Rechtbank Amsterdam verklaart beroep Sapphire niet-ontvankelijk


De rechtbank Amsterdam heeft het beroep dat Sapphire Media International B.V. (hierna: Sapphire) had ingesteld tegen het besluit van het Commissariaat, waarmee ontheffingsaanvragen van Sapphire gedeeltelijk waren toegewezen, niet-ontvankelijk verklaard.

Bij besluit van 4 december 2012 heeft het Commissariaat voor de Media het verzoek van Sapphire om ontheffing van de Europese programmaquota voor de jaren 2008 tot en met 2012, gedeeltelijk toegewezen. Tegen dit besluit heeft Sapphire bezwaar aangetekend. In zijn beslissing op bezwaar heeft het
Commissariaat het bezwaar van Sapphire ongegrond verklaard en het primaire besluit onder aanvulling van de motivering gehandhaafd. Daartegen heeft Sapphire beroep ingesteld bij de Rechtbank Amsterdam.

Sapphire heeft de rechtbank verzocht om het besluit van het Commissariaat te vernietigen en Sapphire voor de jaren 2008 tot en met 2012 alsnog ontheffing te verlenen van haar verplichtingen om aan de Europese programmaquota te voldoen. Daarnaast heeft zij de rechtbank verzocht om een
principieel rechtsoordeel over de inhoud van onze Beleidsregels programmaquota te geven, meer specifiek ten aanzien van artikel 7 van de Beleidsregels en de toelichting daarop.

Op 13 januari jl. heeft de rechtbank het beroep van Sapphire echter niet-ontvankelijk verklaard. De verzoeken van Sapphire zien op een periode die in het verleden ligt (2008 tot en met 2012). Nu de besluitvorming over de ontheffing voor deze jaren niet tot enig rechtgevolg heeft geleid of nog
kan leiden, is de rechtbank van oordeel dat bij Sapphire het voor een ontvankelijk beroep van Sapphire noodzakelijke procesbelang ontbreekt. De rechtbank heeft bovendien expliciet benadrukt dat de bestuursrechter niet gehouden is om uitspraak te doen uitsluitend vanwege de principiele
betekenis daarvan, zoals door Sapphire was verzocht. Lees de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam hier.