FNV KIEM

Kabinet houdt vast aan bezuinigingen, makers keihard getroffen

vrijdag 10 juni 2011

FNV KIEM is woedend dat het kabinet vasthoudt aan een jaarlijkse bezuiniging van 200 miljoen euro op een kunstbegroting van 900 miljoen.

In een brief aan de Tweede Kamer heeft staatssecretaris Zijlstra namen het kabinet bekend gemaakt dat hij de geplande bezuinigingen doorzet. Het kabinet legt het advies van de Raad voor Cultuur om de kaasschaaf te hanteren naast zich neer en `kiest ervoor' heldere keuzes te maken.

Deze niets ontziende invulling van bezuinigingen komt keihard aan bij de kunstenbond. Zeker omdat FNV KIEM al sinds september protesteert tegen de disproportionele bezuinigingen.

Kunstenbestuurder Caspar de Kiefte: "FNV KIEM heeft er geen goed woord voor over dat het kabinet een aantal essentiële adviezen van de Raad voor Cultuur, het adviesorgaan van de regering, in de wind slaat. Zoals de adviezen om de bezuinigingen fasegewijs in te voeren en te onderzoeken of de bezuinigingen inderdaad tot meer marktwerking leiden."

Het is uiterst teleurstellend dat in de Tweede Kamer over deze omvangrijke bezuinigingen zal worden gesproken zonder dat er enig zicht is op de gevolgen van de subsidiekorting van 25 procent. Zonder dat er enig zicht is op de kaders van de Geefwet, die de sector in het vooruitzicht is gesteld. Volstrekt onduidelijk is of er voor alle disciplines voldoende mogelijkheden overblijven om de kortingen succesvol te kunnen compenseren.

FNV KIEM wil op de kortst mogelijke termijn afspraken maken over de inzet van de frictiegelden. Het Rijk wil 150 miljoen beschikbaar stellen om het verlies van werkgelegenheid en reorganisatiekosten op te vangen. Dat bedrag is niet toereikend. Bovendien is het is beschikbaar gekomen door de bezuinigingen een jaar naar voren te halen. De klassieke `sigaar uit eigen doos'.

De sector kent een zeer hoog aantal zelfstandigen (55%), die veelal tot zelfstandigheid zijn gedwongen. Zij werken vaak in elkaar opvolgende tijdelijke dienstverbanden. FNV KIEM is van mening dat er ook voor deze groep aandacht moet zijn bij het opstellen van een sociaal beleid.