PERSBERICHT

Zwembadbranche niet akkoord met uitkomst CAO-onderhandelingen

RECRON negeert belangen Bedrijfsgroep Zwembaden

Amsterdam, 3 maart 2015 - De zwembadbranche voelt zich bij de recente onderhandelingen over een nieuwe CAO ernstig tekort gedaan door haar belangbehartiger RECRON. Daarom roept de branche haar achterban op vooral niet in te stemmen met het tussen RECRON en vakbonden overeengekomen CAO-onderhandelingsakkoord.

De zwembadbranche vormt met ConeGroup B.V., Laco International B.V., Optisport Exploitaties B.V., Sportfondsen Groep B.V. en overige zwembadexploitanten de Bedrijfsgroep Zwembaden binnen RECRON. Deze Bedrijfsgroep is met 2 zetels vertegenwoordigd in de ArbeidsvoorwaardenCommissie van RECRON; de commissie die namens de werkgevers in de verblijfsrecreatie (vakantieparken, zwembaden, etc.) met de bonden onderhandelt over de collectieve arbeidsvoorwaarden voor deze branche.

Vanaf 2014 hebben RECRON en vakbonden geen overeenstemming bereikt over een nieuw af te sluiten CAO voor de verblijfsrecreatie. Belangrijk struikelblok is het ontbreken van enige bereidheid bij RECRON om een aparte paragraaf voor de zwembadbranche op te nemen in de nieuwe CAO. De vakbonden vinden een hogere looneis gerechtvaardigd aangezien zij menen dat met name de onder de verblijfsrecreatie vallende vakantieparken zich al geruime tijd in een bedrijfseconomische opwaartse spiraal bevinden. Dit in tegenstelling tot de ook onder de verblijfrecreatie vallende zwembaden. De bedrijfseconomische situatie alsook de vooruitzichten van de branche is alles behalve rooskleurig en hierin wordt ook de komende jaren weinig verbetering verwacht.

Ondanks dat binnen dezelfde sector van RECRON twee branchecollega’s, te weten de vakantieparken en de zwembaden, met tegengestelde bedrijfseconomische ontwikkelingen te maken hebben, heeft RECRON’s ArbeidsvoorwaardenCommissie kortgeleden besloten akkoord te gaan met de door de bonden gestelde eisen. Indien de achterban van werkgevers en werknemers hiermee instemmen, komt er een nieuwe CAO die zowel voor de verblijfsrecreatie als zwembad zal gelden.

Voor de zwembadbranche is deze gang van zaken onaanvaardbaar. Een te dure CAO leidt tot een verdere verslechtering van de bedrijfsresultaten wat gevolgen heeft voor de werkgelegenheid. Ook is duidelijk geworden dat RECRON de belangen van de zwembadbranche binnen de verblijfsrecreatie onvoldoende heeft wensen te behartigen. Dit ondanks dat de zwembadbranche hiervoor oplossingsgerichte voorstellen heeft gedaan. Immers ook binnen RECRON-verband zijn goede oplossingen mogelijk die recht doen aan de belangen van alle betrokken partijen.

Als gevolg van dit alles bestaat er op dit moment weinig tot geen vertrouwen binnen de zwembadbranche dat RECRON de CAO-onderhandelingen voor de zwembaden definitief naar een bevredigend en verantwoord resultaat kan en zal leiden. De zwembadbranche zal dan ook haar achterban oproepen om niet akkoord te gaan met het voorgestelde onderhandelingsresultaat.

Tevens beraadt de zwembadbranche zich op de vraag of RECRON überhaupt nog wel de aangewezen partij is om de belangen van de Nederlandse zwembaden te behartigen. Voor de zwembadbranche staat in ieder geval vast dat de positie van de branche binnen RECRON op korte termijn structureel aangepast dient te worden. Wordt hieraan niet tegemoetgekomen dan wordt een vertrek van de zwembadbranche uit de RECRON niet uitgesloten.