Kabinetsbesluit WGA gemiste kans

Persbericht van Verbond Van Verzekeraars

Het besluit van het kabinet om voorlopig vast te houden aan een hybride uitvoering van de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) is een gemiste kans. Met de aanpassingen die het kabinet voorstelt, worden de nadelen en tekortkomingen van de huidige werkwijze niet weggenomen. Het is eerder een noodverband voor een kreupel stelsel. Op termijn zal blijken dat met een volledig private uitvoering betere resultaten worden bereikt voor werkgevers én werknemers tegen lagere uitvoeringskosten.

Dat stelt het Verbond van Verzekeraars in een reactie op het vandaag aan de Tweede Kamer gestuurde kabinetsstandpunt naar aanleiding van een evaluatie van de in 2005 ingevoerde Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Op basis van de evaluatie stelt het kabinet vast dat in het verleden doorgevoerde wetswijzigingen met betrekking tot arbeidsongeschiktheid vrucht hebben afgeworpen. Zo daalde de instroom in de WAO/WIA tussen 1999 en 2009 met 71 procent. Het langdurig ziekteverzuim, dat in de eerste twee jaar reeds onder private verantwoordelijkheid valt, daalde dankzij de re-integratie-inspanningen van werkgevers en verzekeraars spectaculair.

Het Verbond betreurt het dat het kabinet niet doorpakt bij deze operatie: het privatiseren van de uitvoering van de WGA, zoals reeds in 2007 in het toenmalige regeerakkoord werd aangekondigd. Het Verbond is ervan overtuigd dat de WGA het best in één integrale keten kan worden uitgevoerd. Alleen zo worden verantwoordelijkheden neergelegd bij de partijen die er direct belang bij hebben dat werknemers zoveel mogelijk duurzaam aan de slag blijven: werkgevers, werknemers zelf, verzekeraars en dienstverleners op het gebied van werk, loopbaan en vitaliteit.

Binnen het huidige stelsel kunnen verzekeraas hun klanten niet optimaal helpen bij het voorkomen en beperken van arbeidsongeschiktheid en het inzetbaar houden van personeel, onder meer omdat dossiers na twee jaar ziekte in veel gevallen aan de publieke sector moeten worden overgedragen. Dat veroorzaakt hoge uitvoeringskosten en verlies aan expertise. Bij de uitvoering van de ziektewet (en Wet Pemba) is al gebleken dat verzekeraars goede resultaten boeken. Met betrekking tot de WIA stelt het kabinet dat meer tijd nodig is om een ''stabiel en duidelijk'' beeld te krijgen van de prestaties van verzekeraars in relatie tot de publieke uitvoering (UWV).

Intussen loopt het stelsel volgens het Verbond meer en meer vast. Het kabinet erkent eveneens dat het hybride stelsel tekortkomingen heeft. Zo zitten kleine en middelgrote ondernemers al gevangen in de publieke verzekering als ze één zieke of arbeidsongeschikte werknemer hebben, omdat de publieke verzekering geen uitloopdekking heeft. Naarmate meer werkgevers met een gezonde populatie overstappen naar verzekeraars, dreigen de kosten voor deze groep werkgevers steeds verder uit de hand te lopen. Het aandeel privaat verzekerde werkgevers steeg de afgelopen jaren al van 20 tot bijna 30 procent, wat al bijdroeg aan forse tariefsverhogingen bij de publieke verzekering voor kleine en middelgrote werkgevers.

De reparatiemaatregelen die het kabinet nu voorstelt, bieden volgens het Verbond onvoldoende soelaas. Het plan om voor grotere werkgevers die publiek verzekerd zijn, een meer kostendekkende minimumpremie in te voeren, de overstaptermijnen te verruimen en de transparantie te verbeteren, vormen samen een noodverband voor een kreupel stelsel.




Razende Robot Reporter