Onconventionele ontmoeting design en beeldende kunst

Barry Flanagan, Chess, 1971. Katoen, vilt, zand, kurk, aluminium. Collectie: Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam

Persbericht

In scene gezet

Vanaf 7 februari 2015

Hoe verhouden beeldende kunst en design zich tot elkaar? En wat zijn de raakvlakken binnen de praktijk van de kunstenaar en de ontwerper? Museum Boijmans Van Beuningen arrangeert een onconventionele ontmoeting tussen beide disciplines. Met werk uit de museumcollectie van onder anderen Barry Flanagan, Joep van Lieshout, Jan Schoonhoven, Ettore Sottsass, Walter van Beirendonck en Scholten & Baijings.

Musea presenteren beeldende kunst en design vrijwel altijd gescheiden. Dit voorjaar plaatst Museum Boijmans Van Beuningen de twee disciplines bij elkaar in een associatieve presentatie. In zeven zalen en evenzoveel thema's zetten de conservatoren van de verschillende vakgebieden deze ontmoeting in scene en onderzoeken zo hoe beeldende kunst en vormgeving uit de jaren '60 tot nu zich tot elkaar verhouden. Deze eigenzinnige presentatiewijze is bij uitstek mogelijk in Museum Boijmans Van Beuningen, dat als een van de weinige musea in Nederland een sterke vertegenwoordiging van beide disciplines kent.

In scene gezet

Niet stromingen of tijdsvakken bepalen de selectie en presentatie van de werken in het museum, maar zeven vraagstukken die voor zowel kunstenaars als ontwerpers relevant zijn. Basisprincipes als vorm, stijl, schaal, massa en ordening zijn gemene delers binnen beide praktijken. Hoewel de dilemma's vaak hetzelfde zijn leiden ze binnen vormgeving en beeldende kunst tot een andere uitkomst.

Zeven vraagstukken

Een van deze vraagstukken is `ordening'. Zowel aan het werk van kunstenaar Jan Schoonhoven (1914-1994) als ontwerpers Stefan Scholten (1972) en Carole Baijings (1973) van Scholten & Baijings ligt een ordeningsprincipe ten grondslag. Maar waar Schoonhoven een monochroom wit relief maakt, werkt het designduo voor hun servies `Colour Porcelain' juist vanuit een breed palet van verschillende kleuren, schakeringen en transparanties. Kunstenaar Joep van Lieshout (1963) begeeft zich zelfs regelmatig op het terrein van de ontwerper voor het maken van een kunstwerk. Zo speelt hij in het werk `12 stenen - 12 kratten' met de gestandaardiseerde maten van alledaagse gebruiksvoorwerpen, namelijk de stoeptegel en het bierkrat. Ook kunstenaar Barry Flanagan (1941-2009) verwart het gangbare onderscheid tussen vormgeving en beeldende kunst, door in zijn sculptuur `Chess' de schaakstukken te vervangen voor zandzakken.

Eigen topcollectie centraal

Dit voorjaar put het museum bij het maken van tentoonstellingen bijna volledig uit de eigen collectie. In vijf tentoonstellingen en presentaties laten directeur en conservatoren zien hoe er met de rijke museumcollectie gewerkt kan worden en welke verrassende dwarsverbanden hierdoor ontstaan. "We hopen dat bezoekers zich de collectie steeds meer eigen maken; een labyrint van schoonheid en kennis dat eeuwen en mensen verbindt", aldus directeur Sjarel Ex.