Rijksoverheid

Nederland stimuleert meewerken ontwikkelingslanden aan terugkeer vreemdelingen

Persbericht | 10-06-2011

Nederland gaat er meer op toezien dat regeringen van ontwikkelingslanden constructief meewerken aan de terugkeer van vreemdelingen. Het gaat om vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven na een afgewezen asielverzoek of na illegaal verblijf.

Nederland heeft 9 miljoen euro per jaar beschikbaar om ontwikkelingslanden te helpen met migratiebeleid en ontwikkeling. Als een ontwikkelingsland niet meewerkt, zou dat gevolgen kunnen hebben voor de bilaterale samenwerking en de ontwikkelingsrelatie met de regering van dat land.

Dat heeft de ministerraad besloten op voorstel van staatssecretaris Knapen van Buitenlandse Zaken en minister Leers voor Immigratie en Asiel. Zij sturen hierover een brief naar de Tweede Kamer.

Het kabinet wil ex-asielzoekers die zelfstandig naar hun land terugkeren, ondersteunen bij het opbouwen van een nieuw bestaan. Dat kan met geld of met bijvoorbeeld scholing of hulp bij het vinden van werk. Voor alleenstaande, minderjarige vreemdelingen die terugkeren moet er in hun land goede opvang zijn. Nederland wil samen met andere Europese landen werken aan het creëren van adequate opvangplekken in herkomstlanden en aan het traceren van familieleden van de minderjarige vreemdelingen. Ex-asielzoekers die niet vrijwillig terug gaan, kunnen gedwongen worden uitgezet. Het is dan belangrijk dat de landen van herkomst daaraan meewerken door vervangende reispapieren af te geven.

Ook in Europees verband wil Nederland werken aan het tegengaan van illegale migratie, het bevorderen van terugkeer en het opvangen en beschermen van vluchtelingen in de eigen regio.

De Europese Unie heeft voor de periode 2011-2013 179 miljoen euro uitgetrokken voor migratiebeleid en ontwikkeling in ontwikkelingslanden. Nederland zal ervoor pleiten dat ook na 2013 geld beschikbaar blijft om ontwikkelingslanden hierbij te helpen. Maar constructieve samenwerking moet ook voor de EU een voorwaarde worden voor bilaterale ontwikkelingssamenwerking via de begroting van de regering van dat land.

Verder wil Nederland de opvang en bescherming van vluchtelingen in de eigen regio versterken, samen met de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR en de opvanglanden. Het kan daarbij gaan om noodhulp bij de eerste opvang (bijvoorbeeld in vluchtelingenkampen) en om duurzame ontwikkelingshulp om de economische situatie van de vluchtelingen en de opvanglanden te verbeteren. Daarnaast blijft Nederland hulp bieden aan landen van herkomst bij de opzet en uitvoering van migratiebeleid en aan het vergroten van de positieve bijdrage van migratie aan ontwikkeling. Deze samenwerking is niet beperkt tot de vijftien beoogde OS-partnerlanden; alle ontwikkelingslanden kunnen ervoor in aanmerking komen.