INLIA


Europees Hof: verblijfsrecht voor allochtone ouder met Europees kind (10-03-11)

Op 8 maart 2011 heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat ouders van kinderen met de nationaliteit van één van de lidstaten van de Europese Unie, in aanmerking komen voor verblijfsvergunning in het land waar het kind de nationaliteit van heeft. Het Europese Hof van Justitie sprak dit uit in de zaak Ruiz Sambrano vs. Belgie. Deze belangrijke uitspraak heeft ook gevolgen voor asielzoekers met kinderen die de Nederlandse nationaliteit bezitten.

Het Hof zegt in rechtsoverwegingen 43 en 44 (letterlijk) het volgende:

43. Een dergelijke situatie ontstaat wanneer een staatsburger van een derde staat het recht wordt ontzegd te verblijven in de lidstaat waar zijn kinderen van jonge leeftijd, staatsburgers van die lidstaat en te zijnen laste, verblijven, en wordt geweigerd hem een arbeidsvergunning af te geven.

44. Er is namelijk van uit te gaan dat een dergelijke weigering ertoe zal leiden dat deze kinderen, burgers van de Unie, zullen worden verplicht het grondgebied van de Unie te verlaten om hun ouders te volgen. Tevens loopt de betrokken persoon, indien hem geen arbeidsvergunning wordt afgegeven, het risico niet over voldoende bestaansmiddelen te beschikken om te voorzien in zijn eigen onderhoud en in dat van zijn gezin, wat er eveneens toe zou leiden dat zijn kinderen, burgers van de Unie, zouden worden verplicht het grondgebied van de Unie te verlaten. In die omstandigheden zullen bedoelde burgers van de Unie in de feitelijke onmogelijkheid verkeren de belangrijkste aan hun status van burger van de Unie ontleende rechten uit te oefenen.

Tenslotte concludeert het Hof (letterlijk) het volgende:

Het Hof van Justitie (Grote kamer) verklaart voor recht:

Artikel 20 VWEU *) moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat een lidstaat aan een staatsburger van een derde staat, die zijn kinderen van jonge leeftijd, burgers van de Unie, ten laste heeft, het recht van verblijf ontzegt in de lidstaat waar deze kinderen verblijven en waarvan zij de nationaliteit bezitten, en hem bovendien een arbeidsvergunning weigert, aangezien dergelijke beslissingen de betrokken kinderen het effectieve genot van de belangrijkste aan de status van burger van de Unie ontleende rechten ontzeggen.

Deze uitspraak van het Hof zal ook gevolgen hebben voor asielzoekers die een kind hebben met de Nederlandse nationaliteit. De Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zegt nu nog tegen deze asielzoekers dat ze hun Nederlandse kind maar mee moeten nemen naar het land van herkomst van de ouder. Dit mag nu echter niet meer van het Hof.

Klik hier voor de volledige uitspraak van het Hof van Justitie d.d. 8 maart 2011 (pdf-bestand).
Zie het origineel


*) Het VwEU is het 'Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie', beter bekend als het Verdrag van Lissabon (1 dec 2009). Het VwEU regelt o.a. het vrij verkeer van personen, goederen en diensten tussen de lidstaten van de Europese Unie. Het is de gewijzigde versie van het oorspronkelijke Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG-verdrag of Verdrag van Rome, 1 januari 1958).

Wilt u dat INLIA u kan blijven informeren over relevante ontwikkelingen in het asielbeleid? Maak dan een bijdrage over door hier te klikken.