Gemeente Barneveld
Openbaar voortgezet onderwijs op dit moment niet mogelijk
De vestiging van een school voor openbaar voortgezet onderwijs is op
dit moment niet mogelijk in Barneveld. De gemeente Barneveld, de
Initiatiefgroep Openbaar Voortgezet Onderwijs (hierna: Initiatiefgroep
OVO) en de belangenorganisatie voor het openbaar onderwijs VOS/ABB
concluderen, na een langdurig en zorgvuldig onderzoek (onder meer met
het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) dat de huidige
wet- en regelgeving onvoldoende ruimte biedt voor de vestiging van een
school voor openbaar voortgezet onderwijs in Barneveld.
De gemeente Barneveld, de Initiatiefgroep OVO, de Onderwijsgroep
Amersfoort en VOS/ABB hebben in april 2010 de minister in een brief
gevraagd om de mogelijkheden te bespreken voor de vestiging van een
school voor openbaar voortgezet onderwijs in Barneveld. Onderzoeken en
peilingen gaven aan dat in Barneveld behoefte bestaat aan een school
voor openbaar voortgezet onderwijs.
De vier partijen hebben gezamenlijk een brief gestuurd naar de
staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In deze brief
hebben de partijen aangegeven dat alle mogelijkheden voor de vestiging
van een school voor openbaar voortgezet onderwijs moeten worden
onderzocht.
Rol van de provincie Gelderland
De staatssecretaris heeft daarop aangegeven dat de gemeente, de
Initiatiefgroep OVO en VOS/ABB in eerste instantie met de provincie
Gelderland om tafel moesten gaan zitten om de medewerking van de
provincie Gelderland te bespreken. De provincie Gelderland stelde dat
in Barneveld sprake is van een zogenoemde `witte vlek' op de kaart van
het openbaar voortgezet onderwijs in Nederland. De provincie vroeg
daarop de gemeente Barneveld, in samenwerking met de Initiatiefgroep
OVO en VOS/ABB, een aanvraag in te dienen bij het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de vestiging van een school voor
openbaar voortgezet onderwijs.
Uitleg regelgeving
De afgelopen maanden hebben de gemeente, de Initiatiefgroep OVO en
VOS/ABB, daarbij bijgestaan door de Onderwijsgroep Amersfoort,
intensief en in goede harmonie onderzocht op welke wijze de aanvraag
het beste kon worden vorm gegeven. Daarbij is ook contact geweest met
het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in het bijzonder
voor wat betreft de interpretatie van de huidige regelgeving en de
mogelijkheid tot (aanvullende) bekostiging. De conclusie van dat
onderzoek is dat volgens de prognoseberekening waaraan het ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de aanvraag zal gaan toetsen té
weinig belangstelling wordt aangetoond om vestiging van een openbare
school voor voortgezet onderwijs mogelijk te maken. Op basis van die
prognoseberekening komt de gewenste school ruim 130 leerlingen tekort
ten opzichte van de zogenoemde 2/3-norm zoals die door het ministerie
wordt gehanteerd in het geval van een `witte vlek'.
Alle partijen zijn het erover eens dat de afgelopen jaren door de
direct betrokkenen op zeer zorgvuldige wijze onderzoek is gedaan naar
de mogelijkheden om in Barneveld een school voor openbaar voortgezet
onderwijs te realiseren. De inzet van alle betrokken partijen is daarin
te prijzen en wordt wederzijds gewaardeerd. De partijen hebben
afgesproken dat de komende periode wordt bekeken of er wellicht
mogelijkheden zijn om op landelijk niveau politiek draagvlak te creëren
om de wet- en regelgeving zó aan te passen, dat vestiging van een
levensvatbare school voor openbaar voortgezet onderwijs toch in beeld
komt.