Rijksoverheid


Uw referentie 2011Z16671 en 2011Z16639

Datum 26 september 2011

Kamervraag/vragen van het lid P.F.C. Jansen

Beantwoording Kamervragen over veiligheid van liften

Bijlagen Beantwoording vragen 2011Z16639 Beantwoording vragen 2011Z16671

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid P.F.C. Jansen (SP) over veiligheid van liften. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

P. de Krom

Pagina 1 van 5



2011Z16639

Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over veiligheid van liften (ingezonden 31 augustus 2011)

Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de kwaliteit van liften onder druk staat?1 Is het toegestaan dat onderhoudsbedrijven mogen bepalen wie de liftkeuring uitvoert? Antwoord 1 Ik heb kennis genomen van het artikel. Een onderhoudsbedrijf kan met haar klanten overeenkomen dat zij ervoor zorgt dat zij het onderhoud uitvoert en zorgt dat een onafhankelijke keuring wordt uitgevoerd door onafhankelijk opererende certificerings- en keuringsinstellingen die door SZW zijn aangewezen. Vraag 2 Zo ja, vindt u het acceptabel dat de slager bepaalt wie zijn vlees keurt? Antwoord 2 SZW wijst certificerings- en keuringsinstellingen aan voor het keuren van liften als zij de keuring op onafhankelijke wijze uitvoeren. Indien een certificerings- of keuringsinstelling keuringen uitvoert onder één of meer grote contracten zal zij moeten aantonen dat zij voldoende maatregelen heeft getroffen die een onafhankelijk deskundig oordeel over een te keuren lift waarborgen. De Arbeidsinspectie en, voor zover de instellingen zijn geaccrediteerd, de Raad voor Accreditatie houden hier toezicht op. Vraag 3 Nu in het jaarverslag 2010 van de Arbeidsinspectie2 staat dat uit onderzoek blijkt dat de onafhankelijkheid van de aangewezen instellingen is aangetast, wat gaat u daar tegen doen? Antwoord 3 De in het jaarverslag van de Arbeidsinspectie opgenomen passage is gebaseerd op een voorlopig oordeel. Na verwerking van de reacties zal de Arbeidsinspectie een definitief oordeel geven. Naar verwachting zal dit in het laatste kwartaal van 2011 zijn. Op basis van dit oordeel, wordt bepaald of er corrigerende maatregelen nodig zijn. Vraag 4 Waarom schakelt u niet over op een systeem analoog aan de Algemene periodieke keuring (APK) voor motorvoertuigen, waarbij steekproefsgewijs de keuring gecontroleerd wordt door een onafhankelijke keurmeester? Antwoord 4 Er is geen reden om voor een ander systeem te kiezen. Een systeem analoog aan de Algemene periodieke keuring voor motorvoertuigen zou betekenen dat liften gekeurd worden door de onderhoudsfirmas, waarop steekproefsgewijs zou worden gecontroleerd. In het huidige SZW stelsel mogen alleen onafhankelijke 1 2

Datum 26 september 2011 Onze referentie G&VW/GW/2011/15959 & 15978

De Telegraaf, 4 juni 2011, pagina TA13: ,,Liften omlaag in kwaliteit. Jaarverslag Arbeidsinspectie 2010, pagina 32. Pagina 2 van 5



certificerende instellingen keuringen uitvoeren. De Arbeidsinspectie en (voor zover de instellingen zijn geaccrediteerd) de Raad voor Accreditatie houden toezicht op de onafhankelijkheid van deze instellingen. Vraag 5 Onder verwijzing naar de beantwoording van eerdere vragen 3, waarin de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt dat er vooralsnog geen aanleiding is om het gebruik van liften veiliger te maken en naar het onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Lift- en Roltraptechniek (VLR) waaruit blijkt dat per jaar 500 mensen letsel oplopen bij liftgebruik4, is dit voor u wel voldoende aanleiding om het gebruik van liften veiliger te maken? Antwoord 5 Neen. De analyse van de Arbeidsinspectie van de door haar in de afgelopen 9 jaar onderzochte ernstige ongevallen met werknemers bevestigen niet het beeld dat de VLR presenteert. Uit een handmatige analyse van de bij de Arbeidsinspectie gemelde ernstige ongevallen in 2010 is geen melding gevonden die betrekking heeft op personenliften. De ongevalstatistieken van meldingen van ongevallen met liften van het Liftinstituut, uitgesplitst naar technici en gebruikers, bevestigen het beeld dat de VLR schetst evenmin. Het Liftinstituut keurt het merendeel van de personenliften in Nederland. Op 15 april 2011 is met de VLR gesproken over de veiligheid van liften. In dat overleg heeft de VLR haar voornemens gedeeld om onderzoek te doen naar de aard van de ongevallen met liften, voor zover die ongevallen bij hen bekend zijn. Ik heb nog geen resultaten mogen ontvangen. Er is voor mij daarom geen aanleiding om aanvullende eisen te stellen. Vraag 6 Klopt het dat de Europese norm voor bestaande liften in Nederland nog niet in nationale wetgeving is omgezet?5 Antwoord 6 Ja. Op grond van Europese regels is er geen verplichting om een privaatrechtelijke norm naar nationale regels om te zetten. Het verplicht stellen van deze norm zou een nieuwe nationale kop introduceren. Ik ben daar geen voorstander van. Datum 26 september 2011 Onze referentie G&VW/GW/2011/15959 & 15978

De Europese Normalisatie Organisatie (CEN) heeft in 2003 de norm EN 81-80 uitgebracht: Regels voor de verhoging van de veiligheid van bestaande personenliften (Rules for the improvement of safety of existing lifts: SNEL). De EN 81-80 is geen geharmoniseerde norm en is in Nederland niet verplicht. 3

4

5

Beantwoording Kamervragen Vietsch en Koppejan aan SZW over veiligheid van liften. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 839 Spitsnieuws.nl, 5 mei 2011, ,,Liften vaak onveilig http://www.spitsnieuws.nl/archives/binnenland/2011/05/liften_vaak_onveilig. html Liftinstituut Magazine Maart 2011: ,,Implementatie van SNEL norm (EN 81-80) in Europa In een groot aantal Europese landen is de Europese norm EN 81-80 Safety Norm for Existing Lifts (SNEL) in nationale wetgeving opgenomen. Pagina 3 van 5



Vraag 7 Onderschrijft u de redenering dat de veiligheid van bestaande liften verbeterd kan worden door het wettelijk verankeren van de SNEL-norm? Antwoord 7 In de norm zijn 74 "aanbevelingen" gedaan. Aan veel van deze aanbevelingen voldoen de oude liften in Nederland. Veel lifteigenaren zijn al uit eigener beweging overgegaan tot het doorvoeren van deze aanbevelingen. Echter in sommige gevallen is het aanbrengen van deze voorzieningen dermate kostbaar dat zij niet meer in verhouding staan tot de te bereiken toename in het veiligheidsniveau. Of de ongevallen, die de VLR schetst, waren te voorkomen als de liften voldeden aan de SNEL-norm is niet te bepalen zo lang de gegevens waarover het VLR lijkt te beschikken niet beschikbaar zijn. Zoals ik in het antwoord bij vraag 5 al aangaf, heb ik vooralsnog, een ander beeld dan de VLR. Vraag 8 Bent u voornemens de SNEL-norm voor bestaande liften te implementeren? Zo ja, op welk termijn? Antwoord 8 Neen. In 1997 en in 2005 is een verzoek om de "aanbevelingen" uit de SNEL-norm in regels verplicht te stellen op basis van een kosten baten afweging door mijn voorgangers afgewezen. Temeer daar veel lifteigenaren van oude liften uit eigener beweging de aanbevelingen al hebben doorgevoerd en deze in sommige gevallen een minimale verhoging van de veiligheid geven tegen zeer hoge kosten. Bij een zorgvuldige overheid hoort ook terughoudendheid bij het opleggen van additionele verplichtingen, zolang de noodzaak en de toegevoegde waarde onvoldoende hard is. Datum 26 september 2011 Onze referentie G&VW/GW/2011/15959 & 15978

Pagina 4 van 5



2011Z16671

Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over veiligheid van liften (ingezonden 1 september 2011) Vraag 1 Kan de Kamer een afschrift ontvangen van de Nota van Bevindingen `Grootschalige contractering van certificerende instellingen bij periodieke liftkeuringen` d.d. 27 januari 2011', alsmede het daaruit voortvloeiende rapport van de Arbeidsinspectie? Zo nee, waarom? Antwoord 1 Nee. De Nota van Bevindingen betreft een tussenstadium in het onderzoek van de Arbeidsinspectie. Notas van bevindingen kunnen onjuistheden bevatten en worden om die reden nooit openbaar gemaakt. Het onderzoek is pas afgerond nadat een oordeel is opgenomen in het uiteindelijk vast te stellen onderzoeksrapport. De Kamer ontvangt het eindrapport, met mijn reactie op het rapport, zodra dit gereed is. Vraag 2 Neemt u de aanbevelingen uit de genoemde documenten onverkort over bij de vaststelling van het "Werkveldspecifieke document voor aanwijzing en toezicht op liftinstallaties"WDA&T)? Zo nee, kan een (gemotiveerd) overzicht worden gegeven van de aanbevelingen die niet worden overgenomen? Antwoord 2 Aangezien het onderzoek nog niet is afgerond kan ik uw vraag niet beantwoorden. Na afronding van het onderzoek zal worden bezien in hoeverre er aanleiding is om de eisen die ik stel aan certificerings- en keuringsinstellingen aan te passen. Mocht dat het geval blijken, dan zal ik er voor zorg dragen dat het WDA&T wordt aangepast.

Datum 26 september 2011 Onze referentie G&VW/GW/2011/15959 & 15978

Pagina 5 van 5






---- --