David Van Reybrouck Cleveringahoogleraar
De Vlaamse auteur David Van Reybrouck bezet in het academisch jaar
2011/2012 de Cleveringaleerstoel. Van Reybrouck verwisselde een
loopbaan in de archeologie en de cultuurgeschiedenis voor het
schrijversbestaan. Dat leverde hem diverse literaire onderscheidingen
op, voor Congo. Een geschiedenis uit 2010 maar liefst drie, waaronder
de AKO Literatuurprijs.
Alles waar Cleveringa voor stond
Hoogleraar Archeologie Willem Willems droeg Van Reybrouck voor. âDat
heb ik gedaan vanwege zijn interesse voor het koloniale verleden van
Afrikaâ, zo motiveert hij zijn voordracht. âDat continent is in de
vorige eeuw in snel tempo onafhankelijk geworden. Die thematiek
vertegenwoordigt alles waar Cleveringa voor stond.â In het boek Congo
laat Van Reybrouck echter zien dat onafhankelijkheid niet per se tot
vrijheid voor de bevolking leidt. âDat kloptâ, zegt Willems, âen Van
Reybrouck beschrijft gedetailleerd hoe dat zo gekomen is. Hij zal er
ook colleges over gaan geven. In zijn proefschrift is de kern van deze
belangstelling al in de kiem aanwezig. Daarin staat hoe op de
Wereldtentoonstelling in Tervuren in 1897 Afrikanen tentoongesteld om
te laten zien hoe primitieve mensen eruit zagen.â
Cambridge
Van Reybrouck studeerde archeologie en filosofie aan de KU Leuven en
behaalde een master in World Archaeology aan de University of
Cambridge. Hij promoveerde in 2002 in Leiden, op het proefschrift From
Primitives to Primates: a History of Ethnographic and Primatological
Analogies in the Study of Prehistory.
Schrijversloopbaan
In 2005 verliet Van Reybrouck de academische wereld om zich volledig
toe te leggen op zijn schrijversloopbaan. Hij schreef toneelstukken en
een roman, die met diverse literaire prijzen werden bekroond. Zijn
geruchtmakende pamflet Pleidooi voor populisme werd bekroond met de Jan
Hanlo Essayprijs en de Vlaamse Cultuurprijs Kritiek en Essay. Voor zijn
geschiedschrijving van de voormalige Belgische kolonie, Congo. Een
geschiedenis, ontving hij drie prestigieuze onderscheidingen: de Libris
Geschiedenisprijs, de Jan Greshoffprijs en de AKO Literatuurprijs. Een
deel van het prijzengeld doneerde hij aan mensenrechtenorganisatie
Human Rights Watch.
Voorzitter PEN
In januari 2011 volgde hij Geert van Istendael op als voorzitter van de
Vlaamse tak van International PEN, een wereldwijde vereniging van
schrijvers die zich inzet voor vrede en vrijheid van meningsuiting. Van
Reybrouck verklaarde dat hij PEN-Vlaanderen meer bekendheid wil geven
en de internationale vereniging wil aansporen om meer druk uit te
oefenen op Europese instellingen met invloed op het terrein van
mensenrechten.
Vereerd
Van Reybrouck is de eerste Belg die de Cleveringaleerstoel bekleedt. De
schrijver toont zich âbijzonder vereerdâ met de aanstelling: âAl
tijdens mijn promotiejaren in Leiden was ik zeer onder de indruk van
die traditie. Cleveringa was niet alleen een uitzonderlijk moedig man,
de stijl waarin hij zijn toorn verwoordde was superieur, een Multatuli
en een Ter Braak waardig.â
Rede van Cleveringa
Op 26 november 1940 sprak professor Rudolph Cleveringa in het Groot
Auditorium van het Leidse Academiegebouw zijn beroemde rede uit, waarin
hij protesteerde tegen het ontslag van zijn joodse collega, professor
E.M. Meijers. Op last van de Duitse bezetter moesten niet-Arisch
overheidspersoneel en met dat personeel gelijkgestelden uit hun
functies worden ontheven.
Cleveringa-leerstoel
De Cleveringa-leerstoel is in 1970 ingesteld door de Universiteit
Leiden ter herdenking van de bevrijding in 1945 en ter herinnering aan
het optreden van Cleveringa. De Cleveringa-leerstoel is een
wisselleerstoel, die sinds 1975 ieder academisch jaar door een
Nederlandse of buitenlandse geleerde wordt bezet. Eerdere bekleders
waren Ian Buruma, Nasr Abu Zayd, Louise Fresco en Job Cohen. De
Cleveringa-hoogleraar houdt zich bezig met vraagstukken op het gebied
van recht, vrijheid en verantwoordelijkheid, zoals de officiële
leeropdracht luidt. Op of rond 26 november houdt de
Cleveringa-hoogleraar de Cleveringarede. Van Reybrouck doet dat op 26
november.
Universiteit Leiden