Nederlands Uitgeversverbond

PVV, PvdA en D66: ondubbelzinnige toestemming voor cookies


* 10 juni 2011

*

Op woensdag 8 juni vond in de Tweede Kamer het debat plaats over de wijziging van de Telecomwet, waarbij het onder meer ging over de zogenaamde `cookiebepaling'. PvdA, PVV en D66 dienden hierover een amendement in (32549 nr 14). Het doel was de frase `toestemming' voor het plaatsen van third party cookies, zoals verwoord in het wetsvoorstel, te wijzigen in `ondubbelzinnige toestemming'. De minister raadde dit amendement dringend af. Dit advies onderschrijft het NUV van harte om de volgende redenen:

* Het voorstel is niet consumentvriendelijk. Door `ondubbelzinnig' in het wetsvoorstel te zetten maak je keuzes voor consumenten eerder moeilijker dan makkelijker:


* De mogelijkheid om via de browser te werken wordt uitgesloten. Dat betekent straks elke keer toestemming vragen. Ervaring leert dat als een consument steeds wordt gevraagd om toestemming lezen consumenten de boodschap niet meer; zij klikken gewoon op JA en maken geen bewuste of afgewogen keuzes meer: strenge eisen aan toestemming levert dus vooral schijnveiligheid op;


* Het is voor de consument te lastig als hij steeds een beslissing moet nemen over cookies (blijkt ook uit PWC onderzoek in opdracht Britse overheid); dit gaat ook op wanneer dit niet per cookie maar middels een pop-up gebeurt bijvoorbeeld;


* Consumenten die steeds een beslissing moeten nemen over wel/niet accepteren van cookies worden daardoor teveel belemmerd bij het surfen, naleven van de voorgestelde wet zal irritatie wekken bij de consument;


* De toevoeging `ondubbelzinnig' is een nationale kop en plaatst Nederland op een eiland binnen de grensoverschrijdende internetwereld; de concurrentiepositie van Nederland verslechtert en innovatieve bedrijven verhuizen dan simpelweg naar een andere lidstaat met minder stringente regels zoals België, Ierland, UK, Frankrijk. In deze landen is gekozen voor eenvoudige toestemming bijvoorbeeld via de browser;


* Gerichte advertenties zijn noodzakelijk als financieringsbron voor een gratis of betaalbaar internet; wegvallen van die inkomsten betekent wegvallen van websites of ervoor moeten betalen (en betaling vergt registratie van persoonsgegevens);


* Als gericht adverteren middels cookies aan banden wordt gelegd komen er niet minder advertenties, alleen minder relevante. De adverteerder zal dan op een andere manier aandacht gaan trekken voor zijn advertentie, zoals lay overs en pop ups;


* De zelfregulering van de internetbranche is nooit bedoeld als vervanging van de wet, maar slechts als aanvulling daarop. De informatieverplichting wordt door het wetsvoorstel nog niet nader ingevuld; de gedragscode doet dat op uitgebreide wijze. De minister wees er in zijn betoog op dat de eisen aan toestemming milder kunnen zijn naarmate de consument beter is geïnformeerd. Gezien de vergaande informatieverplichtingen in de gedragscode is ons inziens het neutrale `toestemming' voldoende. Deze gedragscode is ook met de Europese Commissie afgestemd en wordt industriebreed in 2011/2012 uitgerold.

Kortom: invoering van `ondubbelzinnige toestemming' is schadelijk voor zowel de consument als voor het Nederlandse bedrijfsleven en draagt niet bij aan het beoogde doel van de e-Privacyrichtlijn (betere privacy en betere keuzes). De zelfregulering in combinatie met het huidige wetsvoorstel zorgt voor een geïnformeerde consument die in staat is bewuste keuzes te maken ten aanzien van zijn online privacy en die zelf de regie in handen heeft. Daar was de wetswijziging oorspronkelijk voor bedoeld. De combinatie van verplichtingen in het huidige wetsvoorstel en op grond van de zelfregulering is ideaal.

Dinsdag 14 juni stemt de Tweede Kamer over het amendement