Verloren generatie?


Rapport War Child: Psychosociale noodhulp cruciaal voor Syrische kinderen

Amsterdam -10 december 2013- Al bijna drie jaar lang worden de levens van miljoenen Syrische kinderen door het aanhoudende conflict volledig ontwricht. Ze zijn buitenproportioneel de dupe van een oorlog waar ze zelf nooit om hebben gevraagd. Om een verloren generatie met weinig vooruitzichten
op duurzame vrede te voorkomen, moet bij de verlening van noodhulp ook aandacht zijn voor psychosociaal welzijn. Dat stelt War Child in een vandaag verschenen rapport Psychosocial support in emergencies: critical for Syrian children.

In het Syrische conflict worden kinderen op geen enkele manier ontzien. Kinderen worden gedood en zijn bewust doelwit van geweld. Ze moeten vechten, worden ontvoerd, gemarteld en misbruikt. Ze zijn getuige van afschuwelijke wreedheden en angstaanjagende situaties, hebben familieleden verloren,
moeten vluchten en kunnen niet meer naar school. De Nederlandse Minou Hexspoor (35), War Child-cooerdinator psychosociale hulpverlening in Libanon: "Met de dag neemt het risico toe dat een gehele generatie verloren gaat. En daarmee ook een reele kans op duurzame vrede. Er is een ernstig gebrek
aan noodhulp. Daar bovenop wordt de hulp gericht op het psychosociale welzijn en herstel van kinderen grotendeels over het hoofd gezien. Dit ondanks groeiend bewijsmateriaal dat psychosociale noodhulp cruciaal is in crisissituaties Ook de verhalen van kinderen zelf, die wij dagelijks spreken,
getuigen van de noodzaak. Ze hebben verschrikkelijk veel meegemaakt, maar we kunnen ze, stapje voor stapje, nu al helpen bij het verwerken van hun ervaringen."

Normaliteit
Hexspoor: "Op een leeftijd dat kinderen zich veilig zouden moeten voelen, is er voor Syrische kinderen geen enkele notie van normaliteit en houvast meer. Ze vertellen dat ze voortdurend angstig zijn. Geluiden en beelden van de oorlog achtervolgen hen en eenmaal gevlucht, verdwijnt hun angst
niet. In hun nieuwe omgeving worden ze gediscrimineerd en vaak niet geaccepteerd. Bijvoorbeeld Karim. Hij wil de straat niet meer op omdat hij bang is dat iedereen hem pijn wil doen. Bovendien beginnen veel kinderen, door de langdurige blootstelling aan geweld, te geloven dat leven in een
wereld vol geweld normaal is. Dat zie je terug in hun spelgedrag en de manier waarop zij met elkaar omgaan; boos en agressief. Het verandert uiteindelijk volledig hun kijk op de werkelijkheid."

Lage prioriteit
Om verdere beschadiging te voorkomen, is snel ingrijpen van belang. Maar de prioriteit die hier in de humanitaire (nood)hulpverlening aan gegeven wordt, is laag. Slechts in zeer beperkte mate zijn hiervoor fondsen beschikbaar. Zo heeft hooguit 20% van de twee miljoen Syrische vluchtelingen een
vorm van psychosociale hulp ontvangen en gaan nog geen 120.000 kinderen (van de 1 miljoen) naar school.

War Child vindt dat Syrische kinderen de kans moeten krijgen nu een begin te maken met het verwerken van hun ingrijpende ervaringen om de cirkel van oorlog en geweld te doorbreken. Niet pas als er al vrede is. De internationale gemeenschap moet daarom meer fondsen beschikbaar stellen voor
noodhulp, meer aandacht hebben voor kinderen en investeren in hun psychosociale welzijn. Want gewoon weer kind zijn, kan van levensbelang zijn voor het psychisch overleven in dit soort ontwrichtende situaties.

War Child in Libanon
In Libanon biedt War Child op een veilige plek (psychosociale) hulp en onderwijs aan kinderen en jongeren die het gelukt is de grens over te steken en het geweld te ontvluchten. Bijvoorbeeld Mariam, een 8-jarig meisje dat gedwongen werd toe te kijken hoe haar vader op gruwelijke wijze werd
vermoord. Sindsdien kan zij niet meer praten. Bij War Child leert zij om zich stapje voor stapje open te stellen. De organisatie heeft tot dusver 20.000 kinderen kunnen helpen. Met het aanhouden van het geweld zijn er naar verwachting aan het einde van dit jaar meer dan een miljoen
geregistreerde vluchtelingen in Libanon, van wie ongeveer de helft kind is.