Rijksoverheid
Trendsignalement Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
Toespraak | 09-03-2011
Toespraak van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie bij de
in ontvangstname van het Trendsignalement 2011. Den Haag, Nieuwspoort,
8 maart 2011.
Dames en heren,
Toen ik werd uitgenodigd om vandaag, 8 maart, internationale
vrouwendag, het Trendsignalement 2011 in ontvangst te komen nemen,
gingen mijn gedachten in eerste instantie uit naar een heel ander soort
trends. Volgens trendwatchers op het gebied van vrouwenzaken blijken
"jonge vrouwen hoger opgeleid dan mannen", dragen vrouwen steeds vaker
"een pak of kostuum" en gaat de "Audrey Hepburnlook" het als haartrend
dit jaar helemaal maken. Leuk dat ze mij daarvoor uitnodigen, dacht ik
nog.
Hoe dan ook, een paar dagen geleden ontving ik - onder embargo - dan
eindelijk het echte Trendsignalement 2011. En dat bleek te gaan over
trends waarin ik heel wat beter thuis ben: Ontwikkelingen in
maatschappelijke veiligheid, zoals de ondertitel luidt. Niet dat er
niets over vrouwen in staat - zo lees ik op pagina 23 dat meisjes, als
het gaat om het plegen van criminaliteit, "bezig zijn met een
inhaalslag". Ook op gebied van bijvoorbeeld geweld laten de vrouwen en
meisjes zich niet meer onbetuigd. Maar door de bank genomen blijven
criminaliteit en overlast toch vooral het domein van mannen en jongens.
Dank aan het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, voor
deze - alweer - derde editie van het Trendsignalement. Het bevat tal
van interessante ontwikkelingen en observaties. Ik heb er een aantal
uitgepikt, waarop ik nu wat nader zal ingaan..
Het algemene gevoel van veiligheid, zo meldt het Trendsignalement, is
er de laatste jaren niet beter op geworden. Nog steeds geeft grofweg
een kwart van de Nederlanders aan zich "wel eens" onveilig te voelen.
In stedelijke gebieden ligt dit percentage in sommige steden nog
aanzienlijk hoger - tot zelfs twee keer zo hoog. Dit werd vorige week
nog eens bevestigd door de Integrale veiligheidsmonitor 2010 van het
CBS. Deze meer wetenschappelijke monitor laat overigens wel een - zij
het zeer bescheiden- verbetering van de veiligheid zien.
Niet voor niets heeft dit kabinet de aanpak van criminaliteit, overlast
en verloedering, alsook het terugdringen van de onveiligheidsgevoelens,
hoog op de politieke agenda gezet. Nederland veiliger maken is een van
de belangrijkste doelstellingen uit het Regeerakkoord. Dat willen we
doen door een juiste mix van repressie en preventie. Snel en stevig
straffen, maar zeker ook gericht: zodanig dat de dader, na zijn straf
te hebben ondergaan, niet opnieuw terugvalt in crimineel gedrag. Het
ondergaan van straf levert evenzeer een bijdrage aan rust in de
samenleving.
Met het oog daarop hebben we in de eerste vierenhalve maand al een
flink aantal maatregelen aangekondigd - en deels zelfs al in gang
gezet. Ik noem hier de vorming van de Nationale Politie, het
Aanvalsplan tegen de bureaucratie ten behoeve van diezelfde politie,
met als doel substantieel méér - 20 procent - politiecapaciteit op
straat te krijgen. Ik noem ook de intensivering van de
overvallenaanpak, de aanscherping van het TBS-verlofbeleid en het
permanente toezicht op zedendelinquenten met TBS. En niet te vergeten
de betere bescherming van slachtoffers die zich verzetten tegen
inbrekers of overvallers.
Het is slechts een greep uit ons werkprogramma Nederland Veilig. En er
is nog veel meer in aantocht. Zoals de introductie van een speciaal
adolescentenstrafrecht en de "strafdienstplicht", om de
jeugdcriminaliteit effectiever te kunnen aanpakken. En de invoering van
minimumstraffen voor volwassen daders die zich opnieuw schuldig maken
aan een ernstig delict. Dit is geen ´spierballentaal´ maar concrete
maatregelen die bijdragen aan een veiliger Nederland.
Deze en andere maatregelen zijn voorbeelden van wat de overheid kan
doen om criminaliteit en overlast terug te dringen. Daarnaast wint -
zoals het Trendsignalement 2011 terecht constateert - ook de
participatie van burgers en bedrijfsleven bij de bestrijding van
criminaliteit steeds meer aan belang. Die ontwikkeling juich ik toe.
Niet voor niets doen we in het Regeerakkoord een nadrukkelijk beroep op
de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijfsleven bij het
voorkomen en aanpakken van criminaliteit. Daarvoor moet wel de
uitwisseling van de noodzakelijke informatie tussen overheid en
bedrijfsleven worden vergemakkelijkt.
Burgers kopen een stevig fietsslot, laten hun huis voorzien van
deugdelijk hang- en sluitwerk en participeren steeds vaker in
initiatieven als Burgernet of Meld Misdaad Anoniem. Ook winkeliers en
kleine ondernemingen pakken hun eigen verantwoordelijkheid vaker en
beter op. En met resultaat: mede dankzij maatregelen als
cameratoezicht, het stimuleren van elektronisch betalen, gebruik van
DNA-sprays en -douches, deelname aan burenalarm- en sms-alertsystemen,
is het aantal winkelovervallen het afgelopen jaar met 12 procent
gedaald. Dat is bemoedigend, maar nog niet genoeg. Het kan nog veel
beter, zoals een experiment in een aantal winkelgebieden in Amsterdam
en Rotterdam laat zien. Door een combinatie van genoemde maatregelen en
een succesvolle publiek/private samenwerking nam het aantal overvallen
daar met liefst 60 procent af!
Eigen verantwoordelijkheid nemen loont dus. Maar die eigen
verantwoordelijkheid, laat dat duidelijk zijn, strekt zich ook uit tot
de financiering van die maatregelen. Als ik niet wil dat mijn fiets
gestolen wordt, koop ik zelf een stevig slot.
Ik mag er niet van uitgaan dat de overheid dat voor me doet, net zo min
als dat de overheid financieel bijspringt bij het beveiligen van mijn
huis. Ook winkeliers moeten zich realiseren dat zij - willen zij hun
eigendommen optimaal beschermen - zelf preventiemaatregelen moeten
nemen én betalen.
Tenslotte hebben zij er, zoals de voorbeelden hierboven duidelijk
illustreren, zelf alle baat bij. Overigens merk ik hierbij op dat de
Regeling Veiligheid Kleine Bedrijven, waarmee kleine ondernemers een
subsidie van maximaal EUR 1000,- kunnen aanvragen, ook dit jaar nog van
kracht is. De overheid ondersteunt de veiligheid van burgers en
bedrijfsleven met voorlichting. Ik denk bijvoorbeeld aan het
Politiekeurmerk Veilig Wonen, waardoor de kans op inbraak met 90
procent afneemt.
Dames en heren, het voert te ver om hier alle ontwikkelingen te noemen
die het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid signaleert.
Bij twee opmerkelijke ontwikkelingen wil ik echter nog even stilstaan.
Ontwikkelingen die betrekking hebben op de coffeeshops en op de
recidive.
Allereerst de coffeeshops. Het Trendsignalement stelt vast dat het
aantal coffeeshops de afgelopen 15 jaar ongeveer is gehalveerd - van
1200 in 1995 tot 666 in 2009. Driekwart van de gemeenten heeft nu zelfs
helemaal geen coffeeshops meer binnen zijn grenzen. Dat laatste lijkt
zeer te lonen, zoals we onlangs konden vernemen uit Bergen op Zoom,
Roosendaal en Terneuzen, drie gemeenten die anderhalf jaar geleden de
nuloptie invoerden.
Sinds de coffeeshops zijn verdwenen is het aantal drugstoeristen in die
twee gemeenten met liefst 95 procent afgenomen. Ook de straathandel is
sterk verminderd - om nog maar te zwijgen van de overlast waarmee dit
alles gepaard ging. Het toont volgens mij aan dat we met de maatregelen
uit het Regeerakkoord om de drugsgerelateerde overlast en criminaliteit
verder terug te dringen, op de goede weg zijn.
Uit een andere opmerkelijke ontwikkeling die het Trendsignalement
signaleert blijkt dat opsluiten helpt. De recidive neemt heel
voorzichtig af. Veelplegers blijken veel minder de fout in te gaan dan
afgelopen jaren. Het opsluiten van een zeer actieve groep - vaak
verslaafde- veelplegers heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het
terugdringen van deze problematiek. Veelplegers worden voor een lange
periode van de straat gehouden door ze op te sluiten in een Inrichting
voor Stelselmatige Daders (ISD-maatregel). De ISD-maatregel, die twee
jaar duurt, wordt door de rechter opgelegd wanneer een veelpleger voor
de zoveelste keer wordt gepakt bij bijvoorbeeld winkeldiefstal.
Tegelijkertijd wordt een intensieve behandeling ondergaan. Ook hier
zien we weer dat een goede mix van repressie en preventie z'n vruchten
afwerpt.
De Veiligheidshuizen, waarin gemeenten, politie, justitie- en
zorgpartners intensief samenwerken, spelen daarbij een rol.
Nog niet overal in dezelfde mate: de kwaliteit en professionaliteit van
de samenwerking lopen van regio tot regio nog sterk uiteen.
Dames en heren, ik ga afronden. Ik hoop dat ik u duidelijk heb kunnen
maken dat dit kabinet hard werkt aan een veiliger Nederland: een
daadkrachtige aanpak van criminaliteit, overlast, intimidatie, agressie
en geweld vereist een zichtbaar optreden van politie en justitie. Maar
de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijfsleven is mede
bepalend voor het antwoord op de vraag hoe succesvol we daarbij zullen
zijn.
Alert zijn, zelf preventiemaatregelen treffen en vermoedens van
criminele activiteiten melden bij de politie - al dan niet via Meld
Misdaad Anoniem. Ik hoop van harte dat deze trend van toenemende
publiek-private samenwerking zich de komende tijd zal voortzetten. En
dat het CCV in het Trendsignalement van 2012 en volgende jaren een
aantal nieuwe positieve trends kan signaleren, die het gevolg zijn van
het nu ingezette kabinetsbeleid!