Rijksoverheid


Ons kenmerk DGB/2011/3540 U Uw brief (kenmerk) 21 april 2011

Datum 10 juni 2011

stopzetting kinderopvangtoeslag

Bijlagen

Geachte Voorzitter , Ik heb met belangstelling kennis genomen van de vragen van de fracties van de VVD, CDA, PvdA, PVV, SP en GroenLinks over de koppeling van de systemen van Belastingdienst/Toeslagen met het Landelijk Register Kinderopvang. Middels de beantwoording van de door u gestelde vragen zal ik de gang van zaken verder verduidelijken en waar nodig nader toelichten. Dit jaar bent u regelmatig geïnformeerd over de gang van zaken van de koppeling. De laatste maal per brief van 1 april 2011. In deze brief is aangegeven dat 9800 aanvragers niet hebben gereageerd op verzoeken van de belastingdienst om het LRK-nummer van de opvanginstelling door te geven en dat van deze aanvragers de toeslag zou worden stopgezet. Ook is aangegeven dat 20.000 toeslagaanvragers een onjuist LRK-nummer hadden doorgegeven. Op dit moment hebben 9.800 aanvragers een stopzettingsbrief gekregen Deze toeslagen zijn inmiddels stopgezet. 20.000 aanvragers zijn benaderd met een brief vanwege een onjuist doorgegeven LRK nummer, met het verzoek het juiste LRK-nummer door te geven. Deze 20.000 hebben vrijwel allemaal gereageerd. Van deze reactie zijn inmiddels 11.000 afgehandeld. 9.000 reacties zijn nog in behandeling. Voor de volledigheid volgt eerst een korte terugblik op het gevolgde proces. Daarna zal ik clustergewijs ingaan op de door u stelde vragen. Inleiding Ten gevolge van de wijziging van de Wet kinderopvang hebben aanvragers van een kinderopvangtoeslag vanaf 1 januari 2011 alleen recht op deze toeslag indien hun kinderopvang (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderopvang) is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). In het LRK is alle kinderopvang geregistreerd die voldoet aan de wettelijke eisen. De Belastingdienst is vanaf mei 2010 bezig geweest met de voorbereiding van de koppeling van het systeem van de Belastingdienst met het LRK. Belangrijk hierbij

Pagina 1 van 6



was het verbeteren van de gegevens van de toeslaggerechtigden. Dit heeft geresulteerd in een tweetal mailings in mei en november 2010. In totaal zijn daarbij 140.000 toeslaggerechtigden aangeschreven. Daarnaast is in november 2010 een attentiebrief verstuurd om vraagouders met gastouderopvang nogmaals te attenderen op de verplichting van registratie van de opvang in het LRK om recht te hebben op kinderopvangtoeslag. Om te controleren of een toeslagaanvrager gebruik maakt van een geregistreerde opvanglocatie heeft de Belastingdienst eind december 2010 het gegevensbestand van de Belastingdienst/Toeslagen gekoppeld aan de gegevens van het LRK. Hiertoe werden de adresgegevens van de opvanglocatie van de toeslagaanvragers in het systeem van de Belastingdienst gematcht met de adresgegevens van deze opvanglocatie in het LRK. Op deze manier kon de Belastingdienst zelf het LRK nummer toevoegen bij de gegevens van de aanvragers in het systeem van de Belastingdienst. Uiteindelijk kon de Belastingdienst voor 350.000 toeslagaanvragers zelf een koppeling maken tussen gegevens uit de systemen van de Belastingdienst en gegevens in het LRK. Deze 350.000 aanvragers hebben derhalve niets hoeven doen. Koppeling De leden van de CDA en de SP-fractie vragen waarom het LRK niet gekoppeld is aan de gegevens van de Belastingdienst zodat deze gegevens niet opgevraagd hoeven worden bij de ouders. Daarnaast vragen ze of de staatssecretaris nog voornemens is de gegevens van het LRK te koppelen aan de gegevens van de Belastingsdienst. De Belastingdienst heeft begin januari 2011 voor meer dan 350.000 vraagouders in het Belastingdienstsysteem de koppeling met de opvanglocatie in het LRK zelf kunnen maken. Voor de overige vraagouders waren de gegevens in het systeem van de Belastingdienst, zoals adresgegevens van de opvanglocatie niet van voldoende kwaliteit om een koppeling te kunnen maken. Daarom moest de Belastingdienst 140.000 vraagouders vragen om zelf het LRKnummer van hun opvanglocatie door te geven. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat de opvanggegevens die de betrokken toeslagaanvragers in het verleden bij de Belastingdienst/Toeslagen hebben opgegeven onjuist, onvolledig of verouderd zijn. Vanaf 2011 moeten nieuwe aanvragers bij de aanvraag van een kinderopvangtoeslag het LRK-nummer van de opvanglocatie opgeven en wordt er ook meteen gekoppeld met het LRK om het opgegeven nummer te verifiëren De massale uitvraag van begin dit jaar is dus een eenmalige actie geweest, noodzakelijk door introductie van het LRK. Nieuwe aanvragers van een kinderopvangtoeslag zal bij de aanvraag altijd gevraagd worden het LRK-nummer van de opvanglocatie in te vullen. De verantwoordelijkheid voor het doorgeven van het registratienummer ligt bij de aanvrager omdat deze verantwoordelijk is voor het aanleveren van de juiste gegevens voor de toeslagaanvraag. De leden van de CDA-fractie vragen hoe het kan zijn dat 114.000 toeslagontvangers in het verleden een registratienummer hebben doorgegeven dat

Directoraat-Generaal Belastingdienst Ons kenmerk DGB/2011/3540 U

Pagina 2 van 6



onjuist, onvolledig of verouderd was. Toeslagontvangers hebben nooit eerder een registratienummer kunnen opgeven. Immers, dit nummer is pas eind 2010 bekend geworden door de introductie van het LRK. Bij de koppeling van het LRK met het systeem van de Belastingdienst is door de Belastingdienst gebruik gemaakt van adresgegevens in het LRK. Deze zijn gekoppeld aan adresgegevens van de kinderopvanginstelling die een toeslagaanvrager eerder heeft opgegeven bij de Belastingdienst. Het ontbreken van een goed LRK-nummer wordt in de meeste gevallen veroorzaakt doordat de Belastingdienst niet beschikt over de juiste adresgegevens van de opvanglocatie van de aanvrager. Waardoor een koppeling mislukte. Aangezien de aanvrager de enige is die weet op welke opvanglocatie zijn of haar kind zit is deze gevraagd het LRK-nummer van deze locatie door te gegeven. Half januari heeft de Belastingdienst deze 114.000 toeslagontvangers daarom verzocht om het LRK-nummer van hun opvang aan de Belastingdienst door te geven, zodat de koppeling met het LRK alsnog gemaakt zou kunnen worden. Hier was de respons ongeveer 70%. Een groep van ca 31.000 ouders had begin februari nog geen actie ondernomen op dit verzoek van de Belastingdienst. Deze groep is op 10 februari jl. opnieuw aangeschreven met ­ opnieuw - het verzoek om het registratienummer aan te leveren.

Directoraat-Generaal Belastingdienst Ons kenmerk DGB/2011/3540 U

Telefonische uitvraag De Belastingdienst heeft de toeslagontvangers die begin maart nog steeds niet gereageerd hadden, telefonisch benaderd om te informeren naar de redenen van het niet reageren op de brieven en om hen nogmaals te attenderen op de noodzaak van het aanleveren van het registratienummer om te voorkomen dat de bevoorschotting zou worden stopgezet. Deze belactie heeft er toe geleid dat nog enkele duizenden aanvragers het LRK-nummer hebben doorgegeven. Ongeveer 10.000 ouders zijn bij deze telefonische uitvraag niet bereikt. Van deze groep heeft ongeveer 10% een geheim nummer, van ongeveer 40% is geen telefoonnummer bekend, en van ongeveer 20% bleek het telefoonnummer of het adres onjuist. Ongeveer 25% heeft de telefoon niet opgenomen en voor ongeveer 5% gelden overige redenen. Over de redenen de ouders opgaven bij het laatste telefonische contact om niet eerder te reageren valt niets te zeggen. In het belscript is uit geen vraag opgenomen geweest over de non-respons. Dit om verwarring over het doel van het gesprek: het aansporen tot het doorgeven van het LRK-nummer, te voorkomen. Over inkomens- en opleidingsniveau en achtergrond van de gebelden zijn geen gegevens bekend. 9800 stopgezetten Na de nabel-actie is uiteindelijk voor 9800 toeslagaanvragers de kinderopvangtoeslagtoeslag stopgezet. De leden van de VVD-fractie hebben berekend dat bijna 3% van de toeslagontvangers niet gereageerd op de herhaalde oproepen van de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft hier geen verklaring

Pagina 3 van 6



voor anders dan dat deze groep in 2011 mogelijk geen gebruik meer maakt van geregistreerde kinderopvang. De VVD-fractie vraagt of er bij deze groep van 9800 gezinnen zijn die in een ander EU-land, IJsland Noorwegen of Liechtenstein, verblijven maar een toeslagpartner in Nederland hebben en toeslag ontvangen voor opvang in dat buitenland? Uit onderzoek blijkt dat het bij alle gestopten gaat om toeslagaanvrager die gebruik maken van opvang in Nederland. De GroenLinks-fractie vraagt of het met name gaat om vraagouders die gebruik maken van gastouderopvang of gaat het ook om ouders die gebruik maken van kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang? Over het geheel maakt 20% van alle ouders gebruik van gastouderopvang. In de populatie gestopten is de gastouderopvang oververtegenwoordigd: 35% van de gestopten maakt gebruik van gastouderopvang. De grondslag om over te gaan tot de ambtshalve stopzetting van de voorschotten van de kinderopvangtoeslag van 9800 toeslaggerechtigden is gelegen in de wijziging van de wet Kinderopvang. Door deze wijziging bestaat er alleen recht op kinderopvangtoeslag indien er sprake is van geregistreerde kinderopvang. Het ontbreken van een LRK-nummer betekent dat er niet aantoonbaar gebruik wordt gemaakt van geregistreerde opvang. Derhalve is er geen recht op kinderopvangtoeslag. Indien achteraf blijkt dat ouders toch recht hebben op kinderopvangtoeslag, kan een nieuwe aanvraag worden ingediend. Zij hebben recht op toeslag vanaf het moment de kinderopvanginstelling staat geregistreerd in het LRK. Indien een voorschot moet worden terugbetaald omdat is gebleken dat de aanvrager geen recht heeft op kinderopvangtoeslag kan bij terugbetaling gebruik worden gemaakt van de terugbetalingsregelingen. De kinderopvangtoeslag kent geen hardheidsclausule. De leden van de CDA-fractie vragen hoe rekening wordt gehouden met de financiële gevolgen voor de betrokken toeslagontvangers? Betrokkene ontvangt in voorkomende gevallen een terugvorderingsbeschikking. Indien gewenst kan ook een betalingsregeling worden aangegaan. Dit staat aangegeven in de brieven die betrokkenen ontvangen. De CDA-fractie vraagt waarom het bedrag over de maand april nog wordt bevoorschot, terwijl dit ook vrijwel zeker direct weer wordt teruggevorderd? Dit lijkt een misverstand: in april wordt de maand mei bevoorschot, door te stoppen in april wordt het voorschot voor mei niet meer uitbetaald. De Belastingdienst spant zich in om alle ten onrechte uitbetaalde voorschotten volledig terug te vorderen.

Directoraat-Generaal Belastingdienst Ons kenmerk DGB/2011/3540 U

Wel actie, toch niet gekoppeld Een groep van circa 20.000 toeslagontvangers heeft wel een registratienummer doorgeven maar dat nummer niet koppelt met het LRK. De reden voor het verkeerd doorgeven van het LRK-nummer is niet bekend. Het is mogelijk dat de ouders een vergissing hebben gemaakt bij het invullen van het nummer.

Pagina 4 van 6



Als ouders hebben aangegeven dat zij de aanvraagprocedure erg ingewikkeld vinden, willen de leden van de PvdA-fractie dat die ouders tegemoet worden gekomen. De Belastingdienst heeft geen geluiden ontvangen dat de aanvraag ingewikkeld zou zijn. De aanvraagprocedure van een toeslag is vrijwel gelijk aan eerdere jaren, zodat er geen reden is om die ouders tegemoet te komen. De groep van 20.000 is gevraagd het juiste LRK-nummer door te geven. Hun toeslag is niet stopgezet. Van stopzetting zal pas sprake zijn in de zomer van 2011 na het rappelleren en eventueel nabellen van de desbetreffende aanvragers. Op dit moment is de Belastingdienst in afwachting van het juiste LRK-nummer van 9.000 aanvragers. Aangezien er enkel recht is op kinderopvangtoeslag indien er een juist LRK-nummer is doorgegeven, gaat de Belastingdienst onverkort door met het uitvragen van (juiste) LRK-nummers

Directoraat-Generaal Belastingdienst Ons kenmerk DGB/2011/3540 U

Bevoorschotting De PVV-fractie vraagt wat de grondslag is om over te gaan tot de bevoorschotting als er sprake is van incomplete gegevens? De incomplete gegevens, het ontbreken van een LRK-nummer, zijn ontstaan doordat er een nieuwe verplichting is per 1 januari 2011: het gebruik van geregistreerde opvang. Omdat het gaat om een nieuwe eis zijn bestaande toeslagaanvragers in de gelegenheid gesteld om incomplete gegevens aan te vullen. Aanvragers hebben tot eind maart de tijd gehad om deze gegevens door te geven. Toen begin april bij controle en toezicht de gegevens incompleet bleken, heeft de Belastingdienst passende actie ondernomen door de kinderopvangtoeslag stop te zetten. Uiteindelijk is de bevoorschotting daadwerkelijk in 9800 gevallen stopgezet. De leden van de CDA-fractie vragen naar de termijn waarop de bevoorschotting weer wordt hersteld indien toeslagontvangers het LRK-nummer alsnog doorgeven? Daarnaast vragen de leden van de CDA-fractie of kan worden aangegeven welke stappen er worden ondernomen om er op toe te zien dat de bevoorschotting in dat geval op de kortst mogelijke termijn weer wordt herzien? Als de bevoorschotting is stopgezet kan de aanvrager een nieuwe aanvraag voor kinderopvangtoeslag indienen. De bevoorschotting wordt dan weer zo spoedig mogelijk hersteld. De bevoorschotting is reeds in april 2011 hersteld bij aanvragers die een nieuwe aanvraag hebben gedaan onmiddellijk na ontvangst van de brief waarin het stoppen is aangekondigd. Op voorwaarde dat de gegevens correct zijn. De CDA-fractie vraagt waarom het ontvangen voorschot over de maanden januari 2011 tot en met april 2011 wordt teruggevorderd. Met ingang van 1 januari 2011 is volgens de wet Kinderopvang gebruikmaking van geregistreerde kinderopvang een voorwaarde voor het ontvangen van kinderopvangtoeslag. Het ontbreken van een LRK-nummer betekent dan ook dat er geen recht is op een toeslag met ingang van 1 januari 2011. Om terugvordering niet te laten plaatsvinden is een wetswijziging nodig. De minister van SZW ziet op dit moment geen aanleiding om de wet op dit punt aan te passen.

Pagina 5 van 6



Landelijk Register Kinderopvang De CDA-fractie vraagt of de staatssecretaris de mening deelt dat de website van het LRK nog steeds zeer beperkte functionaliteiten kent? De minister van SZW is verantwoordelijk voor het Landelijk Register Kinderopvang. Hij deelt de mening van de CDA-fractie niet. Door het ingeven van een straatnaam en een plaats is het eenvoudig mogelijk om te zoeken op adres. Aanpassing van de zoekfunctionaliteit is daarom niet noodzakelijk. De CDA-fractie stelt dat de medewerkers bevestigen dat er wachtrijen zijn bij de invoering van formulieren. Herkent u deze klachten? In individuele gevallen is dit inderdaad voorgekomen. Dit gaat echter om incidenten. De CDA-fractie vraagt ook naar andere oorzaken die geleid hebben tot het feit dat honderdduizenden ouders geen LRK-nummer hebben doorgegeven? Meer dan 100.000 aanvragers hebben zelf het LRK-nummer doorgegeven. De mening van de CDA-fractie dat honderdduizenden ouders een fout hebben gemaakt, wordt niet gedeeld. De eerste brief van januari 2011 had moeten worden voorzien van een "gebruiksaanwijzing". Dat had beter gekund. Deze brief heeft er echter wel toe geleid dat er massaal is gereageerd, en dat was het hoofddoel van de verzending van deze brief. De SP-fractie vraagt of de staatssecretaris een verklaring heeft voor het feit waarom veel gastouders zich niet registeren in het LRK. In de loop van 2010 zijn zowel gastouders als vraagouders als gastouderbureaus uitgebreid voorzien van informatie over de noodzaak tot registratie in het LRK, en zijn ze ook op diverse manieren aangespoord om die registratie uiterlijk 1 januari 2011 gerealiseerd te hebben. Ruim 50.000 gastouders hebben zich tijdig geregistreerd. Mede gezien het feit dat het aantal geregistreerde gastouders in de afgelopen drie maanden met slechts circa 100 is toegenomen, is het beeld dat nagenoeg alle gastouders zich tijdig hebben geregistreerd en dat aanvullende actie op dit moment niet noodzakelijk is. Noch de staatssecretaris, noch de minister van SZW heeft op dit moment aanwijzingen dat veel gastouders zich niet in het LRK laten registreren. Er bestaat daarom geen aanleiding om op dit punt een onderzoek te starten. De SP-fractie vraagt wanneer ouders weer recht krijgen op kinderopvangtoeslag, is dat op het moment dat de ouder het LRK-nummer aan de Belastingdienst doorgeeft? Op het moment dat het kind gebruik maakt van de geregistreerde opvang bestaat het recht op kinderopvangtoeslag. Als blijkt dat een kind gebruik maakt van opvang die geruime tijd staat in geschreven in het LRK, kan een toeslag worden aangevraagd per de datum dat de geregistreerde opvang in 2011 wordt gebruikt.

Directoraat-Generaal Belastingdienst Ons kenmerk DGB/2011/3540 U

Hoogachtend, de staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. F.H.H. Weekers

Pagina 6 van 6






---- --