27 september 2011
Nederlandse automobilist rijdt minder vaak met te veel alcohol dan
gemiddelde EU-bestuurder
Het aandeel Nederlandse automobilisten dat met te veel drank op rijdt
ligt lager dan het Europese gemiddelde. Ook wordt er in ons land
gemiddeld minder vaak na medicijngebruik gereden dan in de overige
EU-landen. Het rijden na cannabis- en amfetaminegebruik ligt in ons
land wél hoger dan het EU-gemiddelde. Dit blijkt uit het Europese
onderzoek DRUID, waaraan de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek
Verkeersveiligheid SWOV heeft meegewerkt en waarvan de resultaten
vandaag worden gepresenteerd. Het onderzoek laat zien dat rijden onder
invloed van alcohol nog steeds een veel groter probleem is dan rijden
onder invloed van drugs.
Minder dan één procent (0,7%) van de Nederlandse automobilisten rijdt
met 0,5 promille of meer alcohol in het bloed. Het geschatte
EU-gemiddelde is tweemaal hoger (1,5%). Het percentage automobilisten
dat met slaap- of kalmeringsmiddelen rijdt, ligt in Nederland op 0,6%
(EU: 1,4%). Het cannabis- en amfetaminegebruik onder automobilisten
ligt in ons land iets hoger dan het EU-gemiddelde: 1,67% bij cannabis
(EU: 1,32%) en 0,19% bij amfetamines (EU: 0,08%). Bij de overige drugs
(cocaïne, heroïne) is het gebruik in het Nederlandse verkeer gelijk aan
het EU-gemiddelde.
Risicoverhoging
Hoewel 0,7% alcoholovertreders gering lijkt, schat de SWOV in dat dit
in de praktijk betekent dat bij 20% van de verkeersdoden in Nederland
alcohol in het spel is: in 17% van de gevallen gaat het dan alleen om
alcohol en in 3% van de gevallen om gecombineerd gebruik van alcohol en
drugs. Amfetaminegebruik in het verkeer blijkt het risico op een
ernstig ongeval 5 tot 30 keer te verhogen. Hetzelfde geldt voor een
alcoholpromillage van 0,8 tot 1,2 en voor drugs-drugscombinaties. Een
alcoholpromillage van 1,2 of meer en drugs-alcoholcombinaties geven een
extreem grote risicoverhoging (20-200). Het gebruik van alleen cannabis
geeft een risicoverhoging die vergelijkbaar is met een
bloedalcohol-promillage van 0,1 tot 0,5. Voor slaap- en
kalmeringsmiddelen ligt de risicoverhoging tussen de 2-10 keer. Dit is
vergelijkbaar met een alcoholpromillage van 0,5 á 0,8 promille.
Opsporing en wetgeving
Er is in het DRUID-onderzoek ook gekeken naar de praktische
bruikbaarheid, betrouwbaarheid en kosteneffectiviteit van verschillende
speekseltesters om drugsgebruik op te sporen. Hoewel de onderzochte
testers niet alle afzonderlijke drugs in het speeksel kunnen opsporen,
zijn zij wel geschikt gebleken om als voorselectiemiddel te gebruiken.
De speekseltest geeft aan óf een automobilist `heeft gebruikt', waarna
de bloedproef moet uitwijzen welk middel er is gebruikt en hoeveel.
Overigens is het wel bekend dát drugsgebruik tot een verhoogd risico
leidt, maar kon nog niet exact worden vastgesteld hoe het gebruik van
de middelen samenhangt met de verhoogde kans op een ongeval. Wel leert
onderzoek hoe de middelen de rijvaardigheid beïnvloeden. Dit vormt een
goede basis voor wetgeving die drugs in het verkeer tegen moet gaan en
die nu in voorbereiding is.
Aanbevelingen
De SWOV is positief over de genoemde wetgeving, waarbij vooralsnog
wordt uitgegaan van drugsconcentraties die de rijvaardigheid
beïnvloeden. Zodra er meer bekend is over de mate van risicoverhoging,
zal dit in de wetgeving moeten worden opgenomen.
Hoewel het enkelvoudig gebruik van cannabis niet tot ernstige
risicoverhoging lijkt te leiden, wijst de SWOV wél op de zeer hoge
risico's van cannabis in combinatie met alcohol en in combinatie met
andere drugs. De SWOV beveelt daarom aan om via voorlichting speciaal
op de gevaren van die combinatie te wijzen.
Resultaten overige EU-landen
In het DRUID-onderzoek is het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen
in het verkeer van de deelnemende EU-landen getotaliseerd en gemiddeld.
Vervolgens is gekeken in hoeverre een land of Europese regio van dit
gemiddelde afwijkt. Enkele opvallende resultaten:
Noord EU: medicijngebruik in het verkeer ligt boven het EU-gemiddelde
(vooral slaap- en kalmeringsmiddelen)
Oost EU: alcoholgebruik in het verkeer ligt onder het EU-gemiddelde
Zuid EU: alcohol-, drugs- en medicijngebruik liggen boven het
EU-gemiddelde
West EU: alcohol-, drugs- en medicijngebruik (vooral benzodiazepines)
is gelijk aan het EU-gemiddelde
Over DRUID
Aan het DRUID-onderzoek, dat in 2006 van start ging, hebben in totaal
dertien EU-landen meegedaan. Voor Nederland deden de SWOV, de
Universiteit van Maastricht, de Rijksuniversiteit Groningen, TNO, NFI
en het KLPD en zes politieregio's mee: Groningen, Amsterdam Amstelland,
Gelderland-Zuid, Twente, Tilburg en Hollands Midden. Alle
onderzoeksresultaten zijn vanaf vandaag te downloaden op
www.druid-project.eu
******************************************
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid