UMC Utrecht
Trombosebeen uitsluiten door checklist
De huisarts kan zowel een trombosebeen als een longembolie veilig
uitsluiten met behulp van een klinische beslisregel en een bloedtest.
Dat stelt huisarts en onderzoeker Geert-Jan Geersing van het UMC
Utrecht in zijn proefschrift. "Deze aanpak is veilig, eenvoudig,
kostenbesparend en dicht bij huis."
Een huisarts verwijst patiënten die mogelijk een trombosebeen hebben
veelal voor een echo van de benen naar het ziekenhuis. Hoe voorkomt de
huisarts onnodige doorverwijzingen, terwijl hij geen trombosebeen mist?
Geersing onderzocht daarvoor een eerder door dezelfde Utrechtse
onderzoeksgroep ontwikkeld hulpmiddel: een zogenoemde klinische
beslisregel Deze bestond uit een serie van zeven standaardvragen en een
bloedtest. De beslisregel geeft aan hoe waarschijnlijk het is dat een
patiënt werkelijk een trombosebeen heeft. De bloedtest kan de huisarts
uitvoeren in zijn spreekkamer.
Geersing analyseerde 1028 patiënten die bij de huisarts kwamen met
mogelijk een trombosebeen. 136 daarvan bleken daadwerkelijk een
trombosebeen te hebben. De analyse liet zien dat met behulp van de
beslisregel huisartsen minder vaak patiënten onterecht naar het
ziekenhuis sturen. Huisartsen die zich baseren op alleen hun eigen
inschatting verwijzen 65 tot 79 procent van de patiënten voor verder
onderzoek. Via de beslisregel hoeft 50% niet naar het ziekenhuis.
Voor longembolieën komt Geersing na analyse van ruim 600 patiënten tot
dezelfde conclusie. Ook hierbij helpt een klinische beslisregel
huisartsen de juiste beslissing te nemen, en ook hier kan de huisarts
met behulp van de beslisregel in de helft van de gevallen longembolie
uitsluiten in de spreekkamer. Het is belangrijk een longembolie op tijd
te herkennen, omdat twintig procent van de onbehandelde patiënten
overlijdt. Een huisarts verwijst patiënten met een mogelijke
longembolie daarom meestal direct naar het ziekenhuis voor een
CT-scan. Zo'n scan heeft echter nadelen. Het is relatief duur; de
contrastvloeistof kan nierschade opleveren; een patiënt wordt
blootgesteld aan straling; en de capaciteit is beperkt.
Geersing: "Mijn onderzoek laat zien hoe belangrijk de huisarts is bij
het herkennen maar ook uitsluiten van een trombosebeen of longembolie.
De door ons onderzochte aanpak door de huisarts is veilig, eenvoudig,
kostenbesparend en vindt ook nog dicht bij huis plaats".
Bij een trombosebeen ontstaat een bloedstolsel in bloedvaten in het
been. Dit kan pijnklachten geven. Bovendien kan zo'n stolsel in de
bloedvaten van de longen terecht komen: een longembolie. Een deel van
de longen kan dan afsterven. Patiënten met een trombosebeen of
longembolie hebben vaak weinig of heel algemene pijnklachten. Daardoor
is de aandoening moeilijk te herkennen.
Geert-Jan Geersing promoveert op 27 september aan het UMC Utrecht.
donderdag 22 september 2011