Wageningen Universiteit en Researchcentrum 6 okt 2011

Onderdeel: LEI

De inkomens van land- en tuinbouwbedrijven schommelen de laatste jaren sterker dan aan het begin van dit decennium. Ook het aandeel bedrijven met een inkomen onder de lage inkomensgrens (22.000 euro per huishouden) loopt tussen de jaren flink uiteen. In 2009, toen het gemiddeld inkomen uit bedrijf een dieptepunt had bereikt, was dit percentage ruim 55%. Wanneer ook rekening wordt gehouden met inkomsten van buiten het bedrijf, dan is dit percentage lager, maar nog altijd bijna 45% in 2009. Doordat de bedrijfsresultaten in 2010 weer aantrokken is dit percentage teruggelopen tot circa een kwart van de bedrijven. Dit blijkt uit cijfers van het Informatienet van LEI, onderdeel van Wageningen UR.

De sterkere inkomensschommelingen hebben alles te maken met grotere fluctuaties in de opbrengstenprijzen voor producten als melk, vlees, groenten en akkerbouwproducten. Ook prijsschommelingen voor inputs als energie en voer zijn hier debet aan. Melkvee- en akkerbouwbedrijven bevinden zich met hun inkomen vaker boven de lage inkomensgrens per huishouden dan de andere land- en tuinbouwbedrijven. Kenmerkend voor agrarische bedrijven die vaak boven deze lage inkomensgrens uitkomen, is dat ze aanzienlijk groter zijn en vaak een jongere ondernemer hebben.

LEI-artikel: Sterkere inkomensschommelingen en grote diversiteit tussen bedrijfstype
Contact
Jakob Jager