Rijksoverheid
Toespraak conferentie Onderwijs en Ondernemen 'Op Expeditie'
Toespraak | 06-10-2011
Op donderdag 6 oktober sprak staatssecretaris Halbe Zijlstra de
conferentie 'Op Expeditie' toe. Ook de aanpassing van de
bijverdienregeling voor student-ondernemers kwam daarbij aan de orde.
Dames en heren,
o Als ik de stemming in de zaal goed peil, dan hebben jullie een
inspirerende ochtend achter de rug. Dat kan ook niet anders met zo'n
boeiend programma en een lezing van onze speciale gast uit de Verenigde
Staten, John Moravec. Jammer genoeg kon ik daar niet bij zijn, maar
zijn tekst zal ik vast nog wel kunnen krijgen.
o We zijn hier vandaag bij elkaar gekomen om te praten over
ondernemerschap in het onderwijs. Wat hebben we de afgelopen jaren
bereikt, waar staan we nu, waar willen we heen en welke weg gaan we
daarvoor volgen? De laatste vraag wordt zo meteen beantwoord door
minister Verhagen van EL&I wanneer hij onze gezamenlijke nota
`Onderwijs en Ondernemerschap' presenteert.
o Maar allereerst: waarom is dit onderwerp eigenlijk zo belangrijk?
Vroeger hoorde je daar bijna nooit iemand over. Maar recente
onderzoeken geven aan dat startende, jonge bedrijven en ondernemende
werknemers een positieve invloed hebben op de economische groei en
innovatiekracht van een land. We hebben een constante aanwas van jonge
bedrijven en succesvolle ondernemers nodig om onze kenniseconomie aan
de top te houden.
o Uit ander onderzoek komt naar voren dat het opleidingsniveau een
goede graadmeter is voor succesvol ondernemerschap. Hoe hoger het
opleidingsniveau, hoe groter de kans op succes. En daarom maken we werk
van ondernemerschap in het onderwijs.
o Het gaat daarbij niet alleen om de theorie. Natuurlijk moet je
een winst- en verliesrekening kunnen maken, natuurlijk moet je weten
hoe marketing werkt, hoe je een kostprijs berekent, hoe je een
ondernemingsplan schrijft: maar zeker zo belangrijk is een ondernemende
houding. En ook die kun je leren. Daarvoor moeten talenten als
creativiteit, zelfredzaamheid, en doorzettingsvermogen worden
aangesproken.
o Nog maar een paar jaar geleden was er veel minder aandacht voor
onderwijs en ondernemerschap. Slechts een derde van de studenten wilde
ondernemer worden, en die studenten vonden dat opleidingen het
ondernemerschap onvoldoende stimuleerden. Internationale vergelijkingen
onderschreven dat we het op dit punt niet best deden. Kortom: er was
veel werk aan de winkel.
o Daarom hebben we de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in
onderwijs en ondernemen. De ministeries van EZ en LNV - zoals die toen
nog heetten - en OCW stelden 30 miljoen beschikbaar voor het
Actieprogramma Onderwijs en Ondernemen. Maar het waren vooral de
leraren, schoolbestuurders, leerlingen en andere betrokkenen die dit
thema op de agenda hebben gezet. De kaders en de financiële middelen
kwamen uit Den Haag, maar jullie zijn ermee aan de slag gegaan. Zonder
jullie inzet waren we niet veel verder gekomen. Daarom wil ik jullie
hartelijk bedanken voor jullie inzet, ook namens minister Van
Bijsterveldt, die er vandaag jammer genoeg niet bij kan zijn.
o We hebben samen mooie resultaten geboekt:
o 75% van de studenten die zich bezighouden met ondernemerschap is
hier positief over;
o Meer dan de helft van de studenten wil na de studie gaan
ondernemen;
o 60% van de studenten beschouwt zichzelf als ondernemend.
o In 2010 was 7,2% van alle Nederlanders in de werkbare leeftijd
bezig om een nieuw bedrijf op te richten óf actief als
ondernemer van een bedrijf dat nog geen 3½ jaar bestaat. Daarmee staat
ons land met `nieuw ondernemerschap' op een mooie vijfde plaats, als
eerste EU land vlak achter de VS. Een positie in de top 5, zo hoog
heeft ons land nog nooit eerder in deze ranglijst gestaan! [Early-stage
entreprenerial activity: IJsland 10,6%, Noorwegen 7,7%, Australië 7,8%,
VS 7,6%]
o Met zulke cijfers kun je thuiskomen. Maar hoe duurzaam zijn die
resultaten voor de samenleving en voor de `jonge' ondernemer zelf? Hoe
kunnen we ervoor zorgen dat we dit niveau vasthouden, sterker nog, hoe
kunnen we ons nog verder verbeteren? En hoe kunnen we voorkomen dat
ondernemers na een vliegende start failliet gaan?
o Het antwoord ligt voor de hand: door te blijven investeren in
onderwijs en ondernemen. Vandaag heb ik de eer om een nieuwe tranche
van de ONO (Onderwijs Netwerk Ondernemen) regeling bekend te maken.
Vanaf vandaag kunnen scholen in het primair en voortgezet onderwijs,
het middelbaar beroepsonderwijs en de lerarenopleidingen aanvragen
indienen voor de derde tranche. Daarvoor hebben de ministeries van OCW
en EL&I een bedrag van 2 miljoen ter beschikking gesteld. Zo meteen ga
ik met een druk op de knop het startsein geven voor de nieuwe ONO
tranche.
o Met deze regeling willen we ondernemerschap en ondernemendheid in
het onderwijs voor de komende jaren waarborgen. In het middelbaar
beroepsonderwijs doen we bovenop ONO nog iets extra's met de
Certificeerbare Eenheid Ondernemerschap waarvan het Kenniscentrum
Handel in nauwe samenwerking met de MBO Raad de trekker is. De
Certificeerbare Eenheid Ondernemerschap borgt dat mbo-studenten tijdens
de opleiding de nodige kennis en kunde krijgen om een eigen onderneming
op te zetten. Voor het hoger onderwijs ontwikkelt de NVAO het
bijzondere kenmerk `Ondernemendheid'. Dat is nu nog een pilot, maar
vanaf volgend jaar kunnen opleidingen dit kenmerk definitief aanvragen
om ondernemerschap structureel te verankeren in hun opleiding.
o Daarnaast heb ik een probleem opgelost dat studentondernemers
afgelopen zomer bij me hebben aangekaart. Als je tijdens het lopende
collegejaar afstudeerde en meteen daarna winst begon te maken, dan
telde die winst met terugwerkende kracht mee voor de bijverdiengrens.
Zo kon het gebeuren dat je studiefinanciering moest terugbetalen omdat
je te veel had verdiend in een periode dat je al geen student meer was.
Maar dat is nu veranderd: studentondernemers worden voortaan op
dezelfde manier behandeld als afgestudeerden die in loondienst gaan. De
ongelijkheid, die nadelig kon uitpakken voor ondernemende studenten, is
opgeheven.
o Dames en heren, jongens en meisjes, we zijn goed op weg, maar we
hebben nog een eind te gaan. Daarom moeten we samen werk blijven maken
van ondernemerschap en ondernemendheid in het onderwijs. En deze
conferentie brengt ons weer een mooie stap verder.
o En dan is nu het moment gekomen om het officiële startsein te
geven voor de nieuwe tranche van de regeling ONO, oftewel Onderwijs
Netwerk Ondernemen!