Technische Universiteit Delft

ERC Advanced Grant van 2,9 miljoen Euro voor grootschalig onderzoek naar kustverandering

De Delftse hoogleraar Marcel Stive heeft een ERC Advanced Grant van 2,9 miljoen euro toegekend gekregen van de EU. Hij gaat dit bedrag de komende vijf jaar aanwenden voor het project Nearshore Monitoring and Modelling: Inter-scale Coastal Behaviour. Dit grootschalige observatie- en meetprogramma aan de kust rond Den Haag moet leiden tot goede lange-termijnvoorspellingen voor kustveranderingsprocessen. Deze ontbreken nu nog.

De enorme groei van de bewoning in kustgebieden in de laatste vijftig jaar, heeft daar geleid tot investeringen (zoals infrastructuur) die vele miljarden euro's waard zijn. Dit betekent dat natuurlijke risico's en gevaren in kustgebieden zullen leiden tot zeer grote milieu- en sociaal-economische schade. De tsunami van 2004 in de Indische Oceaan en orkaan Katrina rond New Orleans (2005) zijn daar sprekende voorbeelden van. De verwachte stijging van de zeespiegel maakt dit probleem nog nijpender.

De zandmotor voor de kust tussen Ter Heijde en Kijkduin (foto: Siebe Swart)

'Om de verwachte impact van dit soort risico's binnen de perken te houden, moeten we snel overgaan naar goed-geïnformeerde planning/management van kustzones', zegt prof. Marcel Stive van de TU Delft. 'Maar daarvoor zijn allereerst nauwkeurige voorspellingen van kustveranderingsprocessen nodig die werken op grote tijd- en ruimteschalen (decennia en tientallen kilometers).' De meeste lange-termijnvoorspellingen van grootschalige kustveranderingsprocessen worden volgens Stive nog gemaakt met vrij simpele methoden en modellen. Stive: 'Dat is onvoldoende. Om goede lange-termijnvoorspellingen op grote schaal te kunnen maken, moeten de interacties en de feedbacks van de fysische processen ook op kleinere ruimte- (100 m) en tijdschaal (weken) worden bestudeerd en in kaart gebracht.'

Stive wil daarom in het nieuwe meet- en observatieproject voor het eerst een strategische combinatie maken van allerlei technieken (zoals satelliet- en video-observaties). Deze werken vooral op micro- en mesoschaal maar de crux is de combinatie met technieken en data die geldig zijn voor de lange termijn. Deze laatste data komen onder meer van de JARKUS-metingen (Jaarlijkse Kustmetingen) aan de Nederlandse kust. Dit zal leiden tot een dataset waarmee men inzicht kan verwerven in de interacties die plaatsvinden op alle tijd- en ruimteschalen. Het project dat nu is toegekend, zal de komende vijf jaar plaatsvinden in een kustzone van 20 km rond Den Haag.