gebruikt TNO-methode voor richtlijn etikettering van voedselallergenen
27 oktober 2011
Amerikaanse en Australisch-Nieuw Zeelandse partners
Allergiebureau Australië en Nieuw-Zeeland gebruikt TNO-methode voor richtlijn
etikettering van voedselallergenen
De methode van TNO voor het opstellen van richtlijnen voor het wel of
niet vermelden van de mogelijke aanwezigheid van allergenen op het
etiket, is door het Australisch-Nieuw Zeelandse Allergie Bureau met
succes toegepast. Dit maakte het bureau onlangs bekend.
De methode van TNO om risico's van voedselallergenen te kunnen
berekenen en de unieke database over gevoeligheden van
voedsel-allergische patiënten zijn gecombineerd met gegevens van het
Amerikaanse "Food Allergy Research and Resources Program". Samen met
deze partner heeft TNO het Australisch-Nieuw Zeelandse Allergen Bureau
geholpen met het opstellen van een richtlijn voor allergeen
etikettering voor Australië en Nieuw Zeeland. Door deze aanpak is het
voor het eerst mogelijk om voor de meeste belangrijke allergenen uit te
rekenen bij welke hoeveelheden allergeen er een gevaarlijke situatie
ontstaat.
Waarde voor inname
Centraal in deze richtlijn voor allergeenetikettering staat een
overzicht van waarden waarboven een inname van allergenen gevaarlijk
wordt. Dit overzicht is op basis van de door TNO bedachte aanpak
ontwikkeld. Verwacht wordt dat deze aanpak navolging zal krijgen in
Europa en Amerika en dat bedrijven over de hele wereld dit overzicht
zullen gaan gebruiken. "Het was daarom ook heel belangrijk om hier met
partners van verschillende continenten aan te werken", aldus Geert
Houben, programmaleider voedselveiligheid bij TNO. Houben meldt dat de
nieuwe richtlijn in Australië-Nieuw Zeeland dit jaar gehanteerd kan
gaan worden. "Toen ik daar op bezoek was om hen te adviseren merkte ik
dat industrie, wetenschap en politiek heel goed samenwerken op dit
punt. Ik verwacht dat het proces in Europa nog wel één of twee jaar
gaat duren".
Voedselallergenen
Voedselallergenen kunnen onbedoeld in levensmiddelen terechtkomen.
Bijvoorbeeld door verontreiniging van grondstoffen of als een
productielijn in de fabriek niet 100% schoon gemaakt kan worden. Meer
dan driehonderdduizend mensen met voedselallergie moeten hier in
Nederland dagelijks mee omgaan. Een veelvoud van dat aantal mensen doet
dagelijks boodschappen of kookt waarbij rekening gehouden moet worden
met iemand met voedselallergie. Zij moeten het nu doen met zinnen op
etiketten zoals: `Kan sporen van noten bevatten', of `in de fabriek
waar dit product gemaakt wordt is ook melk aanwezig', waarbij niet
duidelijk is of er nu wel of niet een relevant risico is. Fabrikanten
van voedingsmiddelen zien zich gedwongen om zulke zinnen te hanteren,
onder andere omdat ze aansprakelijk gesteld kunnen worden voor schade.
Ook al gaat het om minuscule sporen van allergenen. "Als de fabrikant
kan schatten hoeveel van een allergeen onbedoeld in een product kan
komen, geeft de richtlijn aan of er al dan niet een waarschuwing op het
etiket moet", aldus Houben. Als er een duidelijke richtlijn is, weten
zowel fabrikanten als consumenten waar ze aan toe zijn.
bericht 2011-54
www.allergenbureau.net/vital/
MEER INFORMATIE