Rechtbank Alkmaar
Gevangenisstraf daders doodslag en diefstal in Den Oever
Alkmaar , 25-10-2011
De rechtbank in Alkmaar heeft twee jonge mannen (Sjaak van E. en Arnoud
G.) veroordeeld tot gevangenisstraffen voor het plegen van doodslag op
een 62-jarige man en het plegen van diefstal uit zijn woning. Sjaak van
E. is veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf en Arnoud G. kreeg 3,5
jaar. De rechtbank spreekt beide mannen vrij van moord omdat zij niet
bewezen acht dat verdachten met een vooropgezet plan het slachtoffer
van het leven hebben beroofd.
Strafmotivatie
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank uiteraard rekening
gehouden met het feit dat de rechtsorde door deze daad ernstig en
langdurig is geschokt. Bovendien is er onherstelbaar leed toegebracht
aan de nabestaanden van het slachtoffer. Aan de andere kant weegt de
rechtbank mee in haar vonnis dat beide daders nooit eerder zijn
veroordeeld, dat er van de kant van Sjaak van E. sprake was van
volstrekt plotselinge, impulsieve agressie en bovendien dat Van E.
verminderd toerekeningsvatbaar is verklaard. Ten slotte is in
aanmerking genomen dat Arnoud G. geen initiërende rol heeft gehad bij
het geweldsincident. Het was Van E die het overgrote deel van de
verwondingen heeft toegebracht waaraan het slachtoffer is overleden.
Toedracht
Op de ochtend van 9 september 2010 zijn verdachten naar de woning van
het slachtoffer gegaan en hebben hem kort daarna op uiterst
gewelddadige wijze om het leven gebracht, door hem veelvuldig met een
mes te steken. Verdachten hebben zich daarna helemaal niet meer om het
slachtoffer bekommerd en hebben een groot geldbedrag en goederen uit de
woning meegenomen.
Uit onderzoek is gebleken dat het slachtoffer 60 steekverwondingen
heeft opgelopen en dat hij als gevolg van interne verbloeding en
orgaanschade aan het hart is overleden. Ook is bewezen dat Sjaak van E.
het slachtoffer met een mes veelvuldig heeft gestoken. Vervolgens heeft
Arnoud G. het mes van hem overgenomen en een grote snede van (17,5 cm x
1,5 cm) in de rechteronderarm van het slachtoffer gemaakt, naar zijn
zeggen om te kijken of het slachtoffer inmiddels was overleden. Dit
letsel is volgens onderzoek toegebracht toen het slachtoffer nog
leefde. Hoewel deze wond op zichzelf niet dodelijk zou zijn geweest,
heeft deze wel bijgedragen aan de dood van het slachtoffer.
Medeplegen doodslag
De rechtbank is van oordeel dat Arnoud G. schuldig is aan het
medeplegen van doodslag omdat de steekpartij - gelet op de vele
steekverwondingen - enige tijd geduurd moet hebben. Dat G. die tijd
bewust heeft meegemaakt, blijkt uit de gedetailleerde manier waarop hij
heeft verklaard over het vallen van het slachtoffer, diens angstkreten
en de reactie daarop van Sjaak van E. dat het slachtoffer zijn mond
moest houden. Uit de reeks van gebeurtenissen en de tijdsduur die
daarmee gepaard moet zijn gegaan, maakt de rechtbank op dat G.
voldoende gelegenheid heeft gehad om in te grijpen of weg te gaan. G.
heeft zich echter niet gedistantieerd. In plaats daarvan heeft hij het
mes van Van E. overgenomen en daarmee een forse snede in de onderarm
van het slachtoffer gemaakt.
Ook de feiten die plaatsvonden na afloop van het geweldsincident hebben
de rechtbank doen beslissen dat sprake is van medeplegen. Alvorens de
woning te verlaten heeft Arnoud G. zijn handen in de wasbak in de
badkamer gewassen. Verdachten hebben de woning van het slachtoffer
verlaten en daarbij de sleutel meegenomen. Eenmaal thuis ontdekte
Arnoud G. dat hij zijn ring kwijt was. Uit angst dat zijn ring in het
huis van het slachtoffer was achtergebleven en daar zou worden ontdekt,
zijn verdachten samen naar de woning van het slachtoffer teruggegaan.
Zij gebruikten de sleutel om binnen te komen, en zijn samen naar boven
gelopen om de ring te halen. Daarna heeft Arnoud G. de huissleutel in
bijzijn van Sjaak van E. in een rioolput gegooid. Hieruit blijkt dat
verdachten nauw hebben samengewerkt om te verhullen dat zij betrokken
waren bij de dood van het slachtoffer.