Watersnoodrampslachtoffer geidentificeerd | politie.nl


Laatste update:
23-02-2015 | 10:31

Woordvoering:
Landelijke eenheid

Driebergen, Yerseke - Het onderzoek van de politie naar de identiteit van onbekende slachtoffers van de Watersnoodramp van 1953 heeft tot een eerste directe identificatie geleid.

Uit het DNA-verwantschapsonderzoek dat het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in opdracht van de politie uitvoert, blijkt dat een familieband bestaat tussen een van de nabestaanden en een van de onbekende slachtoffers. Het geidentificeerde slachtoffer is een vrouw uit Kruiningen die tijdens
de ramp op 41-jarige leeftijd om het leven is gekomen. Zij lag als onbekende begraven in Yerseke (gemeente Reimerswaal). In 2013 heeft de politie haar lichaam opgegraven om DNA-materiaal af te nemen. De nabestaande, een 77-jarige man uit Wezep wiens moeder sinds de watersnoodramp vermist was,
heeft zijn DNA-materiaal voor verwantschapsonderzoek aan de politie afgegeven.

Landelijk project

In 2013 groef de politie met medewerking van het NFI 29 onbekende slachtoffers binnen de gemeente Schouwen-Duiveland en twee in Goes en Reimerswaal op om DNA-materiaal af te nemen. De opgravingen maken deel uit van een landelijk project waarmee de politie met behulp van nieuwe technieken
onbekende doden die voor 2010 zijn begraven wil identificeren. Naar aanleiding van de opgravingen riep de politie nabestaanden op wangslijmvlies af te staan voor het identificatieproces. De door het NFI vervaardigde DNA-profielen van de nabestaanden en van de onbekende slachtoffers zijn in aan
de DNA-Databank voor vermiste personen opgenomen.

Vergelijking van de profielen in de DNA-databank leidde nu tot een directe match tussen de man uit Wezep en de onbekende vrouw in Yerseke. De man is al op de hoogte gebracht van de identificatie van zijn moeder.

Eerdere match

Eind 2014 was al bekend gemaakt dat er een familieband bestaat tussen een nabestaande en een van de onbekende slachtoffers op Schouwen-Duiveland. De exacte identiteit van het slachtoffer blijft echter onbekend omdat binnen de betreffende familie twee personen vermist zijn geraakt welke
nagenoeg even oud waren en hierdoor was voor een identificatie van deze persoon geen onderscheid aan te geven.

Verder is vastgesteld dat ook twee van de onbekende slachtoffers op Schouwen-Duiveland familie van elkaar zijn. Op welke manier de twee slachtoffers verwant zijn, is niet duidelijk. Hun DNA gaf een verwantschap in de mannelijke lijn aan maar matchte niet met dat van de nabestaanden die
wangslijmvlies instuurden. Ook de lijst van vermisten van Schouwen-Duiveland vermeldt geen mannelijke verwanten.

Zwakke aanwijzingen

De DNA-profielen van eerstegraads familieleden (ouders, kinderen, broers en zussen) hebben meer overeenkomsten dan de DNA-profielen van verre familieleden. Door het DNA-profiel van het naamloze slachtoffer te vergelijken met het DNA-profiel van een eerstegraads familielid is een directe
familieband goed aan te tonen. Het is veel moeilijker om verwantschap aan te tonen op basis van DNA-profielen van tweede of derdegraads familieleden, zoals ooms, tantes, kleinkinderen, neven en nichten. In deze gevallen zijn vaak te weinig overeenkomsten tussen DNA-profielen. In dit onderzoek
waren het merendeel van de familieleden die DNA hebben afgestaan geen eerstegraads familieleden. Dit had tot gevolg dat bij de vergelijkingen vaker sprake was van slechts zwakke aanwijzingen op een mogelijk verwantschap.