#diplodays: toespraak van minister Vandeput


Datum: 02 februari 2015

Collega Ministers,
Dames en heren Ambassadeurs,

Het is voor mij een voorrecht en genoegen om u vandaag te mogen toespreken als nieuwe Minister van Defensie. Ik moet eerlijk toegeven dat, toen ik op 12 oktober vorig jaar de eed aflegde als kersvers Minister, de volledige omvang van de nieuwe taak ook voor mij nog niet helemaal bekend was. Al
vrij snel werd echter duidelijk dat de uitdagingen waarvoor Defensie staat, enorm zijn. Deze uitdagingen zijn uiteraard niet los te koppelen van diegene waarmee dit land zelf te kampen heeft, met name de dringende noodzaak om de overheidsfinancien op fundamentele en duurzame wijze te saneren
en te voldoen aan de EU-normen.

Ik zou mijn toespraak willen opdelen in vier punten:

* Het regeerakkoord en de defensie-uitgaven
* Het toekomstperspectief van Defensie;
* Het optreden van Defensie in het buitenland;
* De samenwerking tussen Defensie en Buitenlandse Zaken.

Het regeerakkoord en de defensie-uitgaven

Het regeerakkoord stelt het volgende: "De regering zal aan het leger terug de middelen geven om haar taken naar behoren te vervullen". Uit de begrotingsbesprekingen is echter kort daarna gebleken dat de inspanningen die van het departement Defensie worden gevraagd enorm zijn. Het gaat alles
samen om een cumulatieve besparing van 1,5 miljard euro over een periode van 5 jaar tegenover het niveau van 2014, te beginnen met 225 miljoen euro dit jaar.

De redenering die aan de besparingen van de regering Michel ten gronde ligt, is dat het behalen van de EU-normen, gekoppeld aan het doorvoeren van een aantal structurele hervormingen in diverse domeinen, ons in staat moet stellen om een fundamenteel gezonde basis te creeren die op termijn
opnieuw ruimte geeft aan economische groei. Het is precies deze groei die de welvaart van dit land en zijn burgers moet verzekeren.

In de vier maanden na het aantreden van de regering word ik voortdurend bevraagd over de drastische besparingen bij Defensie, zowel in het binnenland als door internationale partners.

De voorziene daling van de defensie-uitgaven leidt in het bijzonder binnen NAVO-kringen tot ongerustheid. Tijdens de Top van Wales in september vorig jaar engageerden de Staatshoofden en Regeringsleiders zich tot het streefcijfer van 2 % van het bruto nationaal product voor de
defensie-uitgaven, waarvan 20% voor investeringen.

De Belgische defensie-uitgaven, inclusief pensioenen, lagen in 2013 op 1,04 % van het BNP (wij stonden daarbij op plaats 21 van 27). Daarvan was slechts 2,82 % voorzien voor investeringen (plaats 25 op 27). In 2014 lagen onze defensie-uitgaven op 0,99 % en dit cijfer daalt verder naar 0,81 %
op het einde van de legislatuur in 2019. Van deze 0,81 % zullen de pensioenlasten 0,30 % uitmaken.

Ons antwoord op de ongerustheid binnen de Alliantie is dat onder andere de daling van de defensie-uitgaven over de volgende 5 jaar ons in staat moet stellen om een relance-beleid in de steigers te zetten dat economische groei creeert, met een stijging van de defensie-uitgaven van zodra daar
opnieuw marge voor is. Wij stellen met andere woorden het engagement van Wales niet in vraag, maar kampen met een tijdelijk probleem.

Een van de grootste uitdagingen ligt bij de interne verdeling van het defensiebudget. In 2015 gaan daarvan 71% naar personeelskosten, 25% naar werkingskosten, en slechts 4% naar investeringen. Dit toont u meteen dat de beschikbare marges voor investeringen onhoudbaar laag zijn.

Defensie kijkt immers aan tegen de noodzaak van een aantal grote aankopen, mede veroorzaakt door het feit dat in de voorbije jaren onvoldoende werd geinvesteerd in vervanging, waardoor het einde van de levensduur van het huidige materiaal in vele gevallen is bereikt.

Het federaal regeerakkoord voorziet dat "de regering een beslissing zal nemen die Belgie toelaat op lange termijn een capaciteit jachtvliegtuigen te behouden" en dat "de regering een strategische orientatie zal bepalen voor de opvolging van de M-fregatten, de mijnenjagers, en andere
wapensystemen zoals de drones en het belangrijke materieel van de landmacht."

Het is duidelijk dat voor deze investeringen verschillende miljarden euro nodig zijn, gespreid over een aantal jaren, en dat dergelijke lasten onmogelijk binnen het bestaande budget van Defensie kunnen opgevangen worden.

In het regeerakkoord is overeengekomen dat de regering op vlak van investeringen een militaire programmawet in werking zal stellen, die loopt over 10 jaar.

De totale bijdrage op vlak van defensie-uitgaven wordt derhalve gevormd door het reguliere budget van Defensie en door de bijkomende middelen die via de voorgenomen programmawet voorzien zijn.

Voor sommigen onder u is het bekend dat ik in een vorig parlementair leven een man van de cijfers was. Laat mij trachten de defensie-uitgaven in perspectief te plaatsen.

De daling van de defensie-uitgaven is een trend in zowat alle Europese landen in het bijzonder na het einde van de Koude Oorlog. Waar Belgie aanvankelijk nog in het Europese midden-peloton stak, zit het er nu ver onder. Recente gebeurtenissen in de internationale context hebben er echter toe
geleid dat deze negatieve trend in de meeste landen omgebogen wordt.

Ik wil in dat verband graag professor Henrotin van de ULB citeren die tijdens de publieke hoorzittingen in de Kamercommissie Defensie over de toekomst van de Belgische defensie het volgende ter overweging meegaf.

Op de totale Belgische overheidsuitgaven van 208,5 miljard euro bedraagt het budget Defensie 2,7 miljard euro, dit is 1,3 % van de overheidsuitgaven.

Van dit budget van 2,7 miljard euro gaat slechts 869 miljoen euro naar training, infrastructuur, uitrusting en operaties. Dat is:

* 509 miljoen euro minder dan ontwikkelingssamenwerking;
* 411 miljoen euro minder dan onderhoud van de wegen in Wallonie;
* 168 miljoen euro minder dan de kost van het openbaar vervoer in Brussel.

Belgie is het 8e rijkste land van de EU met een BNP per capita groter dan het Verenigd Koninkrijk. In verhouding tot de omvang zou Belgie derhalve goed moeten zijn voor 2,95 % van de EU-defensie-inspanning, wat momenteel verre van het geval is.


Het toekomstperspectief van Defensie

Deze vaststelling brengt me tot het tweede luik van mijn toespraak. Het federaal regeerakkoord vraagt me om binnen de zes maanden een strategische lange termijn visie aan de regering voor te stellen. Dit strategisch plan voor de volgende 15 jaar moet toelaten de nodige beslissingen te nemen in
verband met:

* Het globale budgettair kader;
* Het personeelsbestand en de loopbaan;
* De capaciteiten.

Zonder voorafnames te willen doen op hoe het strategisch plan er zal uitzien, wil ik u toch enige vaststellingen meegeven.

Het uitgangspunt van het plan moet een omgevingsanalyse zijn. In wat voor wereld leven wij en wat zijn de voorzienbare tendensen op vlak van veiligheid en stabiliteit? Een goed begrip van onze leefwereld is cruciaal voor het bepalen van het ambitieniveau van onze toekomstige Defensie. De
nieuwe veiligheidsuitdagingen in het oosten van het Europese continent, en de "gordel van onzekerheid" op de zuidflank, zijn het afgelopen jaar alleen maar groter geworden. Die onstabieler wordende omgeving vraagt om onze verhoogde aandacht: de ontwikkelingen in deze landen en regio's hebben
namelijk gevolgen voor onze eigen veiligheid en welvaart. De gevolgen van instabiliteit in de wereld rondom ons raken ons steeds directer en steeds zichtbaarder.

Een proactieve reactie hierop is nodig om het samenlevingsmodel zoals we dat in het Westen kennen en dat zeer breekbaar is, te kunnen beschermen en in stand te houden. Het zogenaamde "vredesdividend" waarvan wij sedert het einde van de Koude Oorlog konden genieten, is vandaag volledig
opgesoupeerd.

De vraag is nu welke concrete antwoorden Defensie op deze bedreigingen geeft. Nieuwe bedreigingen vergen nieuwe antwoorden. Conflicten worden complexer en internationaler, laten zich niet langer vangen langsheen bepaalde landsgrenzen, en worden gevoerd tussen talrijke statelijke en
niet-statelijke actoren. We worden geconfronteerd met een hybride manier van oorlogsvoering, met een combinatie van conventionele, irreguliere en digitale tactieken.

Een belangrijk onderdeel van het strategisch plan zal de internationale samenwerking betreffen, vanuit de vaststelling dat 1 + 1 niet 2 maar 3 is. Het regeerakkoord stelt hierover dat "de regering zich zal blijven inspannen voor de versterking van de internationale samenwerking, onder meer in
Benelux-verband, voor meer Pooling & Sharing, en meer gemeenschappelijke materieel-verwervingsprogramma's."

Bij de uitwerking van mijn opdracht wil ik stapsgewijs te werk gaan. De Chef Defensie kreeg de opdracht te onderzoeken of de in de regeringsverklaring beschreven toekomstvisie voor Defensie door middel van interne optimalisaties haalbaar is op budgettair vlak. Zijn antwoord was dat er nog
diverse maatregelen binnen Defensie mogelijk zijn om budgettaire middelen vrij te maken. Maar deze zijn niet van een omvang die tegemoet komt aan de verschillende miljarden die nodig zijn om de in het regeerakkoord vermelde investeringen uit te voeren.

Om het regeerakkoord uit te voeren, zal de regering dus een bijkomend budget voor investeringen vrij moeten maken. Op basis van een consultatie van de belangrijkste stakeholders van Defensie zal ik een strategische nota voor de regering uitwerken, die een aantal mogelijke vormgevingen voor
Defensie weergeeft, telkens met de budgettaire implicaties. Dit moet de regering in de gelegenheid stellen om duidelijke richtlijnen te geven, op basis waarvan het uiteindelijke strategisch plan kan worden opgesteld. Het Plan zal worden opgevolgd door een stuurplan met implementatiemaatregelen
voor de duurtijd van deze legislatuur.

Binnen de Kamercommissie Defensie vinden dezer dagen publieke hoorzittingen plaats over de toekomst van Defensie. Hieraan nemen experten uit de academische wereld, defensie-middens, internationale organisaties en andere landen deel. Dit zal culmineren in een openbaar colloquium op 25 februari.
Deze inspanningen zullen ons helpen om het maatschappelijk draagvlak te vergroten.

Het optreden van Defensie in het buitenland

Interne en externe veiligheid zijn meer dan ooit met elkaar verbonden. Uiteraard is er de beveiliging van het eigen nationale grondgebied, maar onmiddellijk daaraan gekoppeld moet er een duidelijkere focus van de buitenlandse inzet van militaire middelen komen in gebieden waar de dreiging
reeel is. De recente feiten in Parijs en Verviers ondersteunen deze stelling. Inspelen op deze trend vereist een goede cooerdinatie tussen Defensie en andere betrokken departementen, in het bijzonder Buitenlandse Zaken.

Chers collegues,
Mesdames et messieurs les Ambassadeurs,

Compte tenu des developpements recents dans le monde qui nous entoure, il me semble indispensable que nos efforts militaires `a l'etranger repondent d'abord `a nos propres defis et besoins securitaires, et qu'ils s'attaquent aux causes, `a la source de la menace. En particulier, les
developpements `a l'est et sur le flanc sud de l'Europe.

Le regain d'assertivite de la Russie oblige les pays de l'OTAN `a revoir leur approche vis-`a-vis de ce pays. La Defense belge apportera son plein soutien aux mesures dites de << reassurance immediate >> comme elle l'a fait l'annee passee. Dans ce cadre nos F-16 participent actuellement et
jusqu'en aout `a l'operation << Enhanced Air Policing Mission >> au-dessus de l'espace aerien baltique et polonais. Nous serons egalement presents en Lituanie avec une compagnie de la brigade medium en octobre, et avec des moyens de la Marine dans la Mer Baltique pendant toute l'annee.

L'OTAN a par ailleurs demarre un programme de << defense capability building >> au profit de pays comme la Georgie et la Jordanie. La Belgique, en particulier la Defense, ne peut pas se permettre de rester inactive `a cet egard. Dans un meme souffle je tiens `a mentionner l'Ukraine, ou le
conflit militaire est loin d'etre resolu. Ce pays merite egalement un soutien approprie, bien entendu tenant compte de son statut specifique.

Sur un autre theatre important, en Iraq, nous participons aux efforts de la coalition internationale contre le mouvement terroriste ISIS. Dans le cadre de notre operation << Desert Falcon >> nos F-16s contribuent aux frappes aeriennes depuis septembre dernier. L'operation a ete etendue
jusqu'`a la fin du mois de juin. Des experts en matiere de planification sont actuellement en route pour Bagdad et le Koweit afin de preparer l'envoi d'une cinquantaine de forces speciales engagees dans une mission de formation et de conseil. Il est evident que les actions militaires ne sont
qu'une reponse partielle de la communaute internationale vis-`a-vis de la menace causee par le mouvement extremiste. Mais il n'y aura pas de solution sans la dimension militaire.

De maniere plus generale, je tiens `a vous faire part de mon approche vis-`a-vis des operations menees par la Defense:

1. Nos engagements doivent apporter une plus-value claire aussi bien pour l'etat-hote que pour la Defense belge. En d'autres mots, l'engagement de nos moyens doit autant que possible participer `a << faire la difference >> et donc revetir une dimension decisive.
2. Le plan doit etre clair et coherent. En particulier, les conditions et circonstances mettant fin `a un engagement devraient etre connues au prealable. Il faut eviter de devenir en quelque sorte << prisonnier >> d'un engagement.
3. Bien entendu, chaque operation doit etre precedee d'une analyse securitaire. Les risques doivent etre identifies, et la mesure dans laquelle ils sont acceptes doit etre discutee.

Malgre les contraintes budgetaires qui nous ont ete imposees, mon objectif reste de continuer nos engagements `a l'etranger. La Belgique se doit de rester un allie fiable sur lequel on peut compter dans un cadre international, que ce soit dans un cadre OTAN, UE ou autre. Ceci etant, il sera
necessaire de reexaminer nos operations `a l'avenir : peut-etre en nombre plus restreint mais plus efficaces. Il me semble que notre niveau d'ambition doit avant tout etre realiste tenant compte de nos capacites, notre expertise et nos marges budgetaires.

Un des soucis constants de la Defense belge dans un cadre multilateral est la recherche d'un equilibre entre nos participations aux operations OTAN, Union Europeenne et Nations Unies. Nous recherchons actuellement comment contribuer aux missions des Nations Unies apres notre depart du Liban en
decembre dernier, par exemple `a travers une contribution `a la MINUSMA au Mali, mission pour laquelle nous venons de proposer un excellent candidat pour la position de chef de mission. Il faudra en meme temps considerer les nouvelles opportunites qui se presenteront pour des operations dans
le cadre de l'Union Europeenne.

La region du Sahel presente de grands defis securitaires, non seulement regionaux mais egalement plus large par le biais des mouvements djihadistes et terroristes. L'extremisme religieux, que ce soit au Moyen Orient ou en Afrique, doit etre contre de fac,on multidisciplinaire. La Defense peut
y contribuer, entre autres par un soutien `a la formation de forces militaires locales dans un but de permettre `a celles-ci de mieux garantir la securite et la stabilite des pays concernes.

Je m'efforcerai egalement de resserrer notre cooperation bilaterale `a travers nos programmes de partenariat militaire. Notre cooperation bilaterale doit soutenir notre action menee dans un contexte multilateral.

Nos engagements devraient en meme temps de preference soutenir l'approche interdepartementale, en particulier l' << approche globale >> et << 3D-LO >> (diplomatie, defense, developpement, law and order).

Ce dernier constat me mene `a la derniere partie de mon discours.

De samenwerking tussen Defensie en Buitenlandse Zaken

Zoals ik eerder al aangaf, is het mijn betrachting om in een aantal domeinen nauw samen te werken met andere departementen zoals Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking. De kracht van ons optreden in bepaalde contexten kan immers enkel maar versterkt worden indien dit gezamenlijk
gebeurt.

Tijdens de voorbije vier maanden had ik de gelegenheid om nauwer kennis te maken met sommigen onder u, ter gelegenheid van bepaalde bezoeken verbonden aan het optreden van Defensie in het buitenland. Telkens was ik aangenaam verrast door de professionaliteit en de gastvrijheid van de betrokken
diplomaten.

Ik wens u overigens ook te bedanken voor een goede samenwerking tussen onze departementen. Op zeer regelmatige basis vinden contacten en cooerdinaties plaats tussen Defensie en Buitenlandse Zaken, in domeinen die voor onze beide departementen van groot belang zijn zoals Afrika, de crisis in
Oekraine, in Irak, of de politiek-militaire cooerdinatievergaderingen die een van de motoren vormen van onze samenwerking. Bij de voortrekkersrol die Belgie in bepaalde ontwapeningsdossiers speelt, zoals de Conventie van Ottawa, is de technische expertise van Defensie onontbeerlijk. Maar ook
op het terrein is er samenwerking. Defensie zal bijvoorbeeld een instructeur in "mine-awareness" leveren ter opleiding van de civiele waarnemers die door de OVSE in het oosten van Oekraine worden ontplooid. Of in Libanon, waar wij een stafofficier binnen UNIFIL willen aanhouden, wat in het
bijzonder voor Buitenlandse Zaken een toegevoegde waarde zal bieden.

De aanwezigheid van Belgische militairen ter gelegenheid van operaties in het buitenland biedt in bepaalde gevallen ook bijzondere kansen voor "defensie diplomatie". Daarvoor blijft het departement Defensie graag bereid. Het aanmeren van het fregat Leopold I in Mumbai en Istanbul heeft vorig
jaar bijvoorbeeld nog maar eens aangetoond dat dit een prachtig instrument van wisselwerking kan vormen.

Tot slot wil ik ook verwijzen naar de uitstekende wisselwerking tussen de diplomatieke posten en de defensieattaches. In het licht van noodzakelijke besparingen zowel bij Buitenlandse Zaken als bij Defensie zouden daarbij ook bepaalde synergien overwogen kunnen worden, niet alleen op Belgisch
niveau maar mogelijks ook in Benelux-verband.

Sehr geehrte Kollegen,
Meine Damen und Herren Gesandter,

An dieser Stelle moechte ich mich noch kurz auf Deutsch, unsere dritte Nationalsprache, ausdruecken.

Es waere fast eine Art Britischer Humor wenn ich Ihnen mitteile dass die Herausforderungen in diesem Jahr riesig sind. Ich bin aber der Meinung dass die Landesverteidigung sich heut zu Tage nicht mehr nur zu Lande, sondern immer mehr im Ausland abspielt. Die Verteidigung unserer Sicherheit und
unseren Interessen hat dabei ihren Preis. Sicherheit und Stabilitaet sind nicht um sonst gegeben obwohl manche dies seit dem Ende des Kalten Krieges fuer selbstverstaendlich angenommen scheinen zu haben.

Ich bin davon fest ueberzeugt dass ein Land wie unseres ueber die notwendige Ressourcen verfuegt damit es seine wichtige und international erwartete Rolle im Bereich der Verteidigung aufnehmen kann. Es ist dabei eher eine Frage der politische Kraft und Wille dies auch tatsaechlich in der
Realitaet um zu setzen. Das ist unsere gemeinsame Aufgabe fuer die naechste Zeit.

Ich danke Ihnen fuer ihre Aufmerksamkeit.
Ik dank u voor uw aandacht.
Je suis `a votre disposition pour repondre `a vos eventuelles questions.