Groen!
Kopbrekens over de hoofddoek
door Meyrem Almaci (federaal parlementslid) op 9 maart 2011 in "Diversiteit"
Hoofddoeken en Hema, ze gaan niet samen. Althans niet in België. Of
beter: Genk. Een van de mijngemeenten waarvan de bevolking al
decennialang veelkleurig is. Hoe komt dat toch? Hoe komt het dat een
dame, een hardwerkende Vlaming, door zowel collegaâs als klanten louter
omwille van haar hoofddoek zo storend wordt ervaren dat ze er niet
langer mag werken?
Ik zou het mezelf makkelijk kunnen maken, Hema met de vinger kunnen
wijzen. Want bestaat er niet een precedent als de zaak Remmery, het
bedrijf waarvan de directeur weigerde zijn medewerkster
Naima-met-de-hoofddoek te ontslaan? En waarom kan in Nederland wel wat
bij ons niet (meer) kan?
Natuurlijk ben ik teleurgesteld over de reactie van Hema. Maar het
verschil tussen het klimaat ten tijde van de zaak Remmery in 2004 en
het klimaat in 2011 is erg groot. Wat destijds werd gepercipieerd als
racistische uitlatingen, is nu aanvaardbaar geworden. Het is nu
politiek correct om te zeggen dat wie de hoofddoek draagt, zelf
verantwoordelijk is voor het al dan niet vinden van een job. Leg de
hoofddoek af en er is geen probleem. De argumentatie hiervoor is
simpel: de hoofddoek is een symbool van onderdrukking waaronder meisjes
lijden, en anderzijds een symbool van religieuze bekeringsdrang
waaronder rechten van niet-gelovigen lijden. Weg met de onderdrukking,
weg met de hoofddoek.
Was het maar zo simpel. Was het maar zo eenduidig dat als je de
hoofddoek verbiedt, de dwang zou verdwijnen. Want jammer genoeg blijkt
steevast dat net de meest kwetsbare vrouwen, het meest gebaat zijn bij
een goede opleiding en een job. Dat is immers hun garantie op contact
met de buitenwereld, op een mogelijke uitweg, op financiële
zelfstandigheid. Door de hoofddoeken te verbieden, snijd je sommige van
die vrouwen af van de arbeidsmarkt. Ze eindigen thuis, met alle
gevolgen van dien. Wie denkt de `onderdrukkers' te treffen door de
`onderdrukten' hun zelfstandigheid af te nemen, met alle respect, die
dwaalt. Het is dan ook veelzeggend dat zelden op dit argument wordt
ingegaan in het debat.
Wat dan met de bekeringsijver van de moslims? Want de dame van de Hema
blijkt een bekeerde Vlaamse te zijn. Dat kan toch geen bewuste en
weloverwogen keuze zijn? Waarom mensen bepaalde keuzes maken, moet je
henzelf vragen. Maar tot nader order bestaat in dit land vrijheid van
religie. Mensen kunnen dus, of het ons zint of niet, vrij beslissen om
de een of de andere religie aan te hangen. En dus hebben vrouwen het
recht om zich te bekeren, hoe moeilijk sommigen het daar ook mee
hebben.
Hebben moslimvrouwen recht op hun eigen interpretatie, op de eigen
beleving? Of moeten ze zich neerleggen bij de dominante lezing van hun
keuze door anderen? De reacties van collega's en klanten op de keuze
van de hema-medewerkster om een hoofddoek te gaan dragen, kunnen bijna
gezien worden als een vorm van wegpesten, een straf: je mag je bekeren,
alles goed en wel, maar verwacht dan niet dat je door ons nog met
hetzelfde respect behandeld wordt. In dit concrete geval leidt het
zelfs tot een impliciet beroepsverbod.
Het argument van de gevoeligheid van klanten en medewerkers als reden
om een contract niet te verlengen is een zwaktebod. Een zwaktebod omdat
iedereen weet dat onze samenleving er alleen maar meer divers op gaat
worden. Net zoals ik vind dat een patiënt op de spoed geen eisen kan
stellen qua sekse van de dokter die hem of haar behandelt, vind ik niet
dat bedrijven mogen capituleren voor de vooroordelen van klanten en
medewerkers. Dat leidt enkel tot uitsluiting waar het recht van de
sterkste zegeviert. Het is ook een zwaktebod omdat we de fundamentele
vraag dat eraan ten grondslag ligt, gewoon uit de weg gaan: die over de
inhoud en reikwijdte van diversiteit.
Maar wat baat het hier op te komen voor de dialoog, voor pluralisme,
als de overheid zelf steeds vaker de keuze maakt voor uitsluiting. Het
meest trieste dieptepunt was het loketverbod in Antwerpen, waar vanuit
een puur machtsoverwicht, van de ene op de andere dag een beroepsverbod
werd ingesteld voor loketbedienden. En dus begrijp ik de moeilijke
situatie waarin Hema zich bevindt. Want eerder dan het debat aan te
gaan heeft de overheid jarenlang de kop in het zand gestoken. Ze heeft
het anti-hoofddoek discours actief gevoed door haar keuzes. Het is de
overheid die de vraag `willen we wel samenleven' telkens uit de weg is
gegaan, en gezwicht is voor de clichés over de islam zonder de tijd te
nemen ook de sentimenten en connotaties van vele hoofddoekdragers zelf
mee te nemen.
Wat een verschil met Amsterdam, waar je aan het loket van het stadhuis
fier verwelkomd wordt door een gehoofddoekte dame. Het gaat niet om wat
ze op hun hoofd zetten, maar om wat ze in hun hoofd hebben, klinkt het
daar.