Koenders steunt waarnemers OVSE met 3,5 miljoen euro extra

Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) trekt 3,5 miljoen euro extra uit voor de waarnemingsmissie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in Oost-Oekraine. De waarnemers controleren daar of het leger en de rebellen zich aan de wapenstilstand houden zoals die op 12

februari in Minsk is overeengekomen.

Om de werkzaamheden van de waarnemingsmissie van de OVSE tot maart 2016 vol te kunnen houden, is extra geld nodig. `Het is essentieel de OVSE nu te versterken zodat daadwerkelijke controle op naleving van het Minsk akkoord kan worden uitgeoefend', aldus Koenders. Volgens de minister is de OVSE

de uitgelezen partij om de wapenstilstand en de terugtrekking van zware wapens te controleren, omdat de organisatie neutraal is en door alle partijen wordt geaccepteerd.

Koenders hamert erop dat de OVSE volledige en veilige toegang moet krijgen tot het gebied. `Dat is de enige manier waarop de waarnemers hun werk goed kunnen doen', vindt hij. Daarnaast is het nodig dat de OVSE van voldoende middelen wordt voorzien.

De bijdrage van Nederland sluit goed aan bij de recente afspraken die in Minsk onder leiding van de OVSE zijn gemaakt tussen Oekraine, Rusland en de separatisten over het staakt-het-vuren en de terugtrekking van zware wapens. Duitsland en Frankrijk speelden een belangrijke rol bij de

totstandkoming van dit akkoord.

Nederland droeg eerder al 3,36 miljoen euro bij aan de waarnemingsmissie. Daarnaast zet Nederland ook in op monitors: er zijn op dit moment zeven Nederlanders actief als waarnemer voor deze OVSE-missie. Dit aantal kan in de toekomst mogelijk toenemen.

Ook wordt vanwege de humanitaire noden in Oekraine 1,5 mln euro voor het World Food Programme vrijgemaakt. Nederland komt met zijn bijdrage tegemoet aan de toegenomen hulpvraag. De grootste behoeften liggen op het terrein van noodopvang, voedselzekerheid en gezondheid.