Vlaamse Overheid

Nieuwsbericht van de Vlaamse overheid van vrijdag 6 mei 2011

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed

De Vlaamse Regering gaf vandaag - op voorstel van Vlaams minister Jo VANDEURZEN­ haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet Voorschoolse Kinderopvang.

Het decreet plant stapsgewijs voldoende, toegankelijke, betaalbare, kwaliteitsvolle en leefbare kinderopvang. Dit is de eerste principiële goedkeuring door de Vlaamse Regering. Het voorontwerp gaat nu voor advies naar de Strategische Adviesraad WGG, de SERV en de Raad van State. Er volgt ook een Jongere- en Kindeffectrapportage. Wellicht leidt dit nog tot aanpassingen aan het voorontwerp. Daarna geeft de Vlaamse Regering een definitief akkoord en zal het Vlaams Parlement het ontwerpdecreet bespreken.

Vernieuwing kinderopvang

Het voorontwerp benadrukt de drie maatschappelijke functies van kinderopvang:


* de economische functie: kinderopvang geeft ouders de mogelijkhheid om te werken of een opleiding te volgen;


* de pedagogische functie: kinderopvang vult de opvoeding van ouuders aan;


* de sociale functie: kinderopvang geeft kansen aan elk kind, waaar en hoe het ook geboren is of opgroeit.

Een decreet op maat van het kind

Het voorontwerp van decreet heeft zowel gevolgen voor de organisatie van de kinderopvang als voor de regelgeving in en omheen kinderopvang.

Wat verandert er?


* Dit decreet regelt drie soorten voorschoolse kinderopvang: gezzinsopvang, groepsopvang en opvang aan huis voor jonge kinderen tot de leeftijd waarop ze naar de kleuterschool gaan.


* Alle voorzieningen voor kinderopvang moeten voldoen aan een baasiskwaliteit. Ze moeten een vergunning hebben die dat bevestigt. Zonder vergunning mag een voorziening niet werken. Louter gemelde voorschoolse kinderopvang zal niet meer mogelijk zijn. De vergunningsvoorwaarden zijn gelijk voor elke soort opvang. Ze gaan onder meer over:

de vereiste competenties voor verantwoordelijken en voor begeleiders;

de infrastructuur en werking van de voorziening;

de zorg voor de fysieke en psychische veiligheid en gezondheid van kinderen;

het omgaan met crisissituaties;

de samenwerking met ouders, Kind en Gezin en andere opvangvoorzieningen.


* De huidige versnippering in subsidiëring wordt weggewerktt. Er komt een getrapt subsidiesysteem, dat gelijk is voor alle voorzieningen met een vergunning voor gezinsopvang en voor alle voorzieningen met een vergunning voor groepsopvang. Er zijn vier subsidietrappen:


1. Elke gezins- en groepsopvang krijgt een basistegemoetkoming. Wie enkel deze subsidie krijgt, bepaalt vrij de ouderbijdrage.


2. Wie het inkomensgerelateerde bijdragesysteem volgt, krijgt een bijkomende subsidie om op een leefbare manier te kunnen werken.


3. De opvang kan het subsidieniveau voort verhogen als ze de sociale functie van de kinderopvang specifiek uitbouwt ter ondersteuning van kwetsbare gezinnen.


4. De opvang kan een extra subsidie krijgen voor specifieke bijkomende opdrachten zoals flexibele opvang of inclusieve opvang, of voor specifiek vernieuwende projecten.

De subsidies zullen vanaf de tweede trap door een programmatiekader gevat worden. Voor opvang aan huis kan de Vlaamse Regering later nog beslissen om subsidiëring te voorzien.


* De Vlaamse Gemeenschap engageert zich met dit decreet om het aaantal kinderopvangplaatsen voort te laten toenemen in functie van de behoefte. Ze beoogt:


- Een aanbod voor minstens de helft van de kinderen tot 3 jaar tegen 2016, zodat dan al de doelstelling van Pact 2020 wordt gehaald;


- Een aanbod voor alle kinderen met een behoefte aan voorschoolse kinderopvang tegen 2020.


* De behoefte aan voorschoolse kinderopvang wordt wetenschappeliijk geraamd.


* Er komen lokale loketten kinderopvang voor informatie en onderrsteuning aan ouders op zoek naar opvang. Alle vragen worden geregistreerd en elk gezin krijgt binnen een redelijke tijd een antwoord op zijn opvangvraag.


* Het decreet stuurt aan op samenwerking in de kinderopvangsectoor. Op die manier kunnen kennis en inzicht gedeeld worden, wordt vermeden dat opvangvoorzieningen geïsoleerd werken en kan beter ingespeeld worden op de lokale behoeften rond kinderopvang.

Transitie naar de nieuwe situatie

Het decreet zal een belangrijke verandering voor de Vlaamse kinderopvang betekenen. Deze overgang wordt niet in één dag gerealiseerd. Het wordt een transitieproces van enkele jaren. De eerste stap is dit decreet. De inwerkingtreding zal gebeuren met de eerste uitvoeringsbesluiten in januari 2012. De sector zal uitbreiding kennen volgens de regels van het decreet. De opvangvoorzieningen zullen de nodige tijd krijgen om zich op deze veranderingen voor te bereiden. Onder meer de Vlaamse overheid zal hen hierbij ondersteunen.

In het nieuwe subsidiesysteem is er aandacht voor het behoud en waar mogelijk voor het versterken van de leefbaarheid van de opvangvoorzieningen.

Om deze transitie te begeleiden in communicatie met alle actoren, stelde Kind en Gezin op vraag van minister Vandeurzen een transitiemanager aan: Filip Winderickx (foto in bijlage). Hij was de afgelopen jaren reeds nauw betrokken bij de voorbereidingen van het decreet.

Een decreet voor Noor

Zowel bij de uitwerking van het voorontwerp als bij de opmaak van de uitvoeringsbesluiten staan het kind en zijn gezin centraal. Daarom krijgt in de communicatie over het decreet het kind, Noor, het woord. Noor vertelt, vanuit haar perspectief, het verhaal over het decreet Kinderopvang.

Op de volledig vernieuwde site van Kind en Gezin vinden ouders, de sector en partners de volledige informatie over de vernieuwing van de kinderopvang. http://www.kindengezin.be/nieuwe-initiatieven/kinderopvang/decreet-voorschoolse-kinderopvang/volledige-informatie/default.jsp (http://www.kindengezin.be/nieuwe-initiatieven/kinderopvang/decreet-voorschoolse-kinderopvang/volledige-informatie/default.jsp)

Minister Vandeurzen is verheugd over deze belangrijke stap in de vernieuwing van de kinderopvang: 'Het decreet zal een belangrijke instrument zijn om onze ambitie in het kader van Vlaanderen in Actie te realiseren. We willen immers voor elk kind dat opvang nodig heeft, kwaliteitsvolle en betaalbare opvang mogelijk maken'.