Politieoptreden in gevaarsituaties behoeft verbetering

Persbericht van Politieacademie

De manier waarop in Nederland in de afgelopen twintig jaar gestalte is gegeven aan politiewerk is zo nadrukkelijk gericht op de ontwikkeling van sociale kwaliteiten van politiemensen dat dit ten koste is gegaan van de fysiek-mentale vorming van politiemensen. De politie zal in de komende jaren veel tijd en energie dienen te spenderen aan het realiseren van de noodzakelijke balans tussen sociaal en stevig optreden. Dat concluderen Van der Torre, Gieling en andere onderzoekers van de Politieacademie in het onderzoek 'Veilig Politiewerk'. In het onderzoek is nagegaan hoe uitvoerende agenten die noodhulp verlenen en/of politiewerk leveren in de wijk (wijkpolitie) geweldgebruik ervaren. De onderzoekers enqu(ee)teerden ruim 4.400 agenten en interviewden er ruim 200. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de Raad van Korpschefs, politiebonden en het programma Veilige Publieke Taak van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelatie en vanochtend in ontvangst genomen door de voorzitter van de Raad van Korpschefs en de landelijk programmadirecteur professionele weerbaarheid.

Een kwart van de agenten zegt dat ze er wel eens van af ziet om op te treden in risicovolle omstandigheden, terwijl dat eigenlijk wel zou moeten. Agenten schrijven dit vooral toe aan operationele onbalans in de operationele dienst, zoals die naar voren komt bij een tekort aan beschikbaar politiepersoneel, twijfel over de geweldskwaliteiten van directe collega's, of onzekerheid over de nasleep van geweldgebruik. Dit mogelijk in combinatie met grof geweld tegen de politie. In tegenstelling tot eerdere berichtgeving op basis van een gelekte conceptversie van dit rapport concluderen de onderzoekers niet dat een kwart van de executieven in de basispolitie niet optreedt bij geweld.

De mogelijkheid en soms plicht om geweld te gebruiken is een onderscheidend kenmerk van de politiefunctie. Het kenmerkt de Nederlandse politie dat zij handhaving koppelt aan het opbouwen van maatschappelijke relaties. Er wordt gestreefd naar een balans tussen handhavende en relationele aspecten van politiewerk. Het onderzoek toont aan dat dit evenwicht in het geding is. De situatie is in de alledaagse dienst nog niet kritiek volgens de onderzoekers omdat op de werkvloer vaak nog een mix bestaat tussen sociale vaardigheden en vaardigheden om stevig op te treden. Wel vergt de situatie serieuze aandacht en stevige interventies om die balans ook in de toekomst te kunnen waarborgen.

De eenzijdige aandacht voor relationele aspecten van het politiewerk wordt volgens veel uitvoerende agenten weerspiegeld in het politie-uniform. Deze balansverstoring geeft uitvoerende agenten het gevoel dat correct geweldgebruik wordt ondergewaardeerd en zelfs kan worden gezien als een indicatie van een verkeerde politiestijl. Agenten zien de balansverstoring ook terug in de nasleep van geweldsincidenten. Ze vinden dat daders van geweldgebruik tegen de politie niet streng genoeg worden aangepakt en dat burgers te gemakkelijk valse aangiften of klachten in kunnen dienen tegen agenten. Terwijl het voor een agent veel inspanning en tijd vergt om zich voor geweldgebruik te verantwoorden. Op de werkvloer van de basispolitie bestaat onvrede over de kwaliteit van het teamwerk in risicovolle situaties. Er wordt onvoldoende getraind op geweldgebruik, in het bijzonder op optreden in groepsverband. Er is kritiek op de roostersystematiek waardoor agenten in de straatdienst vaak onvoldoende op elkaar zijn ingespeeld. Agenten zouden het in hoge mate op prijs stellen als ze met vaste collega's kunnen werken.

Links:
http://www.politieacademie.nl



Razende Robot Reporter