Rijksoverheid


26 oktober 2011

Antwoord op schriftelijke vragen met kenmerk 2011Z19870

Hierbij bied ik u mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door het lid Brinkman (PVV) over het artikel "Remkes feliciteert waterschap op zeeniveau". Deze vragen werden ingezonden op 11 oktober 2011 met kenmerk 2011Z19870.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner



2011Z19870 Antwoorden op vragen van het lid Brinkman (PVV) van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het artikel "Remkes feliciteert waterschap op zeeniveau" (ingezonden 11 oktober 2011)

Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het artikel "Remkes feliciteert waterschap op zeeniveau"? Antwoord 1: Ja Vraag 2 Bent u verbaasd dat de huidige voorzitter van het Interprovinciaal Overleg (IPO) de waarde van de zelfstandigheid van de waterschappen zo hoog acht, terwijl het IPO vorig jaar nog opperde de taken van de waterschappen bij de provincie onder te brengen? Zo nee, waarom niet? Antwoord 2: Op 23 mei 2011 is het Bestuursakkoord Water ondertekend door de bij het waterbeheer betrokken partijen. In dit bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt over onder meer de taakverdeling tussen Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen, alsmede over de wijze waarop de verschillende bestuurslagen met elkaar samenwerken om de gemeenschappelijke doelen te realiseren. Van onderbrenging van de taken van de waterschappen bij de provincie is in deze afspraken geen sprake. Aangezien ook het IPO het bestuursakkoord water heeft ondertekend, verbaast de uitspraak van de voorzitter van het IPO mij ni et. Vraag 3 Deelt u de mening dat het, in het kader van de kerntakendiscussie en reorganisatie van het binnenlands bestuur, een goed idee is de taken van de waterschappen bij de provincie onder te brengen en daarmee de waterschappen op te heffen? Zo ja, bent u bereid hierover plannen naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet? Antwoord 3: In het regeerakkoord is vastgelegd dat het kabinet met een voorstel komt dat erin voorziet dat de besturen van de waterschappen door de gemeenteraden verkozen worden. Daarmee heeft het kabinet de keuze gemaakt om de waterschappen als functioneel orgaan met een gekozen bestuur te laten voortbestaan. Ook in mijn visienota "Bestuur en bestuurlijke inrichting" heb ik duidelijk gemaakt dat de waterschappen Grondwettelijk ingestelde functionele bestuursorganen blijven. Het behoud van de huidige organisatievorm is belangrijk omdat de opgaven op het gebied van waterveiligheid omvangrijk zijn. De uitvoeringskracht van de waterschappen is van essentieel belang om voortvarend aan de slag te blijven. De waterschappen beschikken over deze uitvoeringskracht omdat zij uitsluitend het belang van goede waterstaatszorg behartigen en via hun heffingen de benodigde middelen voor hun wettelijke taken kunnen genereren, terwijl deze niet kunnen worden aangewend voor andere belangen. Vraag 4 Indien u ervan uit gaat dat de heer Remkes niet als voorzitter van het IPO heeft gesproken, bent u dan van mening dat de ondemocratisch, door de Koning benoemde, bestuurder Commissaris van de Koningin Remkes, zich beter bezig kan houden met het besturen van zijn provincie, dan zich te bemoeien met het binnenlands bestuur en te lobbyen voor een randstadprovincie? Zo nee waarom niet? Antwoord 4: In onze gedecentraliseerde eenheidsstaat beschikken de medeoverheden over autonome vrijheid. Het is daarmee niet aan mij te oordelen over welke zaken de heer Remkes zich al dan niet uitlaat, in welke van de twee hoedanigheden dan ook.