Geen militaire repatrieringsmissie naar Oekraine

Nieuwsbericht | 27-07-2014

Minister-president Rutte heeft zaterdag 27 juli om 17.30 uur een persconferentie gegeven over de vliegramp in Oekraine. Hij deed dit na afloop van een extra Ministerraad in het Catshuis. "Alle opties om de stoffelijke overschotten zo snel en veilig mogelijk uit het rampgebied naar Nederland over te brengen zijn de afgelopen dagen grondig bestudeerd. Het verkrijgen van een militair overwicht door een internationale missie in dit gebied is, zo is onze conclusie, niet realistisch."

Rutte:

Nederland rouwt met de nabestaanden. De ramp met de MH17 etst zich in het collectieve bewustzijn van Nederland en alle landen die slachtoffers te betreuren hebben. En tegelijkertijd beseft iedereen: er is nog zo veel te doen. Zoals u weet hebben de meeste bewindslieden praktisch permanent contact. En vandaag heb ik voor de tweede keer sinds de afschuwelijke ramp toe besloten de Ministerraad bijeen geroepen, de eerste keer was afgelopen woensdagavond. Het is goed gebruik om niet op zondag te vergaderen, maar soms dwingen de omstandigheden tot het maken van een uitzondering.

Voordat ik nader inga op de Ministerraad van vandaag wil ik eerst met u spreken over de actuele situatie van vandaag op de crash site en omgeving. Vanmorgen heeft de NCTV, u weet de NCTV bepaalt dag voor dag, iedere keer opnieuw of toegang kan worden verleend tot de crash site. Vanmorgen heeft de NCTV besloten dat dat mogelijk was. Er zouden vandaag 27 Nederlandse en 11 Australische mensen aan de slag gaan op zoek naar slachtoffers. Gedurende de ochtend kwam er nieuwe informatie binnen van de OVSE en op basis van die informatie die wees op gevechtshandelingen in de buurt van de crash site, is besloten om vandaag niet naar de crash site te gaan, omdat het daarvoor te onveilig is. Dit is iets wat dus iedere dag opnieuw gebeurt, bepalen of we ernaartoe kunnen en vervolgens bepalen ook gedurende de dag of we er kunnen blijven werken. Vandaag een dag dat we dachten het te kunnen doen, in de loop van de ochtend kwam nieuwe informatie en op die manier proberen we er zo veilig mogelijk te werken.

Tegelijkertijd hebben wij steeds te bezien of de informatie die wij krijgen op grond waarvan we iedere dag besluiten of mensen naar de crash site kunnen, of die informatie ook aanleiding is om aan te nemen dat de hele context verandert. Er lijkt sprake vandaag te zijn van gevechtshandelingen van een meer dan gemiddeld karakter uit de afgelopen week. Wij hebben daar verder nog geen nadere duiding van, nog geen nadere berichten van. Maar de eerste signalen zijn dat er stevig wordt, dat het gaat om stevige gevechtshandelingen en ik kan dus nog niet zeggen of deze gevechtshandelingen leiden tot een verandering van de context waarin wij kijken naar onze belangrijkste doelstelling, namelijk op de crash site het vinden en terughalen van de daar nog aanwezige slachtoffers.

Goed, dat over de dag van vandaag. Ik ga terug naar de Ministerraad. In de Ministerraad hebben we ons gebogen over de vraag wat ons te doen staat om onze belangrijkste prioriteit die ik net noemde te realiseren: namelijk het repatrieren van alle nog overgebleven stoffelijke overschotten en waar mogelijk ook hun persoonlijke bezittingen. Dat is het doel. Ons doen en laten heeft de afgelopen periode voortdurend ook in het teken van dat doel gestaan. Ook nu de stoffelijke overschotten voor het merendeel terug zijn in Nederland. En ik zou haast willen zeggen juist nu, want de tijd is niet onze bondgenoot.

Alle opties om de stoffelijke overschotten zo snel en veilig mogelijk uit het rampgebied naar Nederland over te brengen zijn de afgelopen dagen grondig bestudeerd. Daarover zijn we uitvoerig in contact met onze belangrijkste partners, Australie en Maleisie. Het gebied staat onder controle van separatisten die beschikken over veel zwaarbewapende manschappen, op korte afstand van de Russische grens. Het verkrijgen van een militair overwicht door een internationale missie in dit gebied is, zo is onze conclusie, niet realistisch. Zelfs niet als we zouden kiezen voor de massale inzet van militairen. Ook dan is het verkrijgen van militair overwicht niet realistisch. Inzetten op het veiligstellen van de rampplek via een militaire operatie sluit misschien wel aan bij het gevoel dat veel mensen, waaronder ikzelf hebben, maar het draagt simpelweg, zo is onze conclusie, niet bij aan het realiseren van onze allerhoogste prioriteit: het zo snel mogelijk repatrieren van de slachtoffers.

We zijn met onze internationale partners tot de conclusie gekomen dat het risico reeel is dat zo'n internationale militaire missie rechtstreeks betrokken raakt bij het conflict in Oekraine. En dat zou daarmee meteen een internationale dimensie krijgen en het zou verdere escalatie in de hand werken. Het succes van de repatrieringsmissie is dus afhankelijk van het voorkomen van escalatie in het gebied. Hoe minder de missie aanleiding geeft tot escalatie, hoe groter de kans op een snelle en volledige uitvoering van onze taak.

Het kabinet kiest er daarom voor om te handhaven het huidige karakter van de inzet en tegelijkertijd te kiezen voor intensivering van de aanpak. Daarbij bekijken we iedere dag opnieuw, zoals bijvoorbeeld ook vandaag is gebeurd, wat onder de veiligheidsomstandigheden in het rampgebied mogelijk is. Die analyse bepaalt of er wel of niet op die dag gewerkt kan worden. En de afgelopen dagen en zeker ook vandaag laten zien dat dat helaas soms minder is dan we zouden willen. Maar we hebben simpelweg ook een grote verantwoordelijkheid tegenover onze mensen die daar dit belangrijke werk doen.

Gelet op de gekozen aanpak en de doelstelling is een artikel 100-procedure niet aan de orde. We handhaven het karakter van de missie, breiden die stap voor stap uit en trekken daarbij zeer nauw samen op met Australie en Maleisie. De komende dagen zullen we juridisch ook vastleggen wat belangrijk is om te regelen tussen Nederland en Oekraine en daarom gaat minister Frans Timmermans vanavond samen met zijn Australische collega Julie Bishop naar Kiev om naar te proberen de parlementaire behandeling van het verdrag dat de formele basis biedt voor de internationale missie te versnellen. Het politiek overleg dat zij daar voeren kan natuurlijk ook een bijdrage leveren aan het scheppen van gunstiger voorwaarden voor de mensen in het veld. Belangrijk, ter voorkoming van misverstanden: ook zonder dit verdrag met Oekraine kunnen de mensen die er nu zijn als de veiligheidssituatie dat toelaat, kunnen gewoon aan het werk.

De afgelopen dagen is veel gebeurd. Afgelopen maandag is de trein eindelijk in beweging komen. De luchtbrug is op gang gebracht. Met als voorlopig resultaat de vlucht die gisteren opnieuw indrukwekkend werd onthaald in Eindhoven en langs de route naar Hilversum.

Maar we weten dat helaas met die trein en met die luchtbrug naar alle waarschijnlijkheid niet alle slachtoffers terug zijn. Daarom zijn nu al 63 van onze mensen, afkomstig van politie en van de marechaussee actief in Oekraine en beschikbaar om ingezet te worden op de crash site. We hebben vandaag in de Ministerraad besloten om die capaciteit stap voor stap te versterken. En daarbij kijken we iedere keer opnieuw wat mogelijk is, hoeveel mensen wij zinvol in het veld aan het werk kunnen zetten. De capaciteit die wij beschikbaar stellen is nog eens 60 mensen van de politie en nog eens 60 mensen van Defensie, dus bovenop de inzet die er al wordt gepleegd. Daarnaast heeft Australie op dit moment 50 mensen met politieachtergrond beschikbaar en heeft nog eens 100 mensen achter de hand. En ook Maleisie is bereid om in totaal 68 politiemensen midden deze week naar Oekraine te sturen.

De missie wordt geleid door Pieter Jaap Aalbersberg, hij zal ook de media regelmatig informeren over het verloop van de operatie. En voor Australie is dat Angus Houston. Zij opereren vanuit Kiev en worden ondersteund door Defensie. Defensie neemt de logistieke en operationele aansturing van de inspanningen in het rampgebied op zich - zij hebben daar de mensen en de middelen voor. En hierdoor kunnen de mensen in het veld zo goed mogelijk hun werk doen.

Ik heb in het Kamerdebat al gezegd: het werk is daar niet zonder risico. Om bij onverhoopte calamiteiten eerste opvang en vervoer naar ziekenhuizen te waarborgen komt er ter plekke deskundig personeel en de nodige uitrusting. Samen met Australie zal worden bepaald welke aanvullende medische capaciteit eventueel noodzakelijk is.

We hebben zojuist de Tweede Kamer geinformeerd over onze voornemens. En die brief is natuurlijk ook voor u beschikbaar. Deze repatrieringsmissie zal drie weken na vandaag eindigen. En ik herhaal: continu wordt de veiligheidssituatie beoordeeld door de commandant ter plekke in overleg met de OVSE, die contacten heeft met alle partijen op alle niveaus. De commandant ter plekke heeft uiteraard ook als input voor zijn beoordeling de informatie van de veiligheidsdiensten. Als de omstandigheden het toelaten dan gaan we met zo veel mogelijk mensen aan de slag. Wij zijn van mening dat deze aanpak de beste kans biedt om onze hoofddoelstelling te realiseren: het terugbrengen van de achtergebleven slachtoffers.

Dank u wel.

Documenten en publicaties

* Brief aan de Tweede Kamer over repatrieringsmissie Oekraine

Brief over de repatrieringsmissie naar Oekraine

Kamerstuk | 27-07-2014

* Brief aan Eerst Kamer over repatrieringsmissie Oekraine

Brief aan de Eerste Kamer over de repatrieringsmissie naar Oekraine.

Kamerstuk | 27-07-2014

Zie het origineel.