Erasmus Universiteit Rotterdam

Promotie Mw. drs. B. Hoogendoorn

Titel proefschrift
Social Entrepreneurship in the Modern Economy: Warm Glow, Cold Feet
---

Promotoren:
Prof.dr. H.P.G. Pennings
Prof.dr. A.R. Thurik

---

Datum
06 oktober 2011 15:30

---

Locatie:
Woudestein, senaatszaal

---

Faculteit
Erasmus School of Economics (ESE)

Sociale ondernemerschap: positief welvaartsverschijnsel trekt ondernemers met afwijkend profiel

Sociale ondernemers hebben ondernemerschapskenmerken die in sommige opzichten minder gunstig zijn dan die van hun commerciële tegenhangers. Bovendien blijken de overlevingskansen van deze sociale bedrijven kleiner. Dit stelt Brigitte Hoogendoorn in haar proefschrift Social Entrepreneurship in the Modern Economy. Warm Glow, Cold Feet. Zij vond ook dat sociaal ondernemerschap een positief welvaartsverschijnsel is dat vaker voorkomt in landen met hoge inkomens en hoge overheidsuitgaven. Hoogendoorn promoveert op donderdag 6 oktober 2011 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Er zijn verschillende inspirerende voorbeelden van ondernemers die op een succesvolle manier de meest hardnekkige problemen van onze tijd aanpakken. Onder hen Muhammad Yunus, oprichter van de Grameen Bank voor microkrediet en winnaar van Nobelprijs voor de vrede in 2006. Andere voorbeelden betreffen De Straatkrant, de Fair Trade beweging, Dance4Life en Valid Express. Maar niet iedereen slaagt, hoe komt dat?

Hoogendoorn baseert haar conclusies op grootschalige en internationaal vergelijkbare data over sociale en commerciële ondernemingen. Sociale ondernemingen hebben minder kans de beginfasen (van initiatief tot 3 jaar) van het ondernemerschapsproces te overleven dan commerciële ondernemingen. Hierbij ervaren sociale ondernemers een gebrek aan financiële middelen en opstartinformatie.

Ook blijkt er een verschil te zijn tussen het ondernemersprofiel van commerciële en sociale ondernemers. De laatsten combineren hun bedrijf vaker met een andere baan en steken daardoor minder tijd in hun bedrijf. Daarnaast hebben sociale ondernemers minder vertrouwen in hun eigen kennis en vaardigheden om een bedrijf te starten en managen. Ook het genereren van eigen inkomsten en het ambitieniveau wijken af.

De promovendus stelt dat deze bevindingen nieuwe vragen oproept: missen sociale ondernemers die bovenal gemotiveerd zijn om `iets sociaals' te doen de noodzakelijke eigenschappen om dit op een succesvolle wijze te doen?
Zij suggereert bovenal om rekening te houden met het afwijkende ondernemerschapsprofiel van de sociale ondernemer en specifiek aandacht te besteden aan die aspecten die als minder gunstig beschouwd kunnen worden ten opzichte van de commerciële tegenhanger.