Beantwoording raadsvragen College van b&w Den Haag over homostel
Persbericht van Gemeente Den Haag
sv Regnr. BSD/2011.1411 Den Haag,
Inzake: schriftelijke vragen Laakkwartier
De gemeenteraad
Het raadslid Paul ter Linden heeft op 26 september 2011 een brief met
daarin 4 vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen
en andere werkzaamheden van de raad, beantwoorden wij deze vragen als
volgt.
1.) Bent u bekend met het gesprek dat plaats heeft gevonden tussen een
gemeentelijke ambtenaar van Openbare Veiligheid en het homostel uit het
Laakkwartier waaruit bleek dat dit stel geïntimideerd, bedreigd,
gediscrimineerd en bespuugd wordt door allochtone kinderen en jongeren
omwille van hun geaardheid?
Intimidatie, bedreiging, discriminatie zijn onaanvaardbaar. Bestrijding
van dit gedrag is een topprioriteit van de burgemeester en de politie.
Daarom wordt er bij een melding of aangifte direct opgetreden. In deze
zaak als volgt:
- Op 18 augustus 2011 maakte het homostel bij de politie melding van
pesterijen door kinderen. De kinderen tussen de 8 en 11 jaar oud hadden
rottend fruit tegen de ramen gegooid, tegen de ramen gespuugd en de
mannen gericht op hun geaardheid uitgescholden
- Daarop is gereageerd en heeft de wijkagent een afspraak gemaakt met
de melders op 24 augustus
- Tijdens dit gesprek heeft de wijkagent haar 06 nummer ter beschikking
gesteld zodat de mannen zonodig direct met haar contact konden opnemen
- Er is extra politiesurveillance ingesteld in de omgeving van de flat
- Gelet op de leeftijd van de daders is de directeur van de in de
directe omgeving gevestigde basisschool geïnformeerd over het incident.
Daarbij heeft de wijkagent aangegeven dat dergelijk gedrag niet wordt
getolereerd. De directeur heeft toegezegd dat de leraren extra zouden
opletten, zonodig ingrijpen en bij het bekend worden van namen van
kinderen dat direct bij de politie te melden
- Vervolgens heeft de wijkagent nog twee gesprekken gevoerd met ouders
van kinderen die, op basis van het beperkte signalement, mogelijk
betrokken zouden kunnen zijn geweest bij het incident. De betrokkenheid
van deze kinderen is overigens niet onomstotelijk vast komen te staan.
- Op 1 september heeft er een vervolg gesprek plaatsgevonden met het
stel, de wijkagent en de medewerker van Openbare Orde en Veiligheid van
de gemeente. Tijdens dit bezoek maakten de mannen duidelijk dat zij
hadden besloten om te gaan verhuizen en inmiddels nieuwe woonruimte
hadden gevonden. Dit was op hun eigen initiatief. Daarbij speelde een
rol dat het woongenot al ernstig was aangetast door de geluidsoverlast
van de bovenburen. Hetgeen een zaak is tussen huurder en verhuurder.
2.) Bent u met ons van mening dat men in iedere wijk van Den Haag
veilig moet kunnen wonen, ongeacht geaardheid of leefomstandigheden? Zo
ja, hoe is het dan mogelijk dat dit stel ondanks herhaaldelijke
meldingen heeft moeten verhuizen en dat het desbetreffende dadertuig
vrijuit lijkt te gaan?
4.) Kunt u garanderen dat dit stel op hun nieuwe woonplaats, welke
bekend is bij Openbare Veiligheid van de gemeente, kan blijven wonen,
zonder restricties te stellen op cijfers achter de komma?
In Den Haag moet iedereen, letterlijk iedereen, in elke wijk veilig
kunnen wonen. Allereerst merken wij op dat richting de politie geen
sprake is van herhaaldelijke meldingen. De melding over het incident op
18 augustus is de eerste melding bij de politie. Daar is direct op
gereageerd en vervolgens zijn diverse acties ondernomen (zie ook
antwoord op vraag 1). Volgens het homostel is er wel sprake van
herhaaldelijke meldingen over geluidsoverlast afgelopen twee jaar in de
richting van de verhuurder.
3.) Bent u met ons van mening dat dit stel noodgedwongen is verhuisd en
dat zij daarom schadeloos gesteld moeten worden? Zo ja, bent u bereid
om de kosten van de verhuizing, eventueel nieuw materiaal (verf, behang
etc.) en een mogelijke dubbele maand huur volledig te vergoeden? Bent u
tevens bereid om dit voorgeschoten bedrag in zijn geheel terug te
vorderen van de (ouders van de) daders? Zo neen, waarom niet?
De politie heeft deze zaak voortvarend aangepakt en er is dan ook geen
sprake van aansprakelijkheid van de zijde van politie en/of gemeente.
Wat rest is een aangelegenheid tussen huurder en verhuurder waarin het
college geen partij is.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen
Razende Robot Reporter