UMCG neemt orgaanperfusiekamer in gebruik


13 februari 2015

Het UMC Groningen Transplantatiecentrum bewaart donororganen voor transplantatie voortaan in een speciaal hiervoor toegeruste orgaanperfusiekamer. In deze ruimte worden donororganen in perfusiemachines continu gespoeld met zuurstofrijke vloeistof en voedingsstoffen. De organen kunnen hierdoor
niet alleen beter bewaard, maar ook verbeterd worden. Dit leidt ertoe dat het aantal donoren kan worden vergroot, doordat meer organen geschikt kunnen worden gemaakt voor transplantatie. Ook de slagingskans van een transplantatie kan hiermee worden vergroot. Het UMCG is het eerste
transplantatiecentrum in Nederland en een van de eerste in de wereld met deze voorziening.

In de zogenoemde `Organ Preservation & Resuscitation'-unit op het operatiecentrum kunnen tegelijkertijd vier donororganen in vier perfusiemachines worden bewaard. In de machines worden de organen gedurende enkele uren voor de transplantatie continu gespoeld met zuurstofrijke vloeistof en
voedingsstoffen. De organen kunnen daarbij ook worden verwarmd. Uit jarenlang onderzoek is gebleken dat met deze methode de kwaliteit van organen als longen, lever en nieren beter in stand wordt gehouden en zelfs kan verbeteren.

Preservatie en kwaliteit

Tot op heden werden donororganen na uitname eenmalig uitgespoeld met koude, zuurstofloze vloeistof en vervolgens op ijs bewaard. Deze `cold storage' zorgt ervoor dat de stofwisseling van het orgaan bijna volledig stil komt te liggen en het orgaan kan `overleven' zonder dat het zuurstof krijgt
toegediend. Gedurende deze preservatietijd gaat de kwaliteit van het orgaan echter achteruit, waardoor het risico bestaat dat deze na transplantatie minder goed functioneert. Ook hebben steeds meer donoren aandoeningen als diabetes en overgewicht. De organen van deze donoren zijn hierdoor van
mindere kwaliteit. Toch is het belangrijk dat ook deze organen worden gebruikt voor transplantatie, omdat er nog altijd een tekort aan donororganen is.

Beter functioneren

Met machinale perfusie kan de preservatie en de kwaliteit van donororganen worden verbeterd. Tijdens het overlijdensproces komen er bijvoorbeeld ontstekingsbevorderende stoffen vrij die de longen aantasten. Er ontstaan dan vochtophopingen (oedeem) in de longen die na transplantatie de opname
van zuurstof en de afgifte van kooldioxide belemmeren. Hierdoor moeten soms donorlongen worden afgewezen die gezond waren, maar door het overlijdensproces ongeschikt worden voor transplantatie. Met machinale perfusie kan het vocht uit de longen worden gehaald, waardoor deze toch geschikt
worden voor transplantatie.

Bij sommige donoren, die zijn overleden na een hartstilstand, kunnen organen schade oplopen doordat de bloedcirculatie is gestopt. In het geval van de nieren kan dit betekenen dat de ontvanger na transplantatie nog een tijdje moet dialyseren. Met machinale perfusie is de kans groot dat de
nieren het na transplantatie direct goed doen en dialyse niet nodig is. Ook bij levers biedt machinale perfusie verbetering. Patienten die een lever hebben ontvangen van een hartdode donor krijgen na transplantatie vaak galwegproblemen. Door het toevoegen van zuurstof aan de donorlever via
perfusie kan dit worden verminderd.

Van onderzoek naar klinische praktijk

Het UMCG doet al jarenlang onderzoek naar nieuwe bewaartechnieken voor donororganen. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van innovatieve producten, zoals zuurstofrijke machinale perfusiesystemen. Per orgaan verschilt de te gebruiken techniek en het stadium waarin de ontwikkeling zich daarvan
bevindt. In 2013 had het UMCG twee primeurs met nieuwe technieken, waarmee respectievelijk afgekeurde donorlongen geschikt voor transplantatie werden gemaakt en uitgenomen donorlevers op lichaamstemperatuur in leven werden gehouden. In de orgaanperfusiekamer worden deze nieuwe technieken nu in
de klinische praktijk gebruikt.

Sinds 2013 heeft het UMCG in pilotstudies in totaal 26 transplantaties uitgevoerd bij patienten met donorlongen, -levers en -nieren die met machinale perfusie zijn behandeld. Omdat de ontwikkeling en toepassing van machinale perfusie per donororgaan verschilt, worden nog niet alle donororganen
standaard met machinale perfusie behandeld. Voor nu geldt dat longen met bepaalde indicaties (waaronder longoedeem) voor transplantatie met machinale perfusie worden behandeld in de orgaanperfusiekamer in het UMCG.

Voor donorlevers en -nieren geldt dat de komende tijd gerandomiseerd onderzoek met controlegroepen (RTC's) wordt uitgevoerd met (afgekeurde) donorlevers en -nieren om de resultaten van transplantatie verder te optimaliseren. Ook deze donororganen worden bewaard in de orgaanperfusiekamer. De
verwachting is dat door machinale perfusie meer transplantaties met donororganen kunnen plaatsvinden. Voor de longen betekent dit dat het gemiddeld aantal longtransplantaties per jaar in Nederland (70) kan toenemen met 10 tot 20 transplantaties.P>

Noot voor de pers

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met persvoorlichting UMCG, bereikbaar via telefoon (050) 361 22 00.