Rijksoverheid


Ons kenmerk FM/2011/9394 U

Datum 23 september 2011

Beantwoording Kamervragen over de huisbankier RBS en clustermunitie

Uw brief (kenmerk) 2011Z15566

Geachte voorzitter, Hierbij doe ik u mede namens de minister van Buitenlandse Zaken de antwoorden toekomen op vragen van de leden El Fassed en Braakhuis (beiden GroenLinks) over de huisbankier RBS en clustermunitie (ingezonden 15 juli 2011).

Hoogachtend, De minister van Financiën,

mr. drs. J.C. de Jager

Pagina 1 van 3



Antwoorden van de minister van Financiën, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, op de vragen van de leden El Fassed en Braakhuis (beiden GroenLinks) over de huisbankier RBS en clustermunitie (kenmerk 2011Z15566, ingezonden 15 juli 2011).

Vraag 1 Deelt u de mening dat verdragspartijen bij het Verdrag inzake Clustermunitie een belangrijke taak hebben bij het voorkomen van investeringen en dienstverlening aan bedrijven die clustermunitie of onderdelen daarvan produceren? Zo neen, waarom niet? Antwoord vraag 1 Het staat vast dat clustermunitie onaanvaardbaar humanitair leed veroorzaakt. Veel slachtoffers van clustermunitie zijn onschuldige burgers, die ook na een gewapend conflict het risico lopen om getroffen te worden door achtergebleven submunities. Het kabinet beschouwt het tot stand komen van het Verdrag inzake Clustermunitie als een essentiële stap in de richting van het uitbannen van deze wapens. Zie verder het antwoord op vraag 7. Vraag 2 Deelt u de mening dat zowel Nederland (met RBS als huisbankier) als het Verenigd Koninkrijk (groot aandeelhouder in RBS) duidelijk aan RBS moet overbrengen wat wel en niet acceptabel is voor verdragspartijen bij het Verdrag inzake Clustermunitie? Zo neen, waarom niet? Vraag 5 Bent u een dialoog aangegaan met RBS over haar beleid inzake financiële dienstverlening aan bedrijven die clustermunitie produceren? Zo ja, wat is daar de uitkomst van? Zo neen, waarom niet? Vraag 6 Heeft u contact gehad met uw collega in het Verenigd Koninkrijk over de financiële dienstverlening van RBS aan bedrijven die clustermunitie produceren en hoe zich dat verhoudt tot de bepalingen in het Verdrag inzake Clustermunitie? Zo ja, wat is daarvan de uitkomst? Zo neen, waarom niet? Antwoorden vragen 2, 5 en 6 Ik heb met RBS gesproken over investeringen in clustermunitie en de bank daarbij gewezen op het belang van maatschappelijk verantwoord investeringsgedrag. Voor de reactie van RBS verwijs ik u naar het antwoord op vraag 4 hieronder en naar het antwoord op vraag 4 van de Kamervragen van de leden El Fassed en Braakhuis (beiden GroenLinks) over de huisbankier RBS en clustermunitie (kenmerk 2011Z11218, ingezonden 27 mei 2011). De regering heeft ervoor gekozen om rechtstreeks met RBS in dialoog te treden, waardoor contacten met de regering van het VK in deze overbodig zijn. Verder zal het investeringsbeleid ten aanzien van clustermunitie in de komende aanbestedingen van betalingsverkeer van het Rijk mee worden gewogen. Vraag 3 Klopt het dat in tegenstelling tot uw antwoord op vraag 4 dat RBS geen contact heeft opgenomen met de onderzoekers en auteurs van het rapport "Worldwide Investments in Clustermunitions; a shared responsibility"? Antwoord vraag 3 Nee, RBS heeft aangegeven dat zij begin juni van dit jaar via de Cluster Munitions Coalition (CMC) en Amnesty International contact heeft opgenomen met IKV Pax

Directie Financiële Markten Ons kenmerk FM/2011/9394 U

Pagina 2 van 3



Christi en heeft verzocht een bijeenkomst te plannen, teneinde met deze organisaties een gesprek aan te gaan. CMC heeft hierover contact opgenomen met IKV Pax Christi, de bijeenkomst heeft vervolgens op 2 augustus jl. plaatsgevonden. Vraag 4 Waarom beschouwt RBS het bedrijf Alliant Techsystems niet als een producent van clustermunitie? Wat verstaat RBS onder producten van clustermunitie? Welke definitie hanteert de huisbankier? Antwoord vraag 4 RBS geeft geen commentaar op kwesties die betrekking hebben op haar cliënten, gezien de statutaire en contractuele geheimhoudingsverplichtingen. RBS geeft echter aan dat zij een interne procedure heeft om haar cliënten en de activiteiten van deze cliënten te beoordelen op basis van een verscheidenheid aan standpunten en gedragslijnen van RBS. Middels deze procedure heeft RBS garanties ontvangen van haar cliënten uit de defensie-industrie dat zij geen inbreuk maken op het Verdrag inzake Clustermunitie. Op basis hiervan heeft RBS geconcludeerd dat geen van haar cliënten uit de defensie-industrie inbreuk maakt op dit Verdrag. Het beleid, inclusief definities 1, met betrekking tot clustermunitie is gebaseerd op het Verdrag inzake Clustermunitie dat in werking trad in augustus 2010. RBS zal en wil niet bewust ondernemingen assisteren die betrokken zijn bij de directe productie van clustermunitie. RBS meent dat dit beleid in lijn is met andere banken die internationaal opereren. RBS geeft tenslotte aan zich ervan bewust te zijn dat een aantal maatschappelijke groeperingen haar huidige beleid ten aanzien van de defensiesector anders interpreteert dan de bank zelf. Daarom zegt zij toe deze kwestie nogmaals onder de loep te gaan nemen, om zo beter zicht te krijgen op de oorzaak van de interpretatieverschillen en om het beleid eventueel aan te kunnen passen. Vraag 7 Op welke wijze gaat de regering de motie Haubrich-Gooskens uitvoeren, waarmee wordt opgeroepen tot een verbod zoals dat verwoord is in vraag 9? Kunt u de Kamer op korte termijn een plan doen toekomen? Antwoord vraag 7 Zoals in antwoord op vraag 9 van de Kamervragen van 27 mei jl. reeds is aangegeven, beraadt het kabinet zich momenteel over een reactie op de motie Haubrich-Gooskens. De Eerste Kamer zal binnenkort schriftelijk geïnformeerd worden.

Directie Financiële Markten Ons kenmerk FM/2011/9394 U


1 De definitie van clustermunitie die RBS hanteert is de definitie als vermeld in het tweede lid van artikel 2 van het Verdrag inzake Clustermunitie.

Pagina 3 van 3






---- --