Uitspraken vastgesteld d.d. 27 september 2011
door mr. V.H.G. Lebesque, voorzitter, M.C. Doolaard, T.R. Harkema, mw.
J.R. van Ooijen en mw. drs. F. Santing, leden, in tegenwoordigheid
van mr. H. Osinga, secretaris, en mr. M. Steenbergen, plaatsvervangend
secretaris.
M.A. Kaatee / P. Vugts en Het Parool
Uitspraak: deels gegrond
Klager maakt bezwaar tegen de artikelen "Gokhallen Wallen gesloten" en
"Kaatee blijft bij onschuld".
De Raad overweegt dat in de berichtgeving naar voren komt dat de
overheid klager ziet als stroman van Holleeder en hem zijn vergunningen
ontneemt in het kader van de Wet Bibob. Uit hetgeen door klager is
overgelegd is voldoende aannemelijk geworden dat het besluit van de
gemeente tot weigering van de vergunningen zijn oorzaak vindt in de
financieringsrelatie die klager heeft met Paarlberg. Klager heeft
verder gemotiveerd aangevoerd dat voor de beschuldiging omtrent de
relatie met Holleeder geen grond bestaat, omdat hij onder meer
onherroepelijk is vrijgesproken. Uit de berichtgeving wordt verder niet
duidelijk op welke verifieerbare feiten of bronnen de beschuldiging aan
het adres van klager is gebaseerd.
Naar het oordeel van de Raad hebben verweerders ten onrechte de indruk
gewekt dat de oorzaak van de weigering van de gemeente ligt in de
relatie van klager met Holleeder. Gelet op de mogelijke impact van deze
beschuldiging had het in de rede gelegen als verweerders evenwichtiger
en meer genuanceerd over deze relatie hadden bericht door de informatie
over de visie van de overheid elders te verifiëren. Niet is gebleken
dat een dergelijke verificatie heeft plaatsgevonden. Aldus is sprake
van tendentieuze en journalistiek onzorgvuldige berichtgeving. Voor
zover de klacht ziet op het gebruik van de kwalificatie `stroman van
topcrimineel Willem Holleeder' is deze gegrond. (zie punten 1.1. en
1.3. van de Leidraad van de Raad)
Verder overweegt de Raad dat de kern van de berichtgeving bestaat uit
het feit dat de gemeente weigert een exploitatievergunning af te geven,
hetgeen zou blijken uit informatie van de gemeente. Verweerders mochten
uitgaan van de juistheid van de mededeling door de gemeente, hetgeen
ook niet is betwist. Het beginsel van wederhoor geldt immers niet voor
berichtgeving van feitelijke aard, terwijl niet is gebleken dat de
gewraakte publicatie klagers belang zodanig raakt dat wederhoor
niettemin was geboden. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond. (zie
punt 2.3.4. van de Leidraad)
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
· Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
Publicatie op www.rvdj.nl/2011/63
M.A. Kaatee / B. Middelburg en Het Parool - herziening
Uitspraak: afgewezen
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen de publicaties "Molensteeg
crimineelste straat" en "Een steeg waar de misdaad nooit slaapt". Bij
uitspraak van 7 juni 2011 heeft de Raad de klacht van verzoeker
ongegrond verklaard (RvdJ 2011/40). Klager heeft de Raad verzocht om
herziening van die uitspraak. Klager heeft gesteld dat zijn standpunt
onvolledig in de uitspraak is verwoord. Verder kan hij zich niet vinden
in de overwegingen en de beoordeling van de Raad. Verweerders hebben
niet op het herzieningsverzoek gereageerd.
Volgens het oordeel van een herzieningskamer van de Raad heeft
verzoeker met hetgeen hij heeft aangevoerd niet aannemelijk gemaakt dat
de beslissing van de Raad berust op ten onrechte als vaststaand of
aannemelijk geoordeelde feiten. Het verzoek tot herziening is dan ook
afgewezen.
Trefwoorden:
· Procedure: herziening
Publicatie op www.rvdj.nl/2011/64
---
Raad voor de Journalistiek