The mirror image: the representation of social roles for women in novels by
Charlotte Brontë, Kate Chopin, Edith Wharton and Jean Rhys
Datum: 19 mei 2011
Promotie: mw. G.E. Muda, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5,
Groningen
Proefschrift: The mirror image: the representation of social roles for
women in novels by Charlotte Brontë, Kate Chopin, Edith Wharton and
Jean Rhys
Promotor(s): prof.dr. H.E. Wilcox, prof.dr. E.J. Korthals Altes
Faculteit: Letteren
Stereotype vrouwenbeelden in Engelse literatuur gebruikt voor
bewustmaking vrouwen
Promovenda Liesbeth Muda onderzocht hoe een viertal Engelse
schrijfsters (C. Brontë, Chopin, Wharton en Rhys) in de periode
1849-1930 twee stereotype literaire beelden van vrouwen (`madonna' en
`hoer') in hun teksten gebruikten. Door het gebruik van deze beelden en
de spiegeling ervan kregen lezers een duidelijk beeld van de geldende
normen en sociale rollen voor vrouwen. Tegelijkertijd kreeg men echter
ook een goede indruk van mogelijke alternatieven. Daarnaast blijkt uit
Muda's onderzoek dat tijdgenoten de verschillende betekenislagen in de
romans goed opmerkten en dat de strategie van de spiegeling uitstekend
werkte als bewustmakingstechniek voor vrouwen.
Schrijfsters maken al eeuwen gebruik van stereotype beelden om vrouwen
weer te geven. De meest gebruikte afbeeldingen in de negentiende eeuw
zijn `de madonna' en `de hoer'; in het Engels meestal getypeerd als
`Angel in the House' en `monster.' In de periode 1849-1930 hebben
schrijfsters deze beelden echter ook gebruikt om romans te schrijven
met een dubbele betekenislaag. Aan de ene kant lijken deze verhalen de
traditionele rollen voor vrouwen weer te geven en te bevestigen, maar
aan de andere kant `zetten ze ze ook te kijk' en suggereren ze
mogelijkheden voor andere gedragspatronen voor vrouwen. Juist door het
spiegelen van de `engel' en het `monster' hebben schrijfsters deze
ambiguïteit gerealiseerd. Door acceptabel en afwijkend gedrag weer te
geven én te contrasteren, slaagden ze erin de onderdrukkende werking
van het patriarchaat te belichten.
Muda onderzocht hoe schrijfsters de twee beelden in hun teksten
gebruikten. Ze selecteerde romans van vier vrij verschillende auteurs,
te weten: Shirley van Charlotte Brontë, De Ontnuchtering van Kate
Chopin, De Jaren van Onschuld van Edith Wharton en Na Meneer Mackenzie
van Jean Rhys. Zowel de overeenkomsten als de verschillen in het
gebruik van beide beelden en hun spiegeling maken deze romans tot
interessante casestudies. Via de gehanteerde beelden kregen
contemporaine lezers een duidelijk beeld van de geldende normen,
waarden en sociale rollen voor vrouwen. Tegelijkertijd kreeg men echter
ook een goede indruk van mogelijke alternatieven.
Het tweede deel van Muda's onderzoek bestaat uit een bestudering van de
contemporaine recensies. Muda toont aan dat tijdgenoten de
verschillende betekenislagen in de romans goed opmerkten en dat de
strategie van de spiegeling uitstekend werkte als
bewustmakingstechniek.
Liesbeth Muda (Beek, gemeente Bergh, 1963) studeerde Engelse taal- en
letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar
onderzoek bij de onderzoeksschool ICOG aan de Faculteit der Letteren
van de RUG.
Laatst gewijzigd: 10 mei 2011 10:06
Rijksuniversiteit Groningen