zijn plaats is omdat de grootste groep verhuurders heeft geen weet heeft en kan hebben van de activiteiten van zijn huurders.
De praktijk wijst uit dat, al dan niet via makelaars, woningen en bedrijfspanden worden aangehuurd op basis van vervalsingen van loonstroken, identiteitspapieren en dergelijke.
De overheid, zowel de landelijke als de gemeentelijke, hebben (nog) geen eenduidig beleid hoe om te gaan met de verhuurmarkt. Sommige gemeenten leggen bij de verhuurder van onroerend goed bestuurlijke boetes op wanneer een hennepplantage wordt aangetroffen, op basis van de term van onzorgvuldig handelen door de verhuurder. Wat de mate van zorgvuldigheid is, is volkomen onduidelijk en kan door geen enkele gemeente worden beantwoord, aldus de stichting.
Ook in het Huurrecht zijn de bevoegdheden van de verhuurder uiterst beperkt om het doen en laten van de huurder te controleren. De huurders zijn goed beschermd en dat is een goede zaak, mits er voldoende mogelijkheden zijn om onschuldige verhuurders en bemiddelaars te beschermen.
Het beste middel om illegale plantages te voorkomen is een goede controle bij aanvang van de huurovereenkomst. Hiertoe moet er volgens de stichting SBWH een landelijke maatstaf komen waarin is beschreven waaraan een nieuwe huurder moet voldoen. Dan wordt het voor alle partijen, overheid, verhuurders, makelaars en huurders duidelijk wat de door de overheid gehanteerde normen zijn.
De Stichting Bestrijding Woonfraude en Hennepteelt strijdt voor een eenduidige beleid en tegen de willekeur door de overheid.