Raad van State
Mediagevoelige uitspraken
Mediagevoelige uitspraken
Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op
de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De
persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie
van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze
selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur
vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden
gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van
de Raad van State.
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze
uitspraken lezen.
8 uitspraken gevonden
pagina: 1
1. 200907550/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 28 september 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen
Zuid-Holland
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Nieuwe Driemanspolder-Roeleveen' van de gemeente
Zoetermeer)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Zoetermeer van
het bestemmingsplan 'Nieuwe Driemanspolder-Roeleveen'. Met het plan wil
de gemeenteraad de Nieuwe Driemanspolder en een aantal aangrenzende
gebieden in Roeleveen herinrichten. De Nieuwe Driemanspolder maakt deel
uit van de zogenoemde Groen-Blauwe slinger. Dat is een groenverbinding
tussen het Groene Hart en Midden-Delftland. Het gebied wordt in het
zuiden begrensd door de A12 en de spoorlijn Den Haag-Utrecht, ten
oosten door de groene uitloopgebieden Buytenpark en Westerpark van
Zoetermeer en ten westen door de gemeenten Den Haag en
Leidschendam-Voorburg. Het plan maakt het mogelijk recreatie in het
gebied te versterken, maar tegelijkertijd ook de ecologische en
natuurwaarden. Ook wordt het gebied geschikt gemaakt voor waterberging.
Ten slotte wordt in het noordelijk deel een baggerspeciedepot
aangelegd. De 'Zoetermeerse leden van de werkgroep economische
gebruikers nieuwe driemanspolder' en een aantal inwoners uit Zoetermeer
zijn het niet eens met het plan en zijn daartegen in beroep gekomen bij
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De werkgroep zet
vraagtekens bij het verloop van de procedure rond het bestemmingsplan.
Verder vreest hij nadelige gevolgen voor de bedrijven in het gebied als
gevolg van de waterberging. De inwoners twijfelen vooral aan de
noodzaak en de locatie van het baggerspeciedepot. Zij vrezen dat het
depot schadelijke gevolgen heeft voor de flora en fauna en het
landschap. Daarnaast zijn zij bang voor nadelige gevolgen voor hun
woon- en leefklimaat als gevolg van de geur die van het depot afkomt.
De Raad van State heeft de zaak op 9 augustus jl. op zitting behandeld.
2. 201003091/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 28 september 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Natuurbescherming
inhoudsindicatie:
(Aanwijzing 'Oosterschelde' als beschermd natuurgebied)
Uitspraak over de aanwijzing door de toenmalige minister van LNV van
het gebied 'Oosterschelde' als speciale beschermingszone op grond van
de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. In het aanwijzingsbesluit
staat welke types leefgebieden en diersoorten in het gebied voorkomen.
Door de aanwijzing is duidelijk welke kwetsbare natuurwaarden in de
gebieden bescherming krijgen. Het gaat onder meer om 'grote, ondiepe
kreken en baaien', 'veenmosrietlanden', de zeehond, de scholekster en
de aalscholver. Het Productschap Vis is het niet eens met het
aanwijzingsbesluit en is daartegen in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zo zou het niet realistisch
zijn om grote, ondiepe kreken en baaien in het gebied te beschermen,
omdat die door de zogenoemde 'zandhonger' op den duur volledig zullen
verdwijnen. Ook is het productschap het er niet mee eens dat voor de
zeehond een zogenoemde verbeterdoelstelling is opgenomen. Volgens het
productschap is het aantal zeehonden in het gebied de laatste jaren al
toegenomen en zouden verdere maatregelen de recreatie en visserij in
het gebied te veel belemmeren. Ook is zij het niet eens met de
doelstellingen die de minister voor de aalscholver en de scholekster
heeft opgenomen. Een man uit Poortvliet is het er niet mee eens dat een
haven is opgenomen in het gebied. Een man uit Oosterland kan zich er
juist niet mee verenigen dat de zeedijken in het besluit zijn
opgenomen. Ook is hij het er niet mee eens dat het gebied is aangewezen
voor de verbetering van de veenmosrietlanden en de slijkgrasvelden. De
veenmosrietlanden zouden heel gevoelig zijn voor de uitstoot van
stikstof, terwijl het gebied juist te maken heeft met veel
stikstofuitstoot. De Raad van State heeft de zaak op 19 juli jl. op
zitting behandeld.
3. 201011019/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 28 september 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen
Utrecht
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Randmeer' van de gemeente Bunschoten)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Bunschoten van
het bestemmingsplan 'Randmeer'. Het plan is deels 'conserverend van
aard'. Dat betekent dat de bestaande situatie in het gebied wordt
vastgelegd. Toch maakt het plan ook een nieuwe jachthaven, ongeveer 150
woningen, een parkeerterrein en een ontsluitingsweg mogelijk. De
woningen grenzen aan het Eemmeer ten noorden van Spakenburg. Verder
heeft de gemeenteraad de bestemming van een groenstrook van acht meter
naast een voetbalveld veranderd van 'groenbestemming' in 'sport'. Een
aantal omwonenden vreest dat de tribune van S.V. Spakenburg op die
groenstrook hierdoor groter en hoger mag worden. Een andere inwoner van
Bunschoten is bang dat het uitzicht vanuit zijn woning en zijn privacy
worden aangetast door de woningbouw. Een rokerij en zeevisgroothandel
is het ook niet eens met het plan. Het bedrijf vreest dat het woon- en
leefklimaat wordt aangetast door de aanleg van de ontsluitingsweg over
de dijk tegenover het bedrijf en de aanleg van een parkeerterrein,
scoutinggebouw en botenloods achter de dijk. Ook zou de rokerij en
zeevisgroothandel in de bedrijfsvoering worden belemmerd, doordat
woningen op een afstand van 300 meter van het bedrijf mogen worden
gebouwd. De omwonenden en de rokerij en zeevisgroothandel zijn daarom
tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 16
augustus jl. op zitting behandeld.
4. 201012245/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 28 september 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Flora en fauna
inhoudsindicatie:
(Ontheffing voor doden van damherten in Kop van Schouwen en de
Manteling van Walcheren)
Uitspraak over de ontheffing die het college van gedeputeerde staten
van Zeeland heeft verleend aan de Stichting Faunabeheer Eenheid Zeeland
voor het doden van damherten gedurende de dag voor een periode van vijf
jaar. Het gaat om een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet.
Volgens het provinciebestuur zijn er in de gebieden Kop van Schouwen en
de Manteling van Walcheren te veel damherten en is afschot nodig om de
balans in het gebied te behouden. Wel mogen de damherten pas worden
afgeschoten als er een uitvoeringsplan is opgesteld en voorgelegd aan
het provinciebestuur. De Faunabescherming verzet zich tegen de
ontheffing. De rechtbank in Middelburg oordeelde in december 2010 dat
uit de ontheffing niet duidelijk wordt hoeveel damherten per jaar mogen
worden afgeschoten, omdat die gegevens in het uitvoeringsplan worden
opgenomen en niet in de ontheffing zelf. De rechtbank vindt dat die
gegevens noodzakelijk zijn om de rechtmatigheid van de ontheffing te
kunnen beoordelen. Daarom heeft de rechtbank bepaald dat het
provinciebestuur een nieuwe beslissing moet nemen op de bezwaren van de
Faunabescherming. De Stichting Faunabeheereenheid Zeeland en het
provinciebestuur zijn het niet eens met de uitspraak van de rechtbank
en zijn daartegen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het provinciebestuur vindt
dat uit de Flora- en faunawet de verplichting voortvloeit om een
uitvoeringsplan op te stellen. Ook de Faunabescherming is in hoger
beroep gekomen bij de Raad van State. Volgens haar is het niet nodig om
de damherten af te schieten om de balans in de gebieden te behouden. De
Raad van State heeft de zaak op 11 juli jl. op zitting behandeld.
5. 201100191/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 28 september 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:
(Weigering horecavergunning voor Italiaans restaurant in Apeldoorn)
Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en
wethouders van Apeldoorn om een drank- en horecawetvergunning te
verlenen voor een Italiaans restaurant aan de Hoofdstraat in Apeldoorn.
Het gemeentebestuur heeft de weigering van de vergunning gebaseerd op
een advies van Bureau Bibob. Volgens het gemeentebestuur heeft de
aanvrager van de vergunning zakelijke banden met de eigenaar van het
pand aan de Hoofdstraat, die is veroordeeld vanwege drugshandel. Daarom
bestaat er ernstig gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt voor
strafbare feiten, aldus het gemeentebestuur. De aanvrager van de
vergunning is het hier niet mee eens. Hij voert aan dat de feiten
waarvoor de man is veroordeeld geen verband houden met de exploitatie
van het restaurant. De rechtbank in Zutphen verklaarde in december 2010
een eerder beroep van de aanvrager ongegrond. Hij laat het er niet bij
zitten en is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die
heeft de zaak op 15 augustus jl. op zitting behandeld.
6. 201100890/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 28 september 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Monumenten
inhoudsindicatie:
(Monumentenvergunning voor sloop van panden aan Derde Oosterparkstraat
in Amsterdam)
Uitspraak over de monumentenvergunning die het dagelijks bestuur van
het stadsdeel Oost van de gemeente Amsterdam heeft verleend voor de
sloop van de panden met nummers 44 tot en met 66 aan de Derde
Oosterparkstraat in Amsterdam. De stichtingen Monumentenbehoud
Nederland en Monumentenbehoud Noordholland zijn tegen de
sloopvergunning in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij zijn het er niet mee
eens dat de rechtbank in Amsterdam in december 2010 heeft geoordeeld
dat zij te laat hun bezwaren tegen de vergunning hebben ingediend en
dat hun bezwaren daarom niet inhoudelijk behandeld hoefde te worden.
Zie ook de afzonderlijke uitspraak met zaaknummer 201101171/1 over het
hoger beroep van de stichting Vrienden van de 19e eeuwse Ring tegen de
vergunning. Volgens haar mogen de panden niet worden gesloopt, omdat ze
deel uitmaken van de zogenoemde 19e eeuwse ring van Amsterdam en de
panden beschermd moeten worden. Zie verder de uitspraak met zaaknummer
201101162/1 over de weigering door de toenmalige minister van Cultuur
om de panden aan de Derde Oosterparkstraat aan te wijzen als beschermd
monument. De stichting verzet zich ook tegen deze weigering. Deze
uitspraken worden eveneens op 28 september 2011 openbaar gemaakt. De
Raad van State heeft de drie zaken op 15 september jl. op zitting
behandeld.
7. 201101445/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 28 september 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Bouwen
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor windturbinepark in Duiven)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Duiven heeft verleend aan Nuon voor de bouw van een
windturbinepark met vier windturbines op de grens tussen Duiven en
Zevenaar. De windturbines hebben een ashoogte van 85 tot 105 meter en
een zogenoemde tiphoogte van maximaal 150 meter. Natuurmonumenten en de
Stichting 'Don Quichotte in Lathum-Stop de Windturbines' verzetten zich
tegen deze vergunning. Volgens hen worden de turbines te hoog en tasten
ze het landschap aan. Ook vrezen ze geluidsoverlast van de windmolens.
De rechtbank in Arnhem oordeelde in december 2010 dat het bouwplan niet
concreet genoeg was om de gevolgen van de windturbines te kunnen
beoordelen. Naar haar oordeel lag dat vooral aan het feit dat nog niet
is besloten welk type windturbine in Duiven zal worden gebouwd. Het
gemeentebestuur van Duiven en Nuon Wind zijn het niet eens met deze
uitspraak en zijn daartegen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vinden dat voldoende
duidelijk is hoe de windturbines in de toekomst worden gebruikt. Daarom
maakt het volgens hen niet uit dat nog niet precies bekend is welk type
windturbine gebruikt wordt en hoe hoog de turbines zullen zijn. Verder
had het gemeentebestuur voldoende informatie gekregen om op de aanvraag
om bouwvergunning te kunnen beslissen, aldus het gemeentebestuur en
Nuon. De Raad van State heeft de zaak op 11 juli jl. op zitting
behandeld.
8. 201103429/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 28 september 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Bouwen
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor pluimveestal in Bathmen)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Deventer heeft verleend voor een pluimveestal aan de
Gorsselseweg in Bathmen. Het gaat om een stal voor bijna 60.000 hennen.
De stal wordt gebouwd ten noorden van een bestaande stal. Een aantal
omwonenden vindt dat de stal in strijd met het bestemmingsplan wordt
gebouwd, omdat het bouwplan buiten het bouwperceel ligt. De rechtbank
in Zwolle stelde hen in februari 2011 in het gelijk. Omdat de
bouwvergunning daarom niet verleend kan worden, heeft de rechtbank de
vergunning herroepen. Het gemeentebestuur en de eigenaar van de stal
zijn tegen die uitspraak in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens hen is de rechtbank
van verkeerde afmetingen van de stal uitgegaan. Bovendien had het
gemeentebestuur de gelegenheid moeten krijgen om te onderzoeken of
vrijstelling van het bestemmingsplan kon worden verleend, aldus het
gemeentebestuur en de eigenaar. De omwonenden zijn ook in hoger beroep
gekomen. Volgens hen is de overschrijding van het bouwperceel veel
groter dan waarvan de rechtbank is uitgegaan. Verder zou het
bouwperceel groter zijn dan de 1,5 hectare waarvan het
reconstructieplan Salland-Twente uitgaat. De Raad van State heeft de
zaak op 24 augustus jl. op zitting behandeld.
pagina: 1
rss feeds disclaimer links sitemap the
council of state le conseil d'état der staatsrat