Rijksoverheid
Wetsvoorstel passend onderwijs naar de Tweede Kamer
Nieuwsbericht | 29-11-2011
Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben op school krijgen in de
toekomst een passende plek binnen het onderwijs. Jarenlang is gewerkt
aan een nieuw wettelijk systeem voor extra ondersteuning van leerlingen
in het onderwijs. Vandaag heeft minister Van Bijsterveldt het
wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd.
Dit voorstel geeft scholen en samenwerkingsverbanden meer ruimte om
passend onderwijs vorm te geven. Schoolbesturen krijgen de
verantwoordelijkheid om voor alle kinderen die extra ondersteuning
nodig hebben een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te vinden.
Ouders hoeven zelf geen ingewikkelde indicatieprocedures te doorlopen
worden niet meer van het kastje naar de muur gestuurd en leraren worden
beter voorbereid op het omgaan met verschillen in kinderen. Het nieuwe
stelsel is transparanter, minder bureaucratisch en eenvoudiger. Het
wetsvoorstel is gebaseerd op eerdere brieven die de minister naar de
Tweede Kamer heeft gestuurd en adviezen van onder meer de
Onderwijsraad, de Evaluatiecommissie Passend Onderwijs, advies van de
Raad van State en een openbare internetconsultatie.
Betere samenwerking binnen en buiten het onderwijs
Om te zorgen dat leerlingen het best passende onderwijsaanbod krijgen,
gaan reguliere- en speciale scholen in een regio samenwerken in een
samenwerkingsverband. In het samenwerkingsverband worden onder meer
afspraken gemaakt over welke kinderen geplaatst kunnen worden in het
speciaal onderwijs, welke begeleiding in de reguliere scholen kan
worden geboden en over de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. Het
plan met de afspraken dat het samenwerkingsverband maakt, moet worden
goedgekeurd door de medezeggenschapsraad van het samenwerkingsverband.
Dit betekent dat ouders en leraren medezeggenschap krijgen over de
inzet en de verdeling van het geld voor extra ondersteuning. Met de
gemeenten wordt op overeenstemming gericht overleg gevoerd in verband
met de verantwoordelijkheden die gemeenten hebben danwel krijgen op het
gebied van leerlingenvervoer, huisvesting, (jeugd)zorg en arbeidsmarkt.
Vereenvoudiging stelsel onderwijsondersteuning
Dit wetsvoorstel maakt een einde aan het huidige complexe en
bureaucratische systeem van de onderwijsondersteuning. Er komt ruimte
voor scholen en samenwerkingsverbanden om passend onderwijs vorm te
geven, passend bij de eigen regio. Ouders kunnen hun kind dat extra
ondersteuning nodig heeft, aanmelden bij de school van hun voorkeur.
Deze school moet zorgen voor een zo passend mogelijk aanbod. Als de
school dit niet zelf kan bieden, wordt na overleg met de ouders naar
een passende plek op een andere reguliere of speciale school gezocht.
De school regelt de indicatie voor extra ondersteuning. Ouders hoeven
geen ingewikkelde procedures te doorlopen. De huidige circa 70.000
plekken in het speciaal onderwijs blijven in volle omvang bestaan.
Docenten beter toegerust
Docenten moeten goed worden voorbereid op passend onderwijs. Het
bevorderen van de deskundigheid van docenten is ook een speerpunt van
dit kabinet. Vanaf 2012 komen er middelen voor de professionalisering
van docenten. Een belangrijk onderdeel is de toerusting van docenten op
het gebied van omgaan met verschillen bij leerlingen in de klas.
Scholen kunnen zelf bepalen hoe het geld wordt ingezet. Wel worden er
op landelijk niveau prestatieafspraken gemaakt.
Planning
De invoering van passend onderwijs staat gepland op 1 augustus 2012.
Vanaf die datum wordt passend onderwijs in meerdere stappen ingevoerd.
Vanaf 1 augustus 2013 geldt de zorgplicht voor scholen. Op
verschillende plekken in het land hebben schoolbesturen zelf al het
initiatief genomen om de invoering van passend onderwijs vorm te geven.
Daarbij wordt ook de samenwerking met gemeenten en jeugdzorg gezocht.
Kern van het wetsvoorstel:
* Ouders melden hun kind tijdig (schriftelijk) aan bij de school van
hun voorkeur. De beslistermijn over toelating wordt gemaximeerd: de
school moet binnen 6 tot 10 weken een zo passend mogelijk aanbod op
de eigen of een andere reguliere of speciale schoolregelen. De
school heeft dus een zorgplicht.
* Minder bureaucratie voor ouders: de school regelt de extra
ondersteuning in de klas of plaatsing in het (v)so. Ouders hoeven
dus niet meer zelf een ingewikkelde indicatieprocedure te
doorlopen. De landelijke indicatiesystematiek wordt afgeschaft.
* Scholen krijgen meer ruimte bij de toekenning van de extra
onderwijsondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben. Dit
betekent meer ruimte voor maatwerk, een betere beheersbaarheid en
minder bureaucratie.
* Het accent verschuift van het medisch labelen van kinderen naar wat
leerlingen nodig hebben om onderwijs te kunnen volgen. Niet de
medische beperking, maar de onderwijsbehoefte van een kind wordt
het uitgangspunt. Daarom wordt in dit wetsvoorstel expliciet
gesproken over onderwijsondersteuning van leerlingen.
* Het geld komt meer in de klas terecht, bij de leerkrachten.
Leerkrachten worden beter toegerust in het omgaan met verschillende
leerlingen.
* Ouders en leraren krijgen medezeggenschap over het beleid en de
inzet van de verdeling van de middelen/het budget van het
samenwerkingsverband.
* De huidige circa 70.000 plekken in het speciaal onderwijs blijven
in volle omvang bestaan.
* Betere samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs en tussen
scholen, gemeenten en jeugdzorg.